ECLI:NL:RBGEL:2020:7249

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 november 2020
Publicatiedatum
18 februari 2022
Zaaknummer
C/05/377610 / JE RK 20-1402 en C/05/377648 / JE RK 20-1412
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging onder toezichtstelling en bekrachtiging schriftelijke aanwijzing in een jeugdzorgzaak met zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter op 2 november 2020 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna aangeduid als [minderjarige]. De ouders van [minderjarige] hebben niet samengewerkt met de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Gelderland (GI), wat heeft geleid tot zorgen over de ontwikkeling van het kind. De moeder heeft geen toestemming gegeven voor contact met derden, zoals school en Kind & Meer, waardoor er geen zicht is op de minderjarige. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het schoolverzuim van [minderjarige] toeneemt en dat er geen adequate hulpverlening op gang is gekomen. De ouders hebben zelf hulp gezocht, maar de GI heeft de regie overgenomen, wat tot onvrede heeft geleid. De kinderrechter heeft de schriftelijke aanwijzing van de GI bekrachtigd, omdat deze noodzakelijk is voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling en om zicht te krijgen op de minderjarige. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de ondertoezichtstelling moet worden verlengd voor de duur van een jaar, omdat er nog steeds ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van [minderjarige]. De ouders moeten openstaan voor contact met de GI en de afspraken nakomen om de situatie te verbeteren.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Arnhem
Zaakgegevens : C/05/377610 / JE RK 20-1402 en C/05/377648 / JE RK 20-1412
datum uitspraak: 2 november 2020
beschikking verlenging ondertoezichtstelling en bekrachtiging schriftelijke aanwijzing
in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Gelderland, hierna: de GI,

gevestigd te Arnhem,
betreffende
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], hierna: [minderjarige].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[moeder], hierna: de moeder,
wonende te [woonplaats],
[vader], hierna: de vader,
wonende te [woonplaats].

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek verlenging ondertoezichtstelling met bijlagen van de GI van 9 oktober 2020, ingekomen bij de griffie op 9 oktober 2020;
- het verzoek bekrachtiging schriftelijke aanwijzing met bijlagen van de GI van 12 oktober 2020, ingekomen bij de griffie op 12 oktober 2020.
Op 2 november 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [minderjarige], die apart is gehoord.
- de moeder,
- de vader,
- een vertegenwoordigster van de GI, aanwezig via Skype beeldbellen.

De feitenHet ouderlijk gezag over [minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder. De vader heeft [minderjarige] erkend.

[minderjarige] woont bij haar ouders.
Bij beschikking van 7 mei 2020 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd tot
7 november 2020.
De GI heeft op 7 oktober 2020 een schriftelijke aanwijzing gegeven betreffende de verzorging en opvoeding van [minderjarige]. Hierin is het volgende opgenomen:

1. U dient afspraken met Jeugdbescherming Gelderland na te komen, open te staan voor contact en huisbezoeken toe te laten zodat Jeugdbescherming Gelderland zicht kan krijgen op de opvoedingssituatie van jullie dochter [minderjarige].

2. Dit houdt concreet in dat wij u een nieuwe datum voor een kennismakingsgesprek vastleggen en dat u op deze afspraak dient te verschijnen:

U beiden verschijnt tezamen met uw dochter [minderjarige] op maandag 12 oktober om 11:00 uur, op het kantoor van Jeugdbescherming. [adres].

De verzoeken

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [minderjarige] te verlengen voor de duur van één jaar.
Ook heeft de GI bekrachtiging van de schriftelijke aanwijzing verzocht.

Het standpunt van de GI

De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en nader toegelicht. In de afgelopen periode is het niet gelukt om in contact te komen met [minderjarige] en de ouders. Uitnodigingen, WhatsApp contacten en een onverwacht huisbezoek hebben niet tot een daadwerkelijk gesprek gezorgd. De moeder geeft geen toestemming voor het contact opnemen met derden, zoals school en Kind & Meer. De uitvoering van de ondertoezichtstelling is hierdoor niet van de grond gekomen en de ontwikkelingsbedreiging van [minderjarige] is niet afgenomen. Er zijn nog steeds zorgen over de ontwikkeling van [minderjarige], zowel op gebied van schoolgang als gezondheid.
De schriftelijke aanwijzing – met het doel om in contact te komen – heeft niet tot een verandering geleid. De ouders hebben de schriftelijke aanwijzing niet opgevolgd. Zonder tegenbericht zijn zij niet verschenen op de door de GI gemaakte afspraak.

Het standpunt van de belanghebbenden

De ouders zijn niet te spreken over de wijze waarop de gezinsvoogd de afgelopen periode invulling heeft gegeven aan haar taak. De ouders hebben zelf alle hulp voor [minderjarige] gezocht en in gang gezet. Zo heeft de moeder [minderjarige] bij Kind & Meer aangemeld voor therapie. Echter valt het de GI te verwijten dat dit hulpverleningstraject bij Kind & Meer nu is stopgezet. De GI heeft alle regie bij de ouders willen overnemen terwijl zij met de ouders had moeten samenwerken. De ouders vinden niet dat hun invloed en gezag over [minderjarige] – ondanks de aanstelling van de GI – beperkt mag worden.

De beoordeling

Ondertoezichtstelling
Op grond van de overgelegde stukken en wat ter zitting naar voren is gebracht, is de kinderrechter van oordeel dat [minderjarige] nog steeds ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. Ter zitting heeft [minderjarige] bij de kinderrechter aangegeven dat zij zich nog steeds erg moe voelt en dat zij niet weet hoe dit komt. [minderjarige] probeert wel dagelijks naar school te gaan maar dit lukt haar vaak niet. De ouders hebben een aantal kanttekeningen geplaatst met betrekking tot de ondertoezichtstelling die zien op (het opstarten en de uitvoering van) de hulpverlening. Ook voeren de ouders aan dat zij zelf hulp hebben gezocht voor de zorgen die er over [minderjarige] zijn. Deze zorgen – zowel op gebied van schoolgang als gezondheid – zijn in de afgelopen periode echter niet weggenomen en de hulpverlening is niet op gang gekomen. De zorgen omtrent de gebrekkige schoolgang van [minderjarige] zijn juist toegenomen, doordat zij nu op de middelbare school zit en ook daar regelmatig verzuimd. Leerplicht is inmiddels ook betrokken.
De kinderrechter is van oordeel dat de aanwezigheid van een gezinsvoogd nodig blijft om (onder meer vanuit het Kind & Meer traject) te bekijken hoe het met [minderjarige] gaat en wat zij nodig heeft om de zorgpunten rondom haar ontwikkelingsbedreiging weg te nemen. Zonder gezinsvoogd bestaat het grote risico dat er geen zicht meer op de ontwikkeling van [minderjarige] is en dat zij steeds verder afglijdt. Het is van belang dat de ouders hun houding naar de hulpverlening wijzigen en gaan samenwerken met de gezinsvoogd.
Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengen voor de duur van een jaar.
Bekrachtiging schriftelijke aanwijzing
Blijkens artikel 1:263, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek kan de GI ter uitvoering van haar taak schriftelijke aanwijzingen geven betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige. Zij kan dit doen indien de met het gezag belaste ouder of de minderjarige niet instemmen met, dan wel niet of onvoldoende medewerking verlenen aan de uitvoering van het plan, bedoeld in artikel 4.1.3, eerste lid, van de Jeugdwet of indien dit noodzakelijk is teneinde de concrete bedreigingen in de ontwikkeling van de minderjarige weg te nemen. Ingevolge het tweede lid volgen de met het gezag belaste ouders of ouder en de minderjarige een schriftelijke aanwijzing op. Ingevolge het derde lid kan de GI de kinderrechter verzoeken een schriftelijke aanwijzing te bekrachtigen.
Vooropgesteld dient te worden dat een schriftelijke aanwijzing een besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat de kinderrechter allereerst dient te beoordelen of het besluit voldoet aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Dit houdt onder meer in dat het besluit zorgvuldig tot stand moet zijn gekomen en dient te berusten op een deugdelijke motivering.
De kinderrechter is van oordeel dat – gelet op hetgeen uit het dossier en ter zitting naar voren is gekomen – de schriftelijke aanwijzing zorgvuldig is voorbereid en is voorzien van een deugdelijke motivering. De GI heeft op 2 juni 2020 en 20 juli 2020 brieven gestuurd aan de ouders met data voor een gesprek. Daarnaast is zij 22 juni 2020 onverwacht op huisbezoek gegaan. De vader deed de deur open maar wilde haar niet ter woord staan. Ook zijn via WhatsApp diverse voorstellen gedaan voor een gesprek tussen de GI en de ouders. Alle pogingen hebben niet geleid tot een ‘face to face’ gesprek met de ouders. Op 7 oktober 2020 heeft de GI aan de ouders laten weten dat er een schriftelijke aanwijzing zal worden verzonden.
Gelet op het voorgaande, de stukken en wat ter zitting naar voren is gebracht, kan naar het oordeel van de kinderrechter de schriftelijke aanwijzing worden bekrachtigd. Het is de kinderrechter gebleken dat de ouders de schriftelijke aanwijzing niet hebben opgevolgd. Tot op heden is het de GI niet gelukt om – ondanks alle pogingen en de schriftelijke aanwijzing – in contact en samenwerking te komen met de ouders. Daar moet de komende periode verandering in komen. Voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling en om zicht te krijgen op de ontwikkeling en opvoedsituatie van [minderjarige], is het van belang dat de ouders open gaan staan voor contact met de GI, dat zij huisbezoeken toestaan en dat zij de afspraken met de GI nakomen. Afsluiten van de ondertoezichtstelling omdat er geen samenwerking en contact tot stand kan worden gebracht acht de kinderrechter te risicovol, omdat [minderjarige] dan compleet uit het zich verdwijnt zonder dat de ontwikkelingsbedreiging is weggenomen. Mocht er het komende jaar nog steeds geen contact en samenwerking tot stand komen, dan dient de gezinsvoogd verdergaande maatregelen te overwegen.

De beslissing

De kinderrechter:
1. verlengt de ondertoezichtstelling van
-
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
tot 7 november 2021;
2. bekrachtigt de schriftelijke aanwijzing van 7 oktober 2020;
3. verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. A.A. Roodenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van D.M.J. Schoolderman als griffier en in het openbaar uitgesproken op
2 november 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 16 november 2020.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden