ECLI:NL:RBGEL:2020:7130
Rechtbank Gelderland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beslissing inzake Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) met betrekking tot samenhangende zaken en proceskostenvergoeding
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 13 november 2020, is een beslissing genomen inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De zaak betreft een beroep van de naamloze vennootschap [betrokkene] tegen een beschikking van de officier van justitie, die eerder een CJIB-nummer had vernietigd. De gemachtigde, mr. [gemachtigde], heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. De kantonrechter heeft ambtshalve besloten om het beroep buiten zitting af te doen.
De kantonrechter overweegt dat uit het dossier niet blijkt waarom de officier van justitie de zaak als samenhangend met twee andere zaken heeft beschouwd. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de officier van justitie ten onrechte deze samenhang heeft aangenomen. De kantonrechter kent voor het beroepschrift en het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie beide 1 punt toe, met een wegingsfactor van 0.5. Dit resulteert in een proceskostenvergoeding van € 525,- die aan de officier van justitie wordt opgelegd.
De kantonrechter heeft tevens bepaald dat er verrekening dient plaats te vinden met een eerder aan de gemachtigde uitgekeerd bedrag van € 262,50. De beschikking is openbaar uitgesproken door de kantonrechter mr. M.A. Jansen-van Leeuwen. Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan.