ECLI:NL:RBGEL:2020:794

• Datum uitspraak: 31 januari 2020
• Publicatiedatum: 7 februari 2020
• Zaaknummer: C/05/365505 / FZ RK 20/210
• Instantie: Rechtbank Gelderland
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht; Personen- en familierecht
• Procedures: Beschikking
• Rechters: A.J.J.M. Weijnen
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)

Op 31 januari 2020 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek was ingediend door de officier van justitie en betrof een betrokkene die lijdt aan een bipolaire stoornis, met een manisch ontremd toestandsbeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene ernstig nadeel veroorzaakte in haar omgeving, waaronder overlast voor buren en brandgevaarlijk gedrag. De betrokkene had geen ziektebesef en er waren geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk was om de geestelijke en fysieke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren.

Tijdens de mondelinge behandeling waren de betrokkene, haar advocaat, en enkele zorgprofessionals aanwezig. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de voorgestelde verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, evenredig en effectief is. De zorgmachtiging werd verleend voor een periode van 26 weken, tot en met 28 juli 2020. De beschikking is mondeling gegeven en op 7 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Familie- en jeugdrecht

Zittingsplaats: Zutphen

Zaakgegevens: C/05/365505 / FZ RK 20/210

Datum mondelinge uitspraak: 31 januari 2020

schriftelijke uitwerking van de mondelinge uitspraak machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[betrokkene] (echtgenote van [echtgenoot] ),

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,

wonende [adres] , [postcode] te [woonplaats] ,

verblijvende te GGZ Centraal, locatie [verblijfplaats] te [verblijfplaats] ,

op grond van een machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel,

geldende tot en met 28 januari 2020,

hierna te noemen: betrokkene,

advocaat: mr. C. Lamphen te Utrecht.

1. Procesverloop

1.1.

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op
28 januari 2020.

1.2.

De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 31 januari 2020, op de locatie GGZ Centraal, locatie [verblijfplaats] te [verblijfplaats] .

1.3.

Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:

• betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
• mw. J. Ludinkhuizen, als arts in opleiding verbonden aan GGZ Centraal;
• dhr. J. Petersen, als verpleegkundige verbonden aan GGZ Centraal.

1.4.

Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling.

2. Beoordeling

2.1.

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is genoegzaam gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een bipolaire stoornis. In dat kader is thans sprake van een manische ontremd toestandsbeeld.

2.2.

Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:

• ernstig lichamelijk letsel;
• ernstige immateriële schade;
• ernstige verwaarlozing;
• betrokkene roept met hinderlijk gedrag agressie van een ander op.

Betrokkene veroorzaakte in haar thuissituatie overlast in de buurt door in verwarde toestand de buren te benaderen. Ook was de veiligheid in het geding doordat betrokkene brandgevaarlijk gedrag vertoonde tijdens activiteiten in de keuken. Het steunsysteem kwam door alle zorg fors onder druk te staan en haar partner moest worden opgenomen vanwege cardinale klachten.

2.3.

Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid én de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.

2.4.

Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene heeft geen ziektebesef en ziekte-inzicht en wil zo spoedig mogelijk naar een verzorgingstehuis. Daarvoor moet haar toestandsbeeld eerst verbeteren. De kans is groot dat zij zal stoppen met medicatie als dit niet in een verplichtend kader wordt opgelegd. Om deze redenen is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:

• toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische behandelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
• beperken van de bewegingsvrijheid;
• uitoefenen van toezicht op betrokkene;
• opnemen in een accommodatie.

Deze vormen van verplichte zorg worden alle verzocht voor een periode van

26 weken.

De vorm van verplichte zorg ‘onderzoek aan kleding of lichaam’ zoals verzocht door de officier van justitie zal de rechtbank niet overnemen in de zorgmachtiging nu ter zitting is verduidelijkt dat dit ziet op behandeling van de geblesseerde schouder van betrokkene, aan welke zorg betrokkene vrijwillig meewerkt. Bovendien zou betrokkene – indien dit in een verplicht kader zou moeten plaatsvinden – deze behandeling ook onder de eerst genoemde vorm van verplichte zorg verricht kunnen worden.

2.5.

Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.

2.6.

De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.

2.7.

Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van 26 weken, en geldt aldus tot en met 28 juli 2020.

3. Beslissing

De rechtbank:

3.1.

verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene] (echtgenote van [echtgenoot] ),

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,

inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:

• toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische behandelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening, voor de duur van maximaal 26 weken;
• beperken van de bewegingsvrijheid voor de duur van maximaal 26 weken;
• uitoefenen van toezicht op betrokkene voor de duur van maximaal 26 weken;
• opnemen in een accommodatie voor de duur van maximaal 26 weken.

3.2.

bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 28 juli 2020.

Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 31 januari 2020 door mr. A.J.J.M. Weijnen, rechter, in tegenwoordigheid van [griffier] , griffier, en op

7 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.