Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[de moeder] ,
[de dochter],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 15 januari 2020
- de conclusie van repliek tevens houdende een wijziging van eis
- de conclusie van dupliek
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 25 januari 2021.
2.De feiten
Code donor: 1. K34.
anonieme donorenhebben gereserveerd in de spermabank van Ziekenhuis [het ziekenhuis] .
rb) overgedragen.
rb) kan de donor die voorafgaande aan de volledige inwerkingtreding daarvan zaadcellen of eicellen heeft afgestaan, tegenover de Stichting op schrift verklaren dat de op hem betrekking hebbende gegevens inzake geslachtsnaam, voornamen, geboortedatum en woonplaats niet worden verstrekt aan degene die weet of vermoedt dat hij is verwekt door en ten gevolge van kunstmatige bevruchting of aan diens ouders, indien een verzoek daartoe wordt gedaan.
3.Het geschil
- [het ziekenhuis] , versterkt met een dwangsom, zal veroordelen om de persoonsidentificerende gegevens (geslachtsnaam, voornamen, geboortedatum, en woonplaats) van K34 aan [de dochter] bekend te maken, binnen 14 dagen nadat uit DNA-onderzoek bij FIOM duidelijk is geworden dat er een gerede kans is dat zij is verwekt met het zaad van donor K34 en nadat aan [het ziekenhuis] een afschrift van het DNA-onderzoek is betekend;
- [het ziekenhuis] zal veroordelen om de kosten van dit DNA-onderzoek te vergoeden;
- [het ziekenhuis] zal veroordelen om aan [de moeder] te vergoeden de materiële schade ten bedrage van € 323,96 dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der opeisbaarheid, subsidiair vanaf de dag der procesinleiding, tot die der algehele voldoening;
- [het ziekenhuis] zal veroordelen om aan [de dochter] te vergoeden de materiële schade ten bedrage van € 441,42 dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der opeisbaarheid, subsidiair vanaf de dag der procesinleiding, tot die der algehele voldoening;
- [het ziekenhuis] zal veroordelen om aan [de dochter] te vergoeden de schade wegens studievertraging nader te begroten en te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der opeisbaarheid, subsidiair vanaf de dag der conclusie van repliek, tot die der algehele voldoening;
- [het ziekenhuis] zal veroordelen om aan [de moeder] te vergoeden de materiële schade ten bedrage van € 323,96 dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der opeisbaarheid, subsidiair vanaf de dag der procesinleiding, tot die der algehele voldoening;
- [het ziekenhuis] zal veroordelen om aan [de moeder] te vergoeden de immateriële schade ten bedrage van € 3.000,- dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment dat [het ziekenhuis] liet weten dat K34 bij nader inzien anoniem wilde zijn (15 september 2017);
- [het ziekenhuis] zal veroordelen om aan [de dochter] te vergoeden de materiële schade ten bedrage van € 441,42 dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der opeisbaarheid subsidiair vanaf de dag der procesinleiding tot die der algehele voldoening;
- [het ziekenhuis] zal veroordelen om aan [de dochter] te vergoeden de schade wegens studievertraging, nader te begroten en te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der opeisbaarheid, subsidiair vanaf de dag der conclusie van repliek, tot die der algehele voldoening;
- [het ziekenhuis] zal veroordelen om aan [de dochter] te vergoeden de immateriële schade ten bedrage van € 5.000,- dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment dat [het ziekenhuis] liet weten dat K34 bij nader inzien anoniem wilde zijn (15 september 2017);
- [de moeder] bij het aangaan van de overeenkomst ten onrechte niet heeft geïnformeerd over het aanhangige wetsvoorstel dat erin voorzag dat een bekende donor alsnog anoniem kon worden en dan niet tot bekendmaking van zijn identiteit zou kunnen worden overgegaan,
- niet alleen anonieme donoren maar ten onrechte ook, uit eigen beweging zonder verzoek van een donorkind, de bekende donor K34 heeft aangeschreven met de vraag of hij een anonieme of bekende donor wilde zijn,
- met K34 alsnog anonimiteit is overeengekomen en zij daarmee onzorgvuldig handelt tegenover [eiseressen] die een rechtmatig belang hebben bij het verkrijgen van afstammingsinformatie,
- ter invulling van haar verplichting de nodige nazorg te verlenen in het kader van de inseminatieovereenkomst, [de moeder] ten onrechte niet heeft geïnformeerd over de inwerkingtreding van de WDKB en het risico dat K34 zijn status als bekende donor zou wijzigen en [de moeder] aldus de mogelijkheid heeft ontnomen om [de dochter] daarover juist te informeren.
4.De beoordeling
.
- het schenden van de informatieplicht door [het ziekenhuis] door [de moeder] bij het aangaan van de behandelingsovereenkomst in 1997 niet te informeren over het wetsvoorstel voor de WDKB en de daarin opgenomen overgangsbepaling,
- het actief benaderen van K34 in strijd met de WDKB,
- het aangaan van een geheimhoudingsovereenkomst met K34,
- gebrekkige nazorg doordat [het ziekenhuis] [de moeder] niet heeft geïnformeerd dat de inwerkingtreding van de WDKB op 22 mei 2002 in het Staatsblad was verschenen.
informed consent-verplichting in 1997 en de schade (randnummer 51 e.v. conclusie van repliek). Deze schade kan dan hooguit daarin bestaan dat [de moeder] in haar zelfbeschikkingsrecht is aangetast. Zie HR 23 november 2001, ECLI:NL:HR:2001:AD3963. In dat geval kan toewijzing van immateriële schade aan [de moeder] zijn aangewezen. De tot vergoeding van haar immateriële schade strekkende vordering is in 4.22. echter al om andere reden niet toewijsbaar geoordeeld. De omkeringsregel is reeds daarom hier verder niet meer van belang.
1.689,00(3,0 punten × tarief € 563,00)