2.11.In opdracht van [eisende partij] heeft [naam 1] (hierna: “[naam 1]”) een onderzoek verricht naar de door [eisende partij] ervaren geuroverlast. Op 20 november 2019 heeft [naam 1] gerapporteerd. Het rapport van [naam 1] luidt, voor zover relevant:
“(…) Het onderzoek geurhinder is uitgevoerd op donderdag 3 oktober 2019. Het onderzoek naar de blootstelling aan vluchtige organische stoffen is gedurende twee weken uitgevoerd tussen donderdag 3 oktober en donderdag 17 oktober 2019.
(…)
Opzet onderzoek
De bewoners hebben naar aanleiding van de klachten 4 vragen over de geurhinder die zij
graag beantwoord willen zien::
1. Is er sprake van geurhinder in de woning aan de [adres 2]?
2. Hoe ernstig is deze geurhinder?
3. Waardoor wordt deze geurhinder veroorzaakt?
4. Op welke wijze kan deze geurhinder worden weggenomen?
Daarnaast zijn metingen naar de aanwezigheid van vluchtige organische stoffen in de
ruimtelucht van de woning uitgevoerd. Dit om vast te stellen welke stoffen het betreft en wat
de concentraties zijn zodat een inschatting kan worden gemaakt van het mogelijke risico op
gezondheidsschade.
Uitvoering onderzoek
Het onderzoek geurhinder is uitgevoerd door een lid van het geurpanel van [naam 1]. Deelname aan het geurpanel is alleen toegestaan bij een gemiddeld reukvermogen. Het panellid is getest waarbij een gemiddeld reukvermogen is vastgesteld. De geurhinder wordt door het panellid tweeledig beoordeeld. Een waargenomen geur wordt op intensiteit (zwaarte) beoordeeld op een schaal va 1-6 en er wordt een zogenaamde hedonische waarde, een maat voor de (on-)aangenaamheid en potentieel hinderlijkheid, toegekend aan een waargenomen geur op een schaal van -4 to +4.
Geurhinder
Bij binnenkomst in de woning constateren zowel het panellid als de medewerker [naam 1] dat een duidelijke specifieke geur aanwezig is. Dezelfde specifieke geur is door beiden overal in de ruimtelucht van de woning waargenomen en eveneens bij de uitlaat van de afzuiging van de winkel. Op meerdere plaatsen in de woning is door spleten tussen de vloer en de wanden een luchtstroom voelbaar, de luchtstroom gaat de woning in. De sterkte van de geur is vlak bij de spleten hoger dan in de ruimtelucht. De geur is door beide medewerkers van [naam 1] gekarakteriseerd als wierook/olie/geurkaars.
(…)
De geurhinder is door beide medewerkers van [naam 1] beoordeeld als zeer ernstig.
Blootstelling aan vluchtige organische stoffen
De metingen zijn gedurende twee weken met diffusiebadge uitgevoerd.
De badges zijn geanalyseerd op 187 verschillende veel gebruikte oplosmiddelen door het Laboratorium voor Arbeids- en Milieuhygiëne van de Katholieke Universiteit van Leuven.
(…)
Opvallend is ethylacetaat, waarvan bekend is dat deze als oplosmiddel gebruikt worden in producten waarmee doelbewust geur verspreid wordt. (…)
Van vluchtige organische stoffen is bekend dat blootstelling kan leiden tot lichamelijke
klachten en schade aan de gezondheid. (…)
Conclusies en advies
De vragen uit het opzet onderzoek worden hieronder beantwoord:
1. Is er sprake van geurhinder in de woning aan de [adres 2]?
Ja, er is sprake van geurhinder.
2. Hoe ernstig is deze geurhinder?
De geurhinder is door beide medewerkers van [naam 1] beoordeeld als zeer ernstig.
3. Waardoor wordt deze geurhinder veroorzaakt?
In het onderzoek zijn de volgende zaken waargenomen:
- Op alle onderzochte plekken in de woning en bij de uitlaat van de afzuiging van de
winkel is zowel door het panellid als door de medewerker [naam 1] dezelfde
specifieke geur waargenomen.
- In de woning is op meerdere plaatsen een luchtstroom waargenomen die loopt vanaf
de winkel richting de woning. De intensiteit van de geur is vlak bij deze spleten hoger
dan in de ruimtelucht.
- In de ruimtelucht zijn vluchtige organische stoffen aangetoond, met name
ethylacetaat, waarvan bekend is dat deze als oplosmiddel gebruikt worden in
producten waarmee doelbewust geur verspreid wordt.
Alle genoemde waarnemingen bevestigen dat [gedaagde sub 1] de bron is van de geurhinder
en blootstelling.
4. Op welke wijze kan deze geurhinder worden weggenomen?
Geadviseerd wordt om maatregelen te nemen gebaseerd op het hygiënische principe
van scheiding van bron en ontvanger. Voorkomen dient te worden dat de ruimtelucht
in de woning inpandig in contact kan komen met de ruimtelucht van de winkel.
Het pand heeft als bouwjaar 1901 en is een gemeentelijk monument. Door de aanwezigheid
van kieren en spleten komt lucht vanuit de winkel in de woning en is het pand op dit moment ongeschikt voor het gecombineerde gebruik van opslag en verkoop van, sterk, geurende goederen ([adres 1]) en bewoning ([adres 2]). (…)”