ECLI:NL:RBGEL:2021:1996
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de rechtbank in verzoek om inzage persoonsgegevens onder de AVG
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 22 april 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser had op 29 april 2020 een verzoek ingediend om inzage in zijn persoonsgegevens die mogelijk door de gemeente Westervoort werden verwerkt. Eiser heeft echter geen voldoende identificerende informatie verstrekt, waardoor hij niet als 'betrokkene' in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) kon worden aangemerkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek van eiser niet kan worden geduid als een verzoek op grond van artikel 15 van de AVG, omdat eiser niet geïdentificeerd of identificeerbaar is. Hierdoor kon er geen beroep worden ingesteld tegen het uitblijven van een besluit op het verzoek. De rechtbank verklaarde zich onbevoegd om van het beroep kennis te nemen, aangezien er geen publiekrechtelijke grondslag voor het verzoek aanwezig was. De uitspraak benadrukt het belang van identificatie bij het indienen van verzoeken onder de AVG en de gevolgen van het ontbreken van deze identificatie voor de rechtsgang.