In deze zaak vorderde [eisende partij c.s.] dat de rechtbank Achmea c.s. zou veroordelen tot afgifte van alle stukken en correspondentie met betrekking tot de schade aan hun woning, die was ontstaan door waterschade. De rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, behandelde de zaak op basis van artikel 843a Rv, dat het mogelijk maakt om inzage in bepaalde bescheiden te vorderen indien er een rechtmatig belang is. De rechtbank oordeelde dat [eisende partij c.s.] een rechtmatig belang had bij de gevraagde stukken, aangezien deze relevant waren voor het bepalen van hun rechtspositie in de schadevergoedingprocedure tegen [gedaagde sub 4]. Achmea had de aansprakelijkheid van [gedaagde sub 4] erkend, wat de basis vormde voor de vordering van [eisende partij c.s.]. De rechtbank oordeelde dat de gevraagde stukken voldoende concreet waren omschreven en dat er geen sprake was van een 'fishing expedition'. De vordering tegen Achmea werd toegewezen, terwijl de vorderingen tegen [gedaagde sub 4], [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 2] werden afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.