1.De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 10 mei 2020 te Huissen, gemeente Lingewaard tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk, al dan niet met voorbedachten rade, van het leven te beroven, opzettelijk die [slachtoffer 1]
- heeft vastgepakt en met kracht tegen de grond heeft gegooid, waarbij het hoofd van die [slachtoffer 1] (met kracht) tegen de muur knalde en/of (vervolgens), terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag, meermalen, althans eenmaal, - met kracht, met de gebalde vuist(en) in het gezicht, althans tegen het hoofd en/of in de hals heeft gestompt en/of geslagen en/of
- met kracht, met de geschoeide voet(en) in het gezicht, althans tegen het hoofd en/of in de rug, althans tegen het bovenlichaam heeft geschopt en/of getrapt, waarbij (telkens) het hoofd van die [slachtoffer 1] , met kracht, tegen de muur is gekomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 mei 2020 te Huissen, gemeente Lingewaard tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk, al dan niet met voorbedachten rade, zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, opzettelijk die [slachtoffer 1]
- heeft vastgepakt en met kracht tegen de grond heeft gegooid, waarbij het hoofd van die [slachtoffer 1] (met kracht) tegen de muur knalde en/of (vervolgens), terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag, meermalen, althans eenmaal, - met kracht, met de gebalde vuist(en) in het gezicht, althans tegen het hoofd heeft gestompt en/of geslagen en/of
- met kracht, met de geschoeide voet(en) in het gezicht en/of de hals althans tegen hoofd en/of in de rug, althans tegen het bovenlichaam heeft geschopt en/of getrapt, waarbij (telkens) het hoofd van die [slachtoffer 1] , met kracht, tegen de muur is gekomen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 mei 2020 te Huissen, gemeente Lingewaard tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, al dan niet met voorbedachten rade, [slachtoffer 1] heeft mishandeld, immers heeft hij, verdachte, die [slachtoffer 1]
- vastgepakt en met kracht tegen de grond gegooid, waarbij het hoofd van die [slachtoffer 1] (met kracht) tegen de muur knalde en/of (vervolgens), terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag, meermalen, althans eenmaal, - met kracht, met de gebalde vuist(en) in het gezicht, althans tegen het hoofd gestompt en/of geslagen en/of
- met kracht, met de geschoeide voet(en) in het gezicht en/of de hals althans tegen het hoofd en/of in de rug, althans tegen het bovenlichaam geschopt en/of getrapt, waarbij (telkens) het hoofd van die [slachtoffer 1] , met kracht, tegen de muur is gekomen;
meest subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] op of omstreeks 10 mei 2020 te Huissen, gemeente Lingewaard,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk, al dan niet met voorbedachten rade, zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, opzettelijk die [slachtoffer 1]
- heeft vastgepakt en met kracht tegen de grond heeft gegooid, waarbij het hoofd van die [slachtoffer 1] (met kracht) tegen de muur knalde en/of (vervolgens), terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag, meermalen, althans eenmaal, - met kracht, met de gebalde vuist(en) in het gezicht, althans tegen het hoofd heeft gestompt en/of geslagen en/of
- met kracht, met de geschoeide voet(en) in het gezicht en/of de hals althans tegen hoofd en/of in de rug, althans tegen het bovenlichaam heeft geschopt en/of getrapt, waarbij (telkens) het hoofd van die [slachtoffer 1] , met kracht, tegen de muur is gekomen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
[medeverdachte] op of omstreeks 10 mei 2020 te Huissen, gemeente Lingewaard, al dan niet met voorbedachten rade, [slachtoffer 1] heeft mishandeld, immers heeft hij, verdachte, die [slachtoffer 1]
- vastgepakt en met kracht tegen de grond gegooid, waarbij het hoofd van die [slachtoffer 1] (met kracht) tegen de muur knalde en/of (vervolgens), terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag, meermalen, althans eenmaal, - met kracht, met de gebalde vuist(en) in het gezicht, althans tegen het hoofd gestompt en/of geslagen en/of
- met kracht, met de geschoeide voet(en) in het gezicht en/of de hals althans tegen het hoofd en/of in de rug, althans tegen het bovenlichaam geschopt en/of getrapt, waarbij (telkens) het hoofd van die [slachtoffer 1] , met kracht, tegen de muur is gekomen,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf, zoals beschreven onder A of B, verdachte op of omstreeks 10 mei 2020 te Huissen, gemeente Lingewaard, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid heeft verschaft, door [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal weg te duwen richting de woonkamer, althans weg te houden bij die [slachtoffer 1] en/of die [medeverdachte] ;
hij op of omstreeks 10 mei 2020 te Huissen, gemeente Lingewaard tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk en wederrechtelijk de muur van de hal van een woning, gelegen aan het [adres 2] , in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s), te weten aan
[slachtoffer 2] en/of Woonstichting Lingewaard Wonen toebehoorde, heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
hij op of omstreeks 10 mei 2020 te Huissen, gemeente Lingewaard tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in de woning, gelegen aan het [adres 2] , bij [slachtoffer 2] , althans bij een ander of anderen dan bij verdachte en/of zijn mededader(s), in gebruik wederrechtelijk is binnengedrongen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier heeft ten aanzien van feit 1 gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair, subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde omdat geen sprake is van medeplegen. Verdachte is medeplichtig aan een poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade zodat het meer subsidiaire wel bewezen kan worden. Door aangeefster bij zijn vader weg te houden, heeft hij zijn vader in de gelegenheid gesteld om [slachtoffer 1] te mishandelen.
Van feit 2 dient verdachte te worden vrijgesproken, nu niet bewezen kan worden dat verdachte geweldshandelingen heeft verricht. Het tenlastegelegde onder 3 kan wettig en overtuigend bewezen worden.
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van feit 1 heeft de verdediging vrijspraak bepleit. De bijdrage van verdachte is van onvoldoende gewicht om tot medeplegen te concluderen, zodat hij van het primair, subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken. Er is evenmin sprake van medeplichtigheid, nu de opzet op het gronddelict ontbreekt. Hij heeft aangeefster bij zijn vader weggehouden om te voorkomen dat zij klappen zou krijgen, niet om de mishandeling van [slachtoffer 1] mogelijk te maken.
Ten aanzien van feit 2 is eveneens vrijspraak bepleit, nu verdachte geen geweldshandelingen heeft verricht. Ten aanzien van feit 3 heeft de verdediging geen verweer gevoerd.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1
De vader van verdachte heeft verklaard dat hij op 10 mei 2020 in gezelschap van verdachte naar de woning van zijn ex in Huissen, gemeente Lingewaard, is gegaan. De deur van die woning werd geopend door [slachtoffer 1] . Vervolgens heeft de vader van verdachte [slachtoffer 1] ongeveer vier à vijf keer met kracht en met zijn vuisten geslagen, zowel tegen zijn hoofd als zijn lichaam.
Aangeefster heeft verklaard dat toen [slachtoffer 1] op de grond viel, de vader van verdachte van zijn hand een vuist maakte en meerdere malen met kracht tegen het hoofd [slachtoffer 1] sloeg. Aangeefster heeft verklaard dat verdachte toekeek toen zijn vader [slachtoffer 1] sloeg. Toen aangeefster op de vader van verdachte af wilde stappen om hem van [slachtoffer 1] af te trekken, heeft verdachte haar bij haar schouders vastgepakt en richting de woonkamer geduwd.Hierdoor kon ze niet bij de vader van verdachte en het slachtoffer komen. Dit is meerdere keren gebeurd.
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat hij voelde dat de vader van verdachte hem meermalen met vuistslagen op zijn hoofd raakte terwijl hij op de grond lag. Hij hoorde vervolgens een piep in zijn oor en is even zijn bewustzijn verloren.
Verdachte heeft verklaard op 10 mei 2020 samen met zijn vader naar het huis van aangeefster te zijn toegegaan. Toen er tussen zijn vader en [slachtoffer 1] een gevecht ontstond, heeft verdachte aangeefster bij haar armen gepakt en de woonkamer ingeduwd. Hij heeft geen geweld gebruikt tegen [slachtoffer 1] .
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de vader van verdachte meermaals met kracht en met zijn vuisten heeft geslagen tegen het hoofd van [slachtoffer 1] toen hij op de grond lag. De rechtbank acht niet bewezen dat de vader van verdachte het slachtoffer geschopt heeft. Verder acht de rechtbank niet bewezen dat verdachte geweldshandelingen heeft verricht tegen het slachtoffer. De rol van verdachte is beperkt gebleven tot het meermalen wegduwen van aangeefster bij de mishandeling.
De rechtbank dient vervolgens de vraag te beantwoorden hoe het handelen van de vader van verdachte en verdachte juridisch dient te worden gekwalificeerd. Niet is gebleken dat de vader van verdachte opzettelijk heeft geprobeerd zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. De vraag is vervolgens of de vader van verdachte voorwaardelijk opzet op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel heeft gehad. Het hoofd is een zeer kwetsbaar deel van het lichaam waarin zich vele kwetsbare structuren bevinden. Bovendien is het hoofd extra kwetsbaar wanneer iemand op de grond ligt en er van bovenaf met kracht op wordt ingeslagen. Door met kracht en met vuisten tegen het hoofd van [slachtoffer 1] te slaan terwijl hij op de grond lag heeft de vader van verdachte aldus de aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel in het leven geroepen. De rechtbank is van oordeel dat hij deze kans ook bewust heeft aanvaard. Naar de uiterlijke verschijningsvorm was het handelen van de vader van verdachte zozeer gericht op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, dat het behoudens aanwijzingen voor het tegendeel, niet anders kan zijn geweest dan dat hij willens en wetens de aanmerkelijke kans op dat gevolg heeft aanvaard. Van dergelijke aanwijzingen van het tegendeel is de rechtbank niet gebleken. De rechtbank acht daarom bewezen dat de vader van verdachte voorwaardelijk opzet heeft gehad op het tenlastegelegde feit.
De rechtbank acht niet bewezen dat de vader van verdachte noch verdachte met voorbedachten rade heeft gehandeld. Daarvoor zou nodig zijn dat hij op enig moment het besluit heeft genomen [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen en vervolgens met dat plan naar de woning is gegaan. Daarvan is niet gebleken.
Medeplegen of medeplichtigheid
Gezien de tenlastelegging ligt de vraag voor of de rol die verdachte heeft vervuld van voldoende gewicht was om hem als medepleger aan te merken van de poging tot zware mishandeling. De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat dit niet het geval is. De bijdrage van verdachte, die eruit bestond aangeefster bij het gevecht weg te houden, is van onvoldoende gewicht om te kunnen spreken van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn vader.
Wél is de rechtbank van oordeel dat verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest bij het plegen van het misdrijf, zodat sprake is van medeplichtigheid. Aangeefster [slachtoffer 2] heeft willen ingrijpen door vader van het slachtoffer af te trekken en dit heeft verdachte voorkomen door haar meermalen weg te duwen waardoor de mishandeling door zijn vader heeft kunnen voortduren. Het verweer van de raadsman dat verdachte geen opzet heeft gehad op het gronddelict nu hij aangeefster heeft beoogd te beschermen verwerpt de rechtbank. De rechtbank acht niet aannemelijk dat verdachte haar heeft willen beschermen nu er geen reden was om haar te beschermen. De aanval was immers niet op aangeefster gericht en zij liep ook geen acuut gevaar. Uit het laten voortduren van de mishandeling volgt het opzet op het gronddelict.
De rechtbank acht medeplichtigheid aan de poging tot zware mishandeling bewezen.
Feit 2
Aangeefster heeft verklaard dat door de mishandeling van [slachtoffer 1] een gat in de muur is ontstaan in de hal van haar woning. Nu uit het bewezenverklaarde volgt dat verdachte geen geweldshandelingen heeft verricht tegen het slachtoffer, zal de rechtbank verdachte van het onder 2 tenlastegelegde feit vrijspreken.
Feit 3
Uit het bovenstaande volgt dat verdachte met zijn vader in de woning aan de [adres 2] in Huissen was zonder toestemming of instemming van aangeefster.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 3 tenlastegelegde.