In de periode van 8 december 2010 tot 8 april 2011 zijn de volgende stappen gezet. Bij het locatiebezoek op 8 december 2010 zijn [eisers] c.s. en [naam 3] aanwezig en op uitnodiging van [naam 1] ook G. [naam 8] (Tauw) en [naam 6] (asbestsaneerder). Bij brief van 10 december 2010 heeft G. [naam 8] de situatiebeschrijving/opname vastgelegd.
Op 11 december 2010 is een voorschot van € 20.000,00 aan [eisers] c.s. betaald.
Op 13 december 2010 heeft [naam 1] aan [naam 3] akkoord gevraagd op zijn voorstel om op basis van de opname van G. [naam 8] (Tauw) een offerte te vragen voor 7 opties.
Op 14 december 2010 heeft [naam 3] een en ander met toelichting bevestigd met daarin de afspraak dat zowel [naam 6] als Ureco benaderd zal worden om volgens de 7 opties te offreren. Hij heeft vermeld dat hij de komende weken vrijaf neemt en per email bereikbaar is.
Op 22 december 2010 zijn de offertes door [naam 1] ontvangen en in een overzicht verwerkt en doorgestuurd naar [naam 3] . Er is een groot prijsverschil tussen Ureco (€ 120.879,00) en [naam 6] (€ 74.100,00). [naam 1] vraagt om telefonisch te overleggen over hoe verder. Op 29 december 2010 heeft [naam 1] [naam 3] herinnerd aan zijn email van 23 december 2010 waarin [naam 3] heeft geschreven dat hij de volgende dag contact zou opnemen, wat is uitgebleven, met het verzoek nog deze week te reageren.
Op 11 januari 2011 hebben [naam 1] en [naam 3] telefonisch afgesproken dat een aanvullende asbestinventarisatie moet plaatsvinden om de besmetting rondom het gebouw, en op de zolder in kaart te brengen. De aanvullende asbestinventarisatie zal plaatsvinden op 21 januari 2011 door P. [naam 13] van Tauw. Opgegeven is welke zaken minimaal in de rapportage moeten zijn opgenomen: asbestbesmetting buiten het gebouw t.g.v. hagel, asbestbesmetting t.g.v. hagel op plafonds en asbestbesmetting in de champignonkwekerij t.g.v. hagel. Dit e-mailbericht van 19 januari 2011 is ook aan [eisers] c.s. gestuurd. Tevens staat op 21 januari 2011 overleg gepland tussen [eisers] , [naam 3] en [naam 1] over de hoofdlijnen van de inhoudelijke schadevaststelling. Planning van de asbestrapportage: 28 januari 2011.
Na het overleg van vrijdag 21 januari 2011 heeft [naam 1] aan [naam 3] en [eisers] c.s. de samenvatting van de overeengekomen schaderegeling gestuurd met de vraag om uiterlijk aanstaande maandag op- e/o aanmerkingen te laten weten, zodat [naam 1] het kan voorleggen aan de schadeafdeling voor de berekening van de aanvullende dekking. Hij heeft [naam 6] geïnformeerd over de ophanden zijnde opdracht en de gewenste voortgang. Na akkoord van [naam 3] met de vraag over de aanvullende dekking heeft [naam 1] op 24 januari 2011 de schadeopstelling inclusief de aanvullende dekking aan [naam 3] gestuurd.
Op 1 februari 2011 heeft [naam 1] aan [eisers] c.s. en [naam 6] de digitale versie van het asbestinventarisatierapport van Tauw doorgestuurd met aan [naam 6] de vraag om de vergunning met voorrang aan te vragen. [eisers] c.s. heeft naar aanleiding van het asbestinventarisatierapport op 3 februari 2011 een reactie gestuurd aan onder meer de tussenpersoon [naam 5] (Rabobank) en [naam 3] met een aantal punten waarop het rapport van Tauw volgens hem niet volledig is. [naam 5] heeft dit met [naam 1] gecommuniceerd.
[naam 1] heeft op 10 februari 2011 via [naam 5] aan [eisers] c.s. gevraagd per email de vragen/twijfels en de te verwachten problemen omtrent de asbestinventarisatie te benoemen. Op 15 februari 2011 is een bespreking gepland met adviseurs van Chatil B.V., [naam 10] en [naam 11] , in aanwezigheid van [eisers] c.s. , [naam 3] en [naam 1] . [eisers] c.s. is bang dat de onvolledigheid van het rapport van Tauw problemen kan geven met de huurder.
Ook op 15 februari 2011 hebben [eisers] c.s. en [naam 5] met [naam 1] en [naam 12] van [naam 6] gesproken over het niet complete rapport van Tauw. [naam 1] heeft met G. [naam 8] (Tauw) contact opgenomen om met spoed een aanvulling op de asbestinventarisatie uit te brengen. Deze is op 24 februari 2011 verricht. Op basis hiervan heeft [naam 6] op 24 februari 2011 een offerte voor het verwijderen van asbest en herstel van het dak uitgebracht die sluit op € 82.950,00. In verband met vragen van [eisers] c.s. over de offerte van [naam 6] heeft op 17 maart 2011 overleg plaatsgevonden tussen [naam 7] (SAR), [naam 5] (Rabobank), [naam 3] en [eisers] c.s. Tijdens dit overleg is ook aan de orde geweest dat [eisers] c.s. in een vaststellingsovereenkomst een voorbehoud wil voor schade door vertraagde afwikkeling, zoals de schadeclaim van de huurder en de vaste kosten die normalerwijs door de huurder zouden zijn gedragen, en voor onvoorziene kosten die het door [eisers] c.s. met Achmea afgesproken bedrag van € 15.000,00 overstijgen. [naam 3] heeft de standpunten van [eisers] c.s. doorgegeven aan [naam 1] .
Intussen heeft ing. [naam 11] namens Chatil B.V. van Achmea een reactie gevraagd op de door Chatil B.V. te lijden schade doordat de kwekerij niet beschikbaar is. Hierop komt op 23 maart 2011 van Achmea een reactie die inhoudt dat de aansprakelijkheidsverzekering alleen schade aan zaken dekt en geen bedrijfsschade.
Op 24 maart 2011 heeft [naam 1] gereageerd op de vragen en opmerkingen van [naam 3] over de offerte van [naam 6] . Op dezelfde datum heeft [naam 1] de standpunten van [eisers] c.s. besproken en een bijgewerkte schadeopstelling van 24 februari 2011 gestuurd aan [naam 3] , [naam 5] en [eisers] c.s. Met name de door de huurder te betalen doorlopende kosten zijn geen materiële schade volgens [naam 1] .
Op 31 maart 2011 heeft [eisers] c.s. van [naam 12] ( [naam 6] ) de offerte voor de saneringswerkzaamheden ontvangen en van de advocaat van de bestuurder van Chatil B.V. een aansprakelijkheidsstelling met een sommatie tot betaling van een voorschot van € 125.000,00.
Op 1 april 2011 heeft [naam 3] aan [naam 1] de telefonische afspraak bevestigd dat [naam 1] overgaat tot het opstellen van de akte van taxatie. Even later heeft [naam 3] aan [eisers] c.s. en [naam 7] (SAR) gemaild dat met [naam 1] nog gesproken is over de isolatie, de voorbehouden en de afwikkeling. Wat betreft de isolatie vermeldt [naam 3] dat [naam 1] de noodzaak om isolatie weg te halen om te saneren niet deelt, verwijzend naar de asbestinventarisatie en de offerte voor de saneerwerkzaamheden die hiervan geen melding maken. Het risico op schade aan de isolatieplaten in het werk is voor [naam 6] . Voor reparatie van isolatieplaten beschadigd door storm/hagel is een bedrag van € 500,00 opgenomen.
Op 4 april 2011 heeft [naam 1] de schadeopstelling van [naam 6] , zijn schadeopstelling en de akte van taxatie ondertekend aan [naam 3] gestuurd.
Op 4 april 2011 heeft [naam 7] (SAR) aan [eisers] c.s. geschreven dat de vertragingsschade discussie los moet staan van de afwikkeling van de materiële stormschade. De zaak dreigt volgens [naam 7] daarop stil te vallen. Door de stormschade af te wikkelen kan een begin gemaakt worden met de feitelijke herstelwerkzaamheden. Hij stelt voor dat [naam 1] en [naam 3] de vaststellingsovereenkomst gaan voorbereiden.
Op 8 april 2011 heeft [eisers] c.s. de door hem getekende offerte naar [naam 6] gestuurd.