Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
- Producten van het bedrijf van mijn vrouw (OTN Implants BV) betreffen producten die uitsluitend door de afdeling Heelkunde van het Radboudumc worden ingekocht. De afdeling Revalidatie koopt geen producten en/of diensten in van OTN Implants BV. Als arts ben ik niet betrokken bij het voorschrijven/inkopen van producten van OTN Implants BV. Ik verklaar hierbij geen bemoeienissen te hebben, noch sturend invloed uit te oefenen, op het inkoopbeleid (volumina/prijzen) van de afdeling Heelkunde van het Radboudumc.
- De afdeling Heelkunde zal door de afdeling Revalidatie worden geadviseerd een transparant beleid (richtlijn) te hanteren bij de selectie en inkoop van osseointegratieproducten.
- Ik verklaar bij publieke presentaties en beleidszaken niet wervend op te treden met betrekking tot de osseointegratiebehandeling en osseointegratieproducten.
- Ik verklaar dat ik, in mijn rol als voorzitter van de Amputee Osseointegration Foundation Europe (AOFE), transparant en onpartijdig zal zijn met betrekking tot vermelding en beoordeling van osseointegratieklinieken in Europa en osseointegratieproducten in het algemeen.”
- Stichting AOFE foundation Nijmegen:
- Onuferova Holding BV Nijmegen
- OTN Implants BV Arnhem
- AOFE Clinics BV Nijmegen
- Stichting AOFE Clinics Arnhem
- OTN Innovations BV Nijmegen
3.Het verzoek
4.De beoordeling van het verzoek
over en weer. Als dat zo zou zijn dan is voortzetting van het dienstverband inderdaad niet zinvol. Het is echter niet gebleken dat [verwerende partij] dit zo ervaart en beleeft. Radboudumc heeft geen bewijs bijgebracht van haar stellingen (pleitnota mr. Hoving , p. 11) dat [verwerende partij] intern heeft laten weten te willen streven naar ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst door de rechter, en extern al heeft laten doorschemeren weg te gaan bij Radboudumc vanwege een persoonlijk conflict met het afdelingshoofd Revalidatie. Deze stellingen staan ook haaks op het door [verwerende partij] gevoerde verweer in deze procedure en zijn presentatie ter zitting. Voorafgaande correspondentie bevat evenmin dergelijke elementen, integendeel het is steeds [verwerende partij] geweest die aandringt op het benutten van de mogelijkheid om constructief in de toekomst met elkaar samen te werken (zie onder 2.17, 2.22 en met name 2.23). Het mag ook niet worden opgehangen aan de incidentele ontremming in de e-mail d.d. 18 augustus 2019 (zie onder 2.26), waarover hierna meer.
de leidingvan de afdeling Revalidatie een verstoorde arbeidsverhouding beleeft. Dat is ter zitting wel voldoende gebleken. Daarmee staat echter nog geenszins vast dat die verstoring in redelijkheid ook als voldoende ernstig en duurzaam valt te kwalificeren. Het problematische in de opstelling van Radboudumc zit namelijk hierin dat dit verstoringsaspect grotendeels samenvalt met alle verwijten die aan het adres van [verwerende partij] zijn gemaakt, terwijl hij voor het overgrote deel daarvan nu juist al disciplinair is gestraft. Als vervolgens op grond van hetzelfde feitencomplex, dat voor de e-grond is gewogen maar te licht is bevonden, direct kwalificaties als ‘onhoudbaar en ‘onwerkbaar’ worden toegevoegd zonder bijkomende feiten en omstandigheden, dreigt de g-grond de omleidingsroute te worden voor de zwaarst denkbare sanctie die niet past in het strafregime van de cao. Dergelijke bijkomende feiten en omstandigheden zouden kunnen blijken uit een problematisch geworden werksfeer die belastend is voor de onderlinge verhoudingen en de voortgang van het werk.