Uitspraak
1.De procedure
- het verzoekschrift van 11 januari 2021 met bijlagen;
- de wijziging van het verzoek van 16 februari 2021;
- email met bijlage van verweerster van 22 maart 2021;
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 1 april 2021 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure betreffende de vereffening van een nalatenschap. De verzoekende partijen, erfgenamen van de overledene, hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard en verzoeken de kantonrechter om hen de bevoegdheid te geven de nalatenschap te vereffenen zonder de medewerking van de niet meewerkende erfgenaam. De overledene, die op 24 september 2020 is overleden, had in haar testament de verzoekers en de verwerende partij benoemd als gezamenlijke erfgenamen. De verzoekers hebben een boedelbeschrijving opgesteld, maar de verwerende partij heeft deze niet ondertekend en heeft geen medewerking verleend aan de vereffening.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verwerende partij niet is verschenen bij de mondelinge behandeling en haar verweer niet heeft onderbouwd. De rechter oordeelt dat de vereffening van de nalatenschap niet kan worden voortgezet zonder de medewerking van de verwerende partij, maar dat de verzoekers gezamenlijk bevoegd zijn om de wettelijke vereffening uit te voeren. De kantonrechter heeft het verzoek toegewezen en de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de afwikkeling van de nalatenschap zonder verdere vertraging kan plaatsvinden. Deze beslissing is genomen in het belang van de schuldeisers van de nalatenschap, die anders niet kunnen worden voldaan.