ECLI:NL:RBGEL:2020:6726

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 december 2020
Publicatiedatum
21 december 2020
Zaaknummer
370586
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Exoneratiebeding in algemene voorwaarden van netwerkbeheerder voor het verrichten van meetdiensten bij zakelijke opdrachtgevers

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, gaat het om een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Nationale Vastgoed Groep Beleggingen (hierna: [partij A]) en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [partij B], die energiemetingen verricht. [partij A] vordert een schadevergoeding van [partij B] wegens toerekenbare tekortkomingen in de nakoming van de overeenkomst tot het verlenen van meetdiensten. De rechtbank heeft vastgesteld dat [partij B] in de periode van 2016 tot 2018 niet in staat was om de meterstanden op te nemen, wat leidde tot een schatting van het gasverbruik. Deze schatting was gebaseerd op onjuiste gegevens, wat resulteerde in een naheffing van € 122.315,44 inclusief btw voor [partij A]. De rechtbank oordeelt dat [partij B] tekort is geschoten in haar verplichtingen en dat het beroep op een exoneratiebeding in de algemene voorwaarden niet opgaat, omdat de tekortkoming niet het gevolg is van opzet of grove schuld. De rechtbank wijst de vordering van [partij A] af, maar veroordeelt [partij A] in de kosten van het geding. In reconventie wordt [partij A] veroordeeld tot betaling van € 5.869,65 aan [partij B] voor onbetaalde facturen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: 370586 / HA ZA 20-301
Vonnis van 2 december 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[partij A]tevens h.o.d.n.
NATIONALE VASTGOED GROEP BELEGGINGEN,
gevestigd te Katwijk,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. A.A. Jurgens-Boot te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[partij B],
gevestigd te Arnhem,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mrs. P. Courtens en J.E. Janssen te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [partij A] en [partij B] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 5 augustus 2020 en de daarin genoemde gedingstukken;
  • de akte overlegging nadere producties tevens conclusie van antwoord in reconventie met producties;
  • het proces-verbaal van comparitie van partijen, gehouden op 1 oktober 2020;
  • de spreekaantekeningen van mr. Jurgens-Boot voornoemd;
  • de spreekaantekeningen van mr. Janssen voornoemd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[partij A] , een 100% dochtermaatschappij van [rechtspersoon C] (verder te noemen: [rechtspersoon C] ), houdt zich bezig met het beheer en de exploitatie van onroerende zaken. [partij A] is eigenaar van, onder andere, de [naam] te Leiden. Zij verhuurt de daarin gelegen kantoorruimte aan diverse partijen.
2.2.
[partij B] is een energiemeetdienst die energiemetingen verricht. Zij geeft voor de met haar gecontracteerde opdrachtgevers de meetresultaten door aan de energieleverancier die op basis daarvan de energiekosten in rekening brengt aan de verbruiker. [partij B] is een dochteronderneming van Alliander Corporate Ventures B.V. en is ontstaan uit Liander N.V. Op 1 mei 2016 heeft [partij B] de meetdiensten van Liander overgenomen.
2.3.
Engie Energie Nederland B.V. (verder: Engie) is de energieleverancier van
[partij A] . Op basis van de meetgegevens van Liander respectievelijk [partij B] brengt Engie de prijs van de verbruikte energie aan [partij A] in rekening.
2.4.
In een onderhandse akte van 6 februari 2014 is een overeenkomst getiteld
Overeenkomst betreffende meetdiensten gas voor zakelijke opdrachtgeverstussen Liander N.V. en [rechtspersoon C] vastgelegd. In de overeenkomst, waarin [rechtspersoon C] wordt aangeduid als “de afnemer” en Liander als “de netbeheerder”, is onder meer het volgende bepaald:

Artikel 1 Meetdiensten
1. Liander verbindt zich tot het verlenen van de meetdienst(en) aan de Afnemer conform de Gaswet 2000 en de Meetvoorwaarden Gas - RNB. De meetdata is uitsluiten bestemd voor de in de Meetvoorwaarden Gas - RNB omschreven marktrollen en bedoeld voor de in de Meetvoorwaarden Gas - RNB omschreven doeleinden. Voor het leveren van de meetdiensten kan Liander gebruiken maken van de diensten van derden.
2.5.
In de hiervoor genoemde overeenkomst is verwezen naar de algemene voorwaarden van Liander voor het verrichten van meetdiensten bij zakelijke opdrachtgevers van Liander (verder: de algemene voorwaarden). De algemene voorwaarden bevatten onder meer de volgende bepalingen:

Artikel 21
Aansprakelijkheid
21.1
Het Meetbedrijf is jegens de Opdrachtgever niet aansprakelijk voor schade, die ontstaat ten gevolge van:
a. een gebrek, defect of storing van de Meetinrichting;
b. handelen of nalaten in verband met de Meetinrichting door het Meetbedrijf, zijn werknemers of ondergeschikten dan wel niet ondergeschikten;
c. het door de Opdrachtgever niet voldoen aan de voor de Opdrachtgever uit deze Algemene Voorwaarden voortvloeiende verplichtingen.
21.2
Het in het vorige lid gestelde lijdt uitzondering ingeval de schade ontstaat als gevolg van opzet of grove schuld van het Meetbedrijf, zijn werknemers of ondergeschikten. Behoudens ingeval de schade ontstaat als gevolg van opzet of grove schuld van het Meetbedrijf of diens leidinggevende werknemers is het Meetbedrijf evenwel nimmer gehouden tot vergoeding van bedrijfsschade waaronder begrepen winst- of inkomstenderving en tot vergoeding van immateriële schade.
21.3
De Opdrachtgever is gehouden tot vergoeding van alle schade aan enige door het Meetbedrijf ten behoeve van de Meetinrichting aangebrachte voorziening, tenzij hij aantoont dat de schade hem dan wel de personen voor wie hij aansprakelijk is niet valt toe te rekenen.”
2.6.
De Meetvoorwaarden Gas – RNB, waarnaar in het hiervoor vermelde artikel 1 van de schriftelijke overeenkomst met [rechtspersoon C] is verwezen, bevatten per 1 januari 2015 onder meer de volgende bepalingen [1] :

5.2 Meetgegevensverzameling bij profielgrootverbruikmeetinrichtingen[L]
5.2.1
Tenminste eenmaal per jaar, in de zes weken voorafgaande aan de maand die op grond van 2.1.2, onderdeel c, van de Informatiecode Elektriciteit en Gas is opgenomen in het aansluitingenregister, bepaalt de meetverantwoordelijke bij profielgrootverbruikmeetinrichtingen op profielgrootverbruikaansluitingen de in 4.3.3.1 bedoelde meetgegevens en slaat deze op in niet-vluchtige databuffers.[L]
5.2.2
De in 5.2.1 bedoelde bepaling van de meetgegevens vindt in de regel plaats door uit- of aflezing van de meetinrichting door de meetverantwoordelijke. De meetverantwoordelijke kan van de aangeslotene verlangen dat de aangeslotene zelf de tellerstand opneemt en deze tellerstand op een door de meetverantwoordelijke te bepalen wijze en binnen een door de meetverantwoordelijke aangegeven termijn ter kennis van de meetverantwoordelijke brengt.[L]
5.2.3
Indien de meetverantwoordelijke redelijkerwijs niet in staat is de tellerstand van de meetinrichting uit of af te lezen of de aangeslotene niet heeft voldaan aan het verlangen van de meetverantwoordelijke, zoals beschreven in 5.2.2, maakt de meetverantwoordelijke een schatting van de tellerstand(-en).[L]
5.2.4
Ten minste eenmaal in de 36 maanden worden de meetgegevens genoemd in 5.2.1 bepaald door aflezing op de meetinrichting bij de aangeslotene door de meetverantwoordelijke en slaat deze meetgegevens op in niet-vluchtige databuffers.[L]5.2.5 De in 5.2.1 en 5.2.4 bedoelde meetgegevens zijn beveiligd tegen wijziging ervan.[L]
5.2.6
De meetverantwoordelijke bewaart de meetgegevens bedoeld in 5.2.1 en 5.2.4 gedurende een periode van drie jaar.”
2.7.
In mei 2016 heeft Liander op de voet van het bepaalde in artikel 6:159 BW haar rechtsverhouding tot [rechtspersoon C] (en/of [partij A] ) overgedragen aan [partij B] . Waar hierna sprake is van [partij B] wordt Liander als haar rechtsvoorgangster daaronder begrepen.
2.8.
[partij B] heeft op 11 maart 2019 schriftelijk het volgende aan [partij A] meegedeeld:
“ [partij B] heeft een afwijking geconstateerd in de meetgegevens. Wij hebben over een bepaalde periode onjuiste meetgegevens verstrekt. In deze brief leest u wat dit voor u betekent.
Onjuiste meetdata
Wij hebben over onderstaande periode onjuiste meetgegevens verstrekt aan de netbeheerder.
Correctieverslag
Naar aanleiding van bovenstaande constatering hebben wij een correctieverslag opgesteld. Hierin staan uw aansluitgegevens, een overzicht van de gecorrigeerde meetdata en de betreffende periode.
LET OP: Gecorrigeerd verbruik is exclusief calorische correctie.
Aansluitadres
Adres
[naam] [nummer]
Postcode+Plaats
2316 ET LEIDEN
Meetpunt
Ean code
871687140021133734
Transformatorverlies/Meetcorrectie
Onbekend
Meetpunt
OP
Periode
07-01-2015 t/m 24-02-2019
Reeds
verrekend
Nog te
verrekenen
Correctievoorstel
OP Herleid
LVR Totaal
(m3)
OP Herleid
LVR Totaal
(m3)
OP Herleid LVR
Totaal (m3)
07-01-2015 t/m 31-12-2016
1938
80403
01-02-2016 t/m 31-12-2016
1432
69064
01-01-2017 t/m 31-12-2017
1710
75249
01-01-2018 t/m 31-12-2018
307487
86588
Totaal volume
312567
311305
(*)
*) Voorstel is marginaal minder door achterwege laten van temperatuur en meetdruk correctie
Informeren andere partijen
Deze informatie sturen wij zo spoedig mogelijk naar de energieleverancier, programmaverantwoordelijke en netbeheerder.”
2.9.
Engie heeft op 2 september 2019 aan [partij A] een afrekening voor gasverbruik gestuurd over de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2018 voor een bedrag van € 122.744,88 exclusief btw (€ 148.621,43 inclusief btw).
2.10.
Inter-on energiediensten – een onderneming die voor [partij B] feitelijk de meterstanden opneemt – heeft bij brief van 19 april 2019 aan [partij B] meegedeeld:
“Hierbij verklaar ik dat de meteropnemer op de aangegeven datum en tijdstip, weergegeven in onderstaande tabel, het adres [naam] [nummer] te Leiden heeft bezocht.
Periode
Dag / tijdstip
meteropname
Toelichting
01-02-1016 06:00
26-01-2016 15:39
Geen toegang
01-01-2017 06:00
11-01-2017 09:43
Geen toegang
01-01-2018 06:00
23-01-2018 14:22
Geen toegang
01-01-2019 06:00
21-01-2019 15:31
Stand opgenomen
De toegang tot de meter was helaas in de jaren 2016 tot en met 2018 niet mogelijk waardoor er geen meterstand opgenomen kon worden.”
2.11.
[partij B] heeft bij brief van 9 april 2019 aan [partij A] - voor zover hier van belang - het volgende meegedeeld:
“Op 19 maart 2019 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen [partij A] (" [partij A] ") vertegenwoordigd door [persoon E] , [persoon F] en [persoon G] enerzijds en [partij B] B.V. (vertegenwoordigd door dhr. [persoon H] en ondergetekende) anderzijds over het hoge gasverbruik. Het betreft de gasaansluiting aan de [naam] [nummer] te Leiden met EAN-code 871687140021133734 ("de Locatie”).
Naar aanleiding van de fysieke opname van de meterstand op 21 januari 2019 is gebleken dat de schatting van het gasverbruik over de voorliggende periode te laag is geweest waardoor [partij A] nu een fors gasverbruik toegewezen heeft gekregen.
lk heb met u afgesproken dat ik u aanvullende informatie stuur over deze kwestie zodat u (een deel van het) het gasverbruik op uw voormalige huurder kunt verhalen. In deze brief treft u mijn reactie en de aanvullende informatie.
De situatie
[partij B] (voorheen: het meetbedrijf van Liander N.V.) verricht voor [partij A] meetdiensten met betrekking tot de Locatie. De meter wordt door [partij B] beschikbaar gesteld en [partij B] verzorgt de opname van meterstanden een en ander op grond van de in de wet en in codes gestelde verplichtingen. [partij B] stuurt de verbruiksgegevens door naar de netbeheerder. De gegevens vormen de basis van de afrekening van het gasverbruik voor de energieleverancier.
De meter die aan u beschikbaar is gesteld betreft een meter die niet op afstand uit te lezen is. De meterstanden en het bijbehorende verbruik worden door fysieke opname bepaald. Als Bijlage A heb ik een overzicht van meterstanden bijgevoegd. Uit dit overzicht kunt u ook het bijbehorende (jaar)verbruik afleiden. Uit dit overzicht volgt ook dat [partij B] in de periode 2016 tm 2018 ieder jaar heeft getracht om meterstanden op te nemen, maar dat dit niet is gelukt aangezien aan ons (danwel de partij die wij voor de meteropname hebben ingeschakeld) geen toegang is verleend tot de meter. [partij B] heeft hierdoor het gasverbruik op basis van een schatting moeten bepalen.
Op 21 januari 2019 heeft [partij B] vervolgens voor het eerst een fysieke meterstand kunnen aflezen. U treft een foto van deze meterstand als Bijlage B. Door de fysieke opname van deze meterstand is gebleken dat de meterstanden over de periode 2015 tm 2017 te laag zijn geschat. [partij A] heeft hierdoor ineens een fors gasverbruik toegewezen gekregen. [partij B] heeft ervoor gekozen om eerst u als klant op de hoogte te stellen van de situatie en het correctievoorstel en de achtergrond en de onderbouwing van de correctie eerst met u te bespreken. Het voorgestelde correctieverslag heb ik als Bijlage C gevoegd. Vanwege een fysieke aanpassing aan uw meter (zie hiervoor het kopje 'Wijziging in wet- en regelgeving), is het verbruik alsnog op 25 februari 2019 aan de netbeheerder gecommuniceerd.
Wijziging in wet- en regelgeving
Op 1 februari 2017 is er een wijziging doorgevoerd in wet- en regelgeving. Deze wijzing heeft ook betrekking op de profielpopulatie waartoe uw meting behoorde. Meer informatie over deze aanpassing van wetgeving treft u via
https:// [partij B] .nu/nieuws/q2cprofiel.
[partij B] heeft op 25 februari 2019 een datalogger geplaatst bij uw meter. Dit houdt in dat vanaf deze datum meterstanden op afstand maandelijks uit te lezen zijn. Door deze aanpassing is het verbruik over de periode 7 januari 2015 en 25 februari 2019 automatisch gecommuniceerd met de netbeheerder. Ook de energieleverancier is van de aanpassing van meterstanden naar wij begrijpen op de hoogte gesteld.
Vervolg
Wij betreuren de situatie waarbij u ineens bent geconfronteerd met een hoog gasverbruik. Het toegewezen gasverbruik betreft wel verbruik dat daadwerkelijk is geregistreerd door de meter en dat [partij A] genoten heeft. [partij B] heeft tot taak om de verbruiksgegevens (opnieuw) vast te stellen in het kader van het faciliteren van de marktprocessen. Wat wij wel kunnen doen is het verbruik evenredig over de voorliggende periode verdelen zoals te lezen in het correctieverslag (Bijlage C). Indien u hier gebruik van wenst te maken, verneem ik dit graag, uiterlijk 9 mei 2019. Het staat u toe om dit verbruik alsnog bij uw voormalige huurders te verhalen.”

3.Het geschil in conventie

3.1.
[partij A] vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover uitvoerbaar bij voorraad: 1. [partij B] zal veroordelen om binnen zeven dagen na het te wijzen vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, € 122.315,44 inclusief btw, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente daarover met ingang van 16 maart 2020, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag van de algehele voldoening;
2. [partij B] zal veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van zeven dagen na dagtekening van dit vonnis, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, tot aan de dag van de algehele voldoening;
3. [partij B] zal veroordelen in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,- voor salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [partij B] niet binnen zeven dagen na aanschrijving van het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met € 68,- voor salaris advocaat en de explootkosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van zeven dagen na dagtekening van het vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening.
3.2.
De vordering is gegrond op de stelling, samengevat weergegeven, dat [partij B] toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van haar verbintenissen uit de overeenkomst met [partij A] tot het verlenen van meetdiensten terzake van het gasverbruik. [partij B] heeft in afwijking van de overeenkomst niet geregeld, althans niet binnen de termijn van drie jaar ten minste eenmaal de meterstand opgenomen, maar heeft het verbruik geschat en is daarbij uitgegaan van onjuiste gegevens of heeft een verkeerde berekeningsgrondslag toegepast. Doordat de afrekening van het verbruik over een periode van vier jaren in één keer heeft plaatsgevonden kan [partij A] 82,3 % van de onder 2.9 vermelde naheffing, uitkomend op € 122.315,44 inclusief btw, niet meer op haar voormalige huurders verhalen waardoor zij tot dat bedrag schade lijdt.
3.3.
Het verweer van [partij B] , eveneens in samenvatting, houdt het volgende in.
1) Niet [partij A] is partij bij de overeenkomst, maar [rechtspersoon C] .
2) [partij B] heeft in achtereenvolgende jaren, van 2016 tot 2018, geprobeerd de meterstand ter plaatse van de [naam] op te nemen, maar dit is door een omstandigheid buiten haar schuld niet gelukt, zodat zij op grond van de Meetvoorwaarden Gas – RNB per 1 januari 2015 bevoegd is het verbruik te schatten.
3) De algemene voorwaarden die deel uitmaken van de overeenkomst bevatten een exoneratiebeding.
4) De algemene voorwaarden respectievelijk het exoneratiebeding zijn niet vernietigbaar.
5) De schadebegroting is onvoldoende feitelijk onderbouwd.
6) Er is sprake van schuldeisersverzuim en eigen schuld doordat de onjuistheid van de facturering eenvoudig door [partij A] als professionele partij had kunnen worden vastgesteld en zij bovendien een voorbehoud had kunnen maken voor afrekening met haar (thans voormalige) huurders.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
[partij B] vordert veroordeling van [partij A] tot betaling van € 5.869,65.
4.2.
De vordering is gegrond op de stelling dat [partij A] aan [partij B] opdracht heeft gegeven tot het verrichten van meetdiensten voor diverse adressen in Leiden ( [adres 2] en [naam] ), dat [partij B] die diensten heeft verricht en dat zij voor de overeengekomen prijs facturen aan [partij A] heeft gestuurd, die echter door [partij A] onbetaald gelaten zijn.
4.3.
[partij A] voert gemotiveerd verweer. Zij voert het volgende aan. Voor de facturen met betrekking tot de [adres 2] geldt dat deze kunnen worden verrekend met hetgeen [partij A] in conventie vordert. Voor de facturen die betrekking hebben op de meetdiensten bij de [naam] stelt [partij A] deze niet is verschuldigd omdat [partij B] heeft verzuimd om de meetdiensten op de juiste wijze na te komen.

5.De beoordeling in conventie en in reconventie

5.1.
[partij B] was verantwoordelijk voor het vaststellen van de meetgegevens van het gasverbruik in de [naam] waarvan [partij A] eigenaar is. De vaststelling diende ingevolge de onder 2.6 vermelde voorwaarden te gebeuren door een uit- of aflezing van de meetinrichting of, na een daartoe strekkend verzoek van [partij B] , door opgave van de meterstand door [partij A] zelf. Als aan een dergelijk verzoek geen gehoor zou worden gegeven, mocht [partij B] op basis van de vermelde regeling de meetgegevens vaststellen op basis van een schatting.
5.2.
[partij B] is echter zonder contact op te nemen met [partij A] overgegaan tot schatting van de tellerstand(en). Bovendien heeft [partij B] bij het schatten een fout gemaakt, zoals zij tijdens de zitting ook heeft erkend en toegelicht. Het schatten gebeurt aan de hand van de laatste verbruiksgegevens. Daarbij is bij vergissing het verbruik in een enkele week in januari van een voorgaand jaar ten onrechte aangemerkt als het verbruik voor een heel jaar. De schatting over de volgende twee jaren is op dezelfde onjuiste berekeningsgrondslag verricht. Daarmee staat vast dat [partij B] toerekenbaar tekort is geschoten in de door haar met [partij A] overeengekomen dienstverlening. Voor de daardoor door [partij A] geleden schade is [partij B] in beginsel aansprakelijk.
5.3.
In dit verband heeft [partij B] een beroep gedaan op een aansprakelijkheidsbeperking in haar algemene voorwaarden. Voor de vraag of [partij B] daarop een beroep kan doen komt, gelet op het verweer van [partij B] met die strekking, eerst aan de orde of [partij A] een overeenkomst heeft met [partij B] waarvan de betreffende algemene voorwaarden deel uitmaken. In dat verband is van belang dat de in de procedure overgelegde schriftelijke overeenkomst uit 2014 - waarin een verwijzing naar de algemene voorwaarden staat - een overeenkomst is die niet op naam staat van [partij A] maar op naam van [rechtspersoon C] en door (of namens) de laatste is ondertekend. [partij A] stelt echter dat zij met [partij B] een mondelinge overeenkomst heeft die volgens haar in grote lijnen gelijk is aan de bedoelde schriftelijke overeenkomst met [rechtspersoon C] maar, zo begrijpt de rechtbank de stelling van [partij A] , dan zonder verwijzing naar de algemene voorwaarden.
5.4.
De rechtbank kan [partij A] hierin niet volgen. Ook al zou de stelling van [partij A] worden gevolgd dat slechts sprake is van een mondelinge overeenkomst tussen haar en [partij B] – waarover hierna verder – dan brengt dat niet mee dat de algemene voorwaarden daarvan geen deel uitmaken. [partij A] verwijst voor de gestelde mondelinge overeenkomst juist naar wat in de schriftelijke overeenkomst staat. Uit het door haar gestelde ontbreken van een schriftelijke overeenkomst heeft zij niet mogen afleiden dat [partij B] haar diensten voor [partij A] dan zonder de daarin staande verwijzing naar haar algemene voorwaarden heeft willen uitvoeren. Daarbij is van belang dat het ervoor mag worden gehouden dat [partij A] bekend was met die algemene voorwaarden, althans met de verwijzing daarnaar in de schriftelijke overeenkomst met [rechtspersoon C] , immers is die overeenkomst ondertekend door de heer [persoon E] , die ook directeur van [partij A] is. De bekendheid van [rechtspersoon C] met de algemene voorwaarden en de toepasselijkheid daarvan op de door [partij B] te verlenen dienstverlening, wordt daarom ook aan [partij A] toegerekend.
5.5.
Bij het voorgaande is overigens niet van belang of de algemene voorwaarden aan [partij A] ter hand zijn gesteld, zoals zij nog betwist. Zoals besproken op de mondelinge behandeling heeft [partij A] haar jaarrekening gedeponeerd, waarmee zij een grote onderneming is als bedoeld in artikel 6:235 BW. [partij A] komt dan ook geen beroep toe op de vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden op de grond dat deze niet aan haar ter hand zijn gesteld.
5.6.
In artikel 21 leden 1 en 2 van de algemene voorwaarden (zie hiervoor 2.5), in onderling verband gelezen, wordt aansprakelijkheid uitgesloten voor schade die het gevolg is van handelen of nalaten in verband met de
Meetinrichtingdoor het
Meetbedrijf,zijn werknemers of ondergeschikten, behalve in geval van opzet of grove schuld. Van opzet of grove schuld is geen sprake waardoor [partij B] zich op de uitsluiting kan beroepen. Het gaat hier immers om een gewone toerekenbare tekortkoming die het gevolg is van onoplettendheid of onzorgvuldigheid van een of meerdere medewerkers van [partij B] . Met de uitsluiting van aansprakelijkheid wordt juist beoogd aansprakelijkheid daarvoor uit te sluiten, hetgeen ook gerechtvaardigd is. Onder deze omstandigheden kan het door [partij B] gevoerde eigen schuld verweer, inhoudende dat [partij A] ook zelf had moeten zien dat het geschatte verbruik niet klopte en zij daarom eerder aan de bel had moeten trekken, onbesproken blijven.
5.7.
Met het voorgaande kan in het midden blijven of [partij B] vanaf 2014 een overeenkomst had met [partij A] of, zoals zij stelt, met [rechtspersoon C] . Immers, volgt uit het voorgaande dat van de overeenkomst hoe dan ook de algemene voorwaarden deel uitmaken, hetgeen tot afwijzing van de vordering in conventie moet leiden. Ook het eerst op de mondelinge behandeling gevoerde verweer van [partij B] dat zij kort daarvóór een, niet door haar in de procedure overgelegde, schriftelijke overeenkomst van 2016 met [partij A] heeft teruggevonden waarin eveneens een verwijzing naar dezelfde voorwaarden, kan daarmee onbesproken blijven.
5.8.
Met de afwijzing van de vordering in conventie wordt het door [partij A] gedane beroep op verrekening met de in reconventie gevorderde facturen voor meetdiensten voor een pand aan de [adres 2] afgewezen. Daarnaast is [partij A] de in reconventie gevorderde facturen voor de [naam] verschuldigd in welk verband van belang is dat [partij B] uitvoering heeft gegeven aan de aan haar opgedragen meetdiensten en [partij A] gehouden is daarvoor, overeenkomstig de tussen partijen gemaakte afspraken, te betalen. Voor zolang de overeenkomst niet op die grond is ontbonden, doet daaraan niet af dat [partij B] de overeengekomen meetdiensten niet goed heeft uitgevoerd. De vordering in reconventie is hiermee volledig toewijsbaar.
5.9.
[partij A] zal zowel in conventie als in reconventie als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding. De aan de zijde van [partij B] gevallen kosten worden als volgt begroot:
in conventie
- verschotten: griffierecht € 4.131,-
- salaris advocaat: twee punten à € 1.707,- volgens het liquidatietarief
3.414,-
in totaal: € 7.545,-
in reconventie
- verschotten: nihil
- salaris advocaat: twee punten x 0,5 à € 461,- volgens het liquidatietarief
€ 461,-
totaal: € 461,-

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
in conventie
6.1.1.
wijst de vordering af,
6.1.2.
veroordeelt [partij A] in de kosten van het geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van [partij B] begroot op € 7.545,-,
6.1.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
6.2.
in reconventie
6.2.1.
veroordeelt [partij A] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [partij B] € 5.869,65 te betalen,
6.2.2.
veroordeelt [partij A] in de kosten van het geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van [partij B] begroot op € 461,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis indien die kosten alsdan niet zullen zijn betaald, tot aan de dag van de algehele voldoening,
6.2.3.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Veerman en in het openbaar uitgesproken op 2 december 2020.

Voetnoten

1.Aangehaald uit https://www.acm.nl/sites/default/files/old_publication/publicaties/14392_meetvoorwaarden-gas-rnb-2015-01-01.pdf