Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.Bewezenverklaring
of omstreeks25 februari 2018 te Apeldoorn in de gemeente Apeldoorn, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, [straatnaam 1] ,
en/of onachtzaamheeft gereden, hierin bestaande dat hij, verdachte
althans na het gebruik van een (niet onaanzienlijke) hoeveelheid drugs,
, althans met een grotere snelheid dan de aldaar voor hem, verdachte geldende maximum snelheid van 80 kilometer per uurheeft gereden en
/of
/of
heeft gekeken en/ofis blijven letten op het zich direct voor hem, verdachte, zich bevindende weggedeelte van die weg (de [straatnaam 1] ) en
/ofhet zich op die weg bevindende verkeer en
/of
/ofde bestuurder van die fiets, - welke bestuurder van die fiets doende was om die weg (de [straatnaam 1] ) gezien, zijn verdachtes rijrichting van links naar rechts gaande, over te steken -, en
/often gevolge waarvan die bestuurder van die fiets ten val is gekomen,
/of
of omstreeks25 februari 2018 te Apeldoorn in de gemeente Apeldoorn, een voertuig, te weten personenauto, heeft bestuurd, na gebruik van een in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stof, als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten cannabis (hasjies), terwijl bij een onderzoek in de zin van artikel 8 van de WVW 94 het gehalte in zijn bloed van de bij die stof vermelde meetbare stof 4,7 microgram THC per liter bloed (>3,0 microgram tetrahydrocannabinol (THC)) bedroeg, in elk geval zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die aangewezen stof vermelde grenswaarde.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
3 (drie) maanden,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde voor het einde van de proeftijd die op 2 (twee) jaren wordt bepaald;
onder 1bewezenverklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigente besturen voor de duur van
18 (achttien) maanden;
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
tijd, gedurende welke het rijbewijsvan veroordeelde ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 vóór het tijdstip, waarop deze uitspraak voor wat betreft de in artikel 179 van die wet genoemde bijkomende straf voor tenuitvoerlegging vatbaar is geworden,
ingevorderd of ingehouden is geweest, op de duur van bovengenoemde bijkomende straf
geheel in minderingzal worden gebracht.