Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
of omstreeksde periode van 12 oktober 2019 tot en met 13 oktober 2019 te
in elk geval in Nederland,
/ofbedreiging met
geweld ofeen andere
/of
)arm
(en)om haar schouders en
/ofmiddel heen te slaan en
/ofhaar mee te
/ofhaar tegen een muur te duwen
/drukken(waardoor verdachte die
/of
/ofte handelen terwijl die [slachtoffer 1] op de
/lag/zat(waardoor die [slachtoffer 1] in haar bewegingsvrijheid
/of
/of
, althans woorden van dergelijke aard/strekkingen
/of
verbale en/ofnon-verbale signalen van
/of
plegen en/ofdulden van
(en
)
/ofbillen;
of omstreeks29 april 2020 te Hoevelaken, gemeente
Nijkerk en/of
in elk geval inop het traject Hoevelaken – Barneveld Centrum,
in elk
/ofzich af te trekken.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vordering [slachtoffer 1]
- verlies aan verdienvermogen: € 222,53
- kleding: € 125,-
- telefoonkosten: € 25,-
9.De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummer 21/002838-16)
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
11.De beslissing
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
- veroordeelt verdachte in verband met het bewezenverklaarde feit onder nummer 1 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 372,53 aan materiële schade en € 3.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op € 68,31;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] , een bedrag te betalen van € 372,53 aan materiële schade en € 3.000,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 43 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;