Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
05.311500.20ten laste gelegd dat:
05.081176.19ten laste gelegd dat:
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
3.De bewezenverklaring
05.311500.20heeft begaan, te weten dat:
of omstreeks19 september 2020 te Wageningen, in/uit een woning
en/of op een besloten erf waarop een woning stond,te weten [adres 2] , alwaar verdachte zich
buiten weten oftegen de wil van de rechthebbende bevond, een iPhone 5S telefoon,
in elk geval enig goed,die geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 9] , heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen;
of omstreeks18 september 2020 te Wageningen, in/uit een woning
en/of op een besloten erf waarop een woning stond,te weten [adres 3] , alwaar verdachte zich buiten weten
of tegen de wilvan de rechthebbende bevond,
/ofeen oplader en
/of een ofmeerdere
goudensieraden,
in elk geval enig
/of
/ofeen oplader en
/ofeen rugzak, die geheel of ten dele aan een ander
of omstreeksde periode van 18 september 2020 tot en met 19 september 2020 te
en/of op een besloten erf waarop een woning stond,te weten [adres 4] , alwaar verdachte zich buiten weten
of tegen de wilvan de rechthebbende bevond,
/ofeen Sony headset en
/ofeen oplader,
in elk geval enig goed, die geheel of ten dele aan een ander toebehoorden, te weten aan [slachtoffer 7] , en
/of
/ofPlaystation 4 spel en
/of eenLenovo Ideapad laptop en
/of
/ofeen Samsung Galaxy S6 telefoon en
/ofeen Tag Heuer horloge en
/ofeen Parnis Caliber horloge en
/ofeen portemonnee (met daarin een geldbedrag van ongeveer 45 euro
, althans enig geldbedrag) en
/ofeen spaarpot (met daarin een geldbedrag van ongeveer 400 euro
, althans enig geldbedrag) en
/ofeen Eastpack rugtas (met daarin een studentenkaart) en
/of een ofmeerdere opladers,
in elk geval enig goed, die geheel of ten dele aan een ander toebehoorden, te weten aan [slachtoffer 8] ,
en/of dat/die weg
, verbreking
of omstreeks19 september 2020 te Wageningen,
en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 5] ,
of tegen de wilvan de rechthebbende bevond,
en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengendoor middel van braak,
verbreking en/of inklimming,
/ofheeft geprobeerd die deur open te
of omstreeks19 september 2020 te Wageningen,
en/of op een besloten erf waarop een woning stond,te weten [adres 6] ,
of tegen de wilvan de rechthebbende bevond,
in elk geval enig goed,die geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te
en/of dat/die weg
braak, verbreking
of omstreeks19 september 2020 te Wageningen,
en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 7] ,
of tegen de wilvan de rechthebbende bevond,
en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengendoor middel van braak
, verbreking en/of inklimming, naar de
(voor)deur van die woning is gegaan en
/ofheeft geprobeerd die deur open te maken/breken,
05.081176.19heeft begaan, te weten dat:
of omstreeks14 oktober 2018, in de gemeente Wageningen
en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengendoor middel van braak
, verbreking en/of inklimming,
/of(vervolgens) een ruit/raam doorgeslagen/ingeslagen en
/ofzich in het kantoor van de pastorie begeven;
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
05.311500.20levert op:
05.081176.19levert op:
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vorderingen
[slachtoffer 9]tot vergoeding van de schade van de weggenomen telefoon voldoende onderbouwd. De rechtbank zal de vordering van € 50,- dan ook toewijzen, met toekenning van de wettelijke rente met ingang van 19 september 2020.
[slachtoffer 5]overweegt de rechtbank dat uit bijlage 2 van de vordering naar voren komt dat in de aanschafwaarde van de laptop zoals vermeld op het schadeformulier, een bedrag van € 247,89 is begrepen voor een koptelefoon (Beats Solo3). Omdat op basis van het dossier niet is vast te stellen dat in deze zaak (ook) een koptelefoon is weggenomen, zal de rechtbank dit bedrag in mindering brengen op de materiële schade zodat deze wordt vastgesteld op € 1.152,58, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 19 september 2020.
[slachtoffer 6], overweegt de rechtbank dat de (reparatie)kosten van een nieuw beeldscherm niet zijn veroorzaakt door het bewezenverklaarde feit en dateren van daarvoor. Verder overweegt de rechtbank dat de waarde van het beeldscherm reeds is inbegrepen in de (rest)waarde van de laptop. De rechtbank zal benadeelde ten aanzien van deze kostenpost dan ook niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. Omdat, zoals hierboven is vastgesteld, het beeldscherm van de laptop pas nieuw was, acht de rechtbank een schadebedrag van € 650,- voor de weggenomen laptop in dit geval voldoende onderbouwd en redelijk. De rechtbank stelt de totale materiële schade vast op € 650,- + € 23,10 voor de rugzak = € 673,10, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 19 september 2020.
[slachtoffer 8]te matigen. Daarbij is de rechtbank van oordeel dat de reparatiekosten voor de vernielde ruit in dit geval niet voor vergoeding in aanmerking komen. Uit de bij de vordering gevoegde stukken en hetgeen ter zitting is besproken, is namelijk naar voren gekomen dat deze schade niet wordt gedragen door benadeelde, maar door de eigenaar van het pand. Verder is de rechtbank van oordeel dat in het schadeverzoek ten onrechte geen afschrijvingspercentages zijn toegepast bij de hierin bepaalde waarde van Ideapad. Blijkens de overgelegde facturen en hetgeen benadeelde ter zitting desgevraagd naar voren heeft aangebracht, heeft hij deze aangeschaft in 2016. De kosten voor het Playstationspel bepaalt de rechtbank op basis van de overgelegde advertentie op € 46,99. Bij elkaar opgeteld, stelt de rechtbank de materiële schade schattenderwijs vast op € 1.759,23, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 19 september 2020. De rechtbank zal de benadeelde voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
9.De vordering tot tenuitvoerlegging (21.001189.19)
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
11.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
450 (vierhonderdvijftig) dagen;
404 (vierhonderdenvier) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
- zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
[slachtoffer 9]van € 50,-
[slachtoffer 5]van
[slachtoffer 5]voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade en smartengeld;
[slachtoffer 6]van € 673,10, (zeshonderd drieënzeventig euro en tien cent) aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 september 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
[slachtoffer 6]voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade en smartengeld;
[slachtoffer 8]van
[slachtoffer 8]voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;
[slachtoffer 9],
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 9] een bedrag van € 50,- (vijftig euro) te betalen aan materiële schade. Dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 september 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kan 1 dag gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 5] een bedrag van € 1.152,58 (duizend honderdtweeënvijftig euro en achtenvijftig cent) te betalen aan materiële schade. Dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 september 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 21 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;