ECLI:NL:RBGEL:2021:1004

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
10 februari 2021
Publicatiedatum
3 maart 2021
Zaaknummer
05/720039-20, 03/165261-17 (tul) en 20/003371-17 (tul)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van poging tot doodslag en diefstal met geweld

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 10 februari 2021 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 25-jarige man uit Nijmegen, die werd beschuldigd van medeplegen en medeplichtigheid aan een gekwalificeerde poging tot doodslag en diefstal met geweld. De verdachte was op het moment van de zitting gedetineerd in de JJI De Hunnerberg in Nijmegen. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 3 maart 2020 in Velp, waar de verdachte samen met medeverdachten de woning van het slachtoffer binnenging met de intentie om hem te beroven. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 24 maanden, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank kwam tot de conclusie dat de verdachte niet op de hoogte was van het plan van de medeverdachten om een ripdeal te plegen en dat hij niet medeplichtig was aan de geweldsdelicten die door zijn medeverdachten waren gepleegd. De rechtbank sprak de verdachte integraal vrij van alle tenlastegelegde feiten en hefte het bevel tot voorlopige hechtenis op. Tevens werden de vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerder opgelegde voorwaardelijke straffen afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers: 05/720039-20, 03/165261-17 (tul) en 20/003371-17 (tul)
Datum uitspraak : 10 februari 2021
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1993 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] ,
op dit moment gedetineerd in de JJI De Hunnerberg in Nijmegen.
Raadsman: mr. E.G.S. Roethof, advocaat in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen
van 1 september en 4 november 2020 en 27 januari 2021.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is na toewijzing van een vordering tot nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
Primair
hij op of omstreeks 3 maart 2020 te Velp, gemeente Rheden, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een persoon, genaamd [slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet, met zijn mededader(s), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, die [slachtoffer]
- ( (in zijn woning) heeft/hebben aangevallen en/of vastgepakt en/of -(met kracht) in/tegen het gezicht en/of op/tegen het hoofd en/althans elders op/tegen het lichaam heeft/hebben gestompt en/of geslagen en/of getrapt en/of geschopt en/of
  • (met kracht) met een stofzuigerslang en/of een of meer (harde) voorwerpen op/tegen het hoofd en/althans (elders) op/tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en/of
  • (met kracht) met een of meer messen, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, in zijn gezicht en/of hoofd en/of schouder en/althans (elders) in het lichaam heeft/hebben gestoken en/of gesneden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welke voor omschreven poging tot doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten een diefstal met geweld (in vereniging) van een auto en/of autosleutels en/of geld en/of sieraden en/of een mobiele telefoon en/of bankpassen, in elk geval enig goed (gepleegd tegen die [slachtoffer] ),
welke poging tot doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan andere deelnemer(s) aan dat feit straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt:
Subsidiair
hij op of omstreeks 3 maart 2020 te Velp, gemeente Rheden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een auto en/of autosleutels en/of geld en/of sieraden en/of een mobiele telefoon en/of bankpassen en/of verdovende middelen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] , heeft weggenomen in/uit een woning gelegen aan de [adres 2] , met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer]
  • thuis opgezocht en/of in diens woning aangevallen en/of vastgepakt en/of
  • (met kracht) in/tegen het gezicht en/of op/tegen het hoofd en/althans elders op/tegen het lichaam gestompt en/of geslagen en/of getrapt en/of geschopt en/of
  • (met kracht) met een stofzuigerslang en/of een of meer (harde) voorwerpen op/tegen het hoofd en/althans (elders) op/tegen het lichaam geslagen en/of
  • (met kracht) met een of meer messen, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, in zijn gezicht en/of hoofd en/of schouder en/althans (elders) in het lichaam gestoken en/of gesneden en/of
  • tegen die [slachtoffer] gezegd "als je niet aangeeft waar het geld ligt wordt je vermoord" en/of "Ik steek je neer, je gaat dood" en/of "Ik snij je keel door" en/of "of moet ik je een stomp geven. Shut up, blijf liggen" en/of "ga je me netjes vertellen waar alles ligt ja, waar ligt die shit" en/of "waar is dat geld. Zeg het me nu of ik snij je keel door" en/of " [slachtoffer] , je gaat mij nu vertellen waar het geld ligt" en/of "je gaat met ons mee in de auto. Mes gaat in je nek. Als je 1 lawaaitje maakt ga ik je doodsteken", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
Meer subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 3 maart 2020 te Velp, gemeente Rheden, althans in Nederland, ter uitvoering van het door die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een persoon, genaamd [slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet, met zijn mededader(s), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, die [slachtoffer]
  • (in zijn woning) heeft/hebben aangevallen en/of vastgepakt en/of
  • (met kracht) in/tegen het gezicht en/of op/tegen het hoofd en/althans elders op/tegen het lichaam heeft/hebben gestompt en/of geslagen en/of getrapt en/of geschopt en/of
  • (met kracht) met een stofzuigerslang en/of een of meer (harde) voorwerpen op/tegen het hoofd en/althans (elders) op/tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en/of
  • (met kracht) met een of meer messen, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, in zijn gezicht en/of hoofd en/of schouder en/althans (elders) in het lichaam heeft/hebben gestoken en/of gesneden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welke vooromschreven poging tot doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten een diefstal met geweld (in vereniging) van een auto en/of autosleutels en/of geld en/of sieraden en/of een mobiele telefoon en/of bankpassen, in elk geval enig goed (gepleegd tegen die [slachtoffer] ),
welke poging tot doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan andere deelnemer(s) aan dat feit straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 maart 2020 tot en met 3 maart 20202, te Velp, gemeente Rheden en/of in Arnhem en/althans (elders) in Nederland,
opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door
  • met een door verdachte bestuurde auto die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] naar Velp te rijden en/of naar de woning van die [slachtoffer] te brengen en/althans met die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] naar Velp te rijden en/of
  • met die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] mee naar binnen te gaan in de woning van die [slachtoffer] ;
Meest subsidiair:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 3 maart 2020 te Velp, gemeente Rheden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een auto en/of autosleutels en/of geld en/of sieraden en/of een mobiele telefoon en/of bankpassen en/of verdovende middelen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] , heeft weggenomen in/uit een woning gelegen aan de [adres 2] , met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer]
  • thuis opgezocht en/of in diens woning aangevallen en/of vastgepakt en/of
  • (met kracht) in/tegen het gezicht en/of op/tegen het hoofd en/althans elders op/tegen het lichaam gestompt en/of geslagen en/of getrapt en/of geschopt en/of
  • (met kracht) met een stofzuigerslang en/of een of meer (harde) voorwerpen op/tegen het hoofd en/althans (elders) op/tegen het lichaam geslagen en/of
  • (met kracht) met een of meer messen, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, in zijn gezicht en/of hoofd en/of schouder en/althans (elders) in het lichaam gestoken en/of gesneden en/of
  • tegen die [slachtoffer] gezegd "als je niet aangeeft waar het geld ligt wordt je vermoord" en/of "Ik steek je neer, je gaat dood" en/of "Ik snij je keel door" en/of "of moet ik je een stomp geven. Shut up, blijf liggen" en/of "ga je me netjes vertellen waar alles ligt ja, waar ligt die shit" en/of "waar is dat geld. Zeg het me nu of ik snij je keel door" en/of " [slachtoffer] , je gaat mij nu vertellen waar het geld ligt" en/of "je gaat met ons mee in de auto. Mes gaat in je nek. Als je 1 lawaaitje maakt ga ik je doodsteken", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 maart 2020 tot en met 3 maart 20202, te Velp, gemeente Rheden en/of in Arnhem en/althans (elders) in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door
  • met een door verdachte bestuurde auto die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] naar Velp te rijden en/of naar de woning van die [slachtoffer] te brengen en/althans met die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] naar Velp te rijden en/of
  • met die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] mee naar binnen te gaan in de woning van die [slachtoffer] .

2.De standpunten

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair, subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde. Het meest subsidiair tenlastegelegde –medeplichtigheid aan diefstal met geweld– kan volgens de officier wettig en overtuigend worden bewezen. Hiertoe heeft hij aangevoerd dat verdachte, gelet op het vooraf gemaakte plan, wist of had moeten weten dat men uit was op geld en/of drugs bij [slachtoffer] . Verdachte had volgens de officier, in elke geval in voorwaardelijke zin, opzet op dat gronddelict. Verdachte heeft medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] naar de plaats delict gebracht. Hij is ook de woning in gegaan. Hij is daarmee medeplichtig aan de overval op [slachtoffer] . De verklaring van verdachte, die er op neer komt dat verdachte niet af wist van het plan om een ripdeal te plegen en alleen mee was om wiet te kopen, vindt de officier onaannemelijk.
Hij heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht. Daarnaast heeft de officier oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM, ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht) gevorderd. Ten slotte heeft hij gevorderd het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op te heffen.
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit.

3.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair, subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde. In het dossier bevindt zich onvoldoende wettig en overtuigend bewijs.
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat verdachte ook dient te worden vrijgesproken van het meest subsidiair tenlastegelegde, te weten medeplichtigheid aan diefstal met geweld.
Uit het dossier volgt dat verdachte de bestuurder was van de auto waarin ook medeverdachte [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zaten, dat zij met zijn drieën in die auto op 3 maart 2020 naar de woning van aangever [slachtoffer] zijn gereden en dat zij met zijn drieën die woning in zijn gegaan. Verder blijkt uit de camerabeelden van een camera in de woonkamer van [slachtoffer] dat verdachte na binnenkomst op de bank gaat zitten en al vrij snel de woning weer verlaat. Hij doet dat op het moment de camera hevig begint te schudden en er veel lawaai te horen is. Uiteindelijk hebben medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] [slachtoffer] die avond levensbedreigend verwond en hebben zij meerdere goederen uit zijn woning weggenomen. Verdachte heeft verklaard dat hij niet op de hoogte was van het plan van de medeverdachten om een ripdeal te plegen, hij was daar enkel om wiet te kopen. Op het moment dat hij een klap hoorde, is hij weggegaan.
De rechtbank is van oordeel dat het dossier geen wettig en overtuigend bewijs bevat dat verdachte wist van het plan van de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] om een ripdeal te plegen en dat hij met dat opzet hen naar de woning van [slachtoffer] heeft gebracht. De bewijsmiddelen in het dossier over de voorbereiding van de ripdeal (app berichten tussen [medeverdachte 2] en [slachtoffer] op 28 februari en app berichten tussen [medeverdachte 2] en ene ‘Ratt’ over het plannen van een ripdeal) leveren geen bewijs op voor wetenschap van de ripdeal bij verdachte op het moment dat zij naar de woning reden. Nergens blijkt uit dat de medeverdachten dit plan met verdachte hadden gedeeld. Het feit dat hij de woning direct verlaat op het moment dat de situatie escaleert, wijst eerder op het tegendeel. Het (voorwaardelijk) opzet op de diefstal met geweld kan aldus niet worden bewezen. Verdachte zal daarom ook van het meest subsidiair tenlastegelegde worden vrijgesproken.
4.
De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummers 03/165261-17 en 20/003371-17 )
De politierechter van de rechtbank Limburg heeft verdachte op 18 oktober 2017 veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 week (parketnummer 03/165261-17).
Het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch heeft verdachte op 9 mei 2018 veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 weken (parketnummer 20/003371-17).
Nu de rechtbank niet tot een bewezenverklaring komt, zullen de vorderingen tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.

5.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte integraal vrij van het tenlastegelegde;
 heft op het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis;
 wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke opgelegde straf onder parketnummer 03/165261-17;
 wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke opgelegde straf onder parketnummer 20/003371-17.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Jansen (voorzitter), mr. J.J.H. van Laethem en mr. S.H. Keijzer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.M.P. van der Meulen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 10 februari 2021.
mr. S.H. Keijzer is buiten staat om dit vonnis mede te ondertekenen.