ECLI:NL:RBGEL:2020:865
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- L. van Gijn
- H.J. Klein Egelink
- I.A.M. van Boetzelaer-Gulyas
- Rechtspraak.nl
Toekenning Indicatie Banenafspraak en procesbelang in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 12 februari 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de toekenning van een Indicatie Banenafspraak aan eiseres. Eiseres, die niet in staat is het wettelijk minimumloon te verdienen, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) dat haar bezwaar ongegrond verklaarde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de mate van arbeidsongeschiktheid niet ter beoordeling stond in het bestreden besluit, maar enkel de vraag of eiseres het wettelijk minimumloon kan verdienen. Tijdens de zitting op 5 augustus 2019 is eiseres verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde, en heeft verweerder zich laten vertegenwoordigen door E. van den Brink. De rechtbank heeft het onderzoek heropend en partijen de gelegenheid gegeven om hun standpunten verder toe te lichten. Eiseres heeft gesteld dat het medisch en arbeidskundig onderzoek niet zorgvuldig is verricht en dat zij volledig afgekeurd wenst te worden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiseres geen procesbelang heeft, omdat het bestreden besluit niet de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid betreft, maar enkel de vraag of zij in staat is het minimumloon te verdienen. Aangezien eiseres niet het beoogde doel met haar beroep kan bereiken, heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken.