Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
- [kind 1], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
- [kind 2], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
- [kind 3], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] .
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 28 januari 2021 uitspraak gedaan over de wijziging van de kinderalimentatie in het kader van de financiële gevolgen van de coronamaatregelen. De man, die een horecaonderneming heeft, verzocht om een tijdelijke verlaging van de kinderalimentatie vanwege een significant inkomensverlies door de coronamaatregelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het inkomensverlies van de man niet verwijtbaar is en dat het op termijn voor herstel vatbaar is. De rechtbank heeft de hoogte van de kinderalimentatie verlaagd tot € 323 per kind per maand, ingaande op 1 april 2020, en bepaald dat de oude bijdrage van € 516 per kind per maand herleeft op 1 januari 2022. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de man de alimentatie bij vooruitbetaling moet voldoen en dat de proceskosten door beide partijen zelf gedragen moeten worden. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de alimentatie ook betaald moet worden als er hoger beroep wordt ingesteld.