ECLI:NL:RBGEL:2020:7668
Rechtbank Gelderland
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over eigendom en schadevergoeding van een BMW na onrechtmatige toe-eigening
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 6 mei 2020 een tussenuitspraak gedaan in een civiele procedure tussen twee partijen, waarbij de eisende partij vorderde dat de gedaagde partij zou worden veroordeeld tot schadevergoeding wegens onrechtmatige toe-eigening van een BMW. De eisende partij, vertegenwoordigd door mr. J.J.M. Melissen, stelt dat hij de BMW op 3 februari 2002 heeft gekocht en dat de gedaagde partij, een familielid, zonder zijn medeweten het kenteken op zijn naam heeft gezet en de auto heeft verzekerd. De BMW is in maart 2012 gestolen, nadat de gedaagde partij deze naar Duitsland had meegenomen. De eisende partij vordert een schadevergoeding van € 25.000,00, terwijl de gedaagde partij betwist dat de eisende partij eigenaar was van de BMW en stelt dat de vordering is verjaard. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eisende partij voldoende feiten en omstandigheden moet aanvoeren om zijn eigendomsrecht te onderbouwen en heeft hem toegelaten tot bewijslevering. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij de eisende partij de originele koopovereenkomst moet deponeren ter griffie. De gedaagde partij moet zijn verhinderdagen opgeven voor de komende maanden. De beslissing van de kantonrechter is openbaar uitgesproken op 6 mei 2020.