Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.Bewezenverklaring
(n
)hebben op
of omstreeks3 maart 2018, te Zevenaar, aan de Bachstraat,
in ieder geval op de openbare weg in Nederland,met elkaar,
althans alleen,
en/of bedreiging met geweld[slachtoffer]
heeft/hebbengedwongen tot afgifte van een portemonnee met inhoud (waaronder een geldbedrag van ongeveer 300 euro)
en/of een jas, in elk geval enig goed,die
geheel of ten deleaan een ander toebehoorde, te weten aan die [slachtoffer]
, in ieder geval aan (een) ander(en) dan aan die medeverdachte(n),
en/of welke bedreiging met geweldhierin bestond
(en)dat voornoemde medeverdachte
(n
),
/of
/of
twee, althans een ofmeer klappen/stompen in het gezicht heeft/hebben gegeven en
/of
misdrijvenverdachte op
of omstreeks3 maart 2018, te Zevenaar, in ieder geval in Nederland, opzettelijk
gelegenheid en/of middelen en/ofinlichtingen heeft verschaft
en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althansalleen,
(n
)in kennis te stellen van het feit dat die [slachtoffer] een geldbedrag van 300 euro,
althans enig geldbedrag,voorhanden had en
/of
(n
)te vertellen wat de vermoedelijke/meest logische looproute van die [slachtoffer] was en/of wat het adres van die [slachtoffer] was en
/of
(n
)aan te wijzen.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
werkstrafgedurende
180 (honderdtachtig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 90 (negentig) dagen;
veroordeeltverdachte ten aanzien van het bewezenverklaarde feit tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer], van een bedrag van
€ 2.818,89 (tweeduizend achthonderd en achttien euro en negenentachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 maart 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op
€ 43,60;
niet-ontvankelijk;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag
te betalen van € 2.818,89 (tweeduizend achthonderd en achttien euro en negenentachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 maart 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 38 dagen gijzeling zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;