In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Gelderland, heeft de stichting Stichting Besef en Balans (hierna: SBB) Achmea Schadeverzekeringen N.V. aangeklaagd voor schadevergoeding na een aanrijding op 26 oktober 2017. SBB stelt dat Achmea als verzekeraar van de Suzuki Swift aansprakelijk is voor de schade aan hun Volkswagen Golf, die is vastgesteld op € 9.550,89. De procedure begon met een dagvaarding op 2 juli 2020, gevolgd door verschillende conclusies en een verzoek om bewijs op basis van artikel 843a Rv. SBB betoogde dat de bestuurder van de Suzuki Swift, mevrouw [naam 2], aansprakelijk was omdat zij niet voorrang had verleend aan de Volkswagen Golf, bestuurd door de heer [naam 1]. Achmea betwistte echter de aansprakelijkheid en suggereerde dat er mogelijk sprake was van een opzetaanrijding.
De kantonrechter heeft de vordering van SBB afgewezen. Achmea heeft betoogd dat er geen onrechtmatige daad was en dat de toedracht van de aanrijding niet vaststond. De rechter oordeelde dat SBB geen bewijsaanbod had gedaan om haar stellingen te onderbouwen, ondanks de gemotiveerde betwisting door Achmea. De kantonrechter concludeerde dat de omstandigheden van de aanrijding, zoals het tijdstip en de snelheid van de voertuigen, niet in lijn waren met de schade die was geclaimd. Bovendien was er geen forensisch rapport beschikbaar, wat de grondslag voor de vordering ondermijnde.
Uiteindelijk werd SBB in het ongelijk gesteld en veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Achmea op € 622,00 werden vastgesteld. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 31 maart 2021.