In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 22 december 2020 een beschikking gegeven in een deelgeschil tussen [eiser], een verzorgende uit Harderwijk, en UNIVE SCHADE N.V., een verzekeringsmaatschappij. Het geschil betreft de vraag of 'zwarte verdiensten', oftewel inkomsten uit niet-fiscaal geregistreerde werkzaamheden, als verlies van verdienvermogen kunnen worden beschouwd na een ongeval dat [eiser] op 15 oktober 2014 overkwam. Tijdens het ongeval botste [eiser] tegen een openstaand portier van een auto, wat leidde tot letsel aan haar linkerenkel. UNIVE erkende aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval, maar betwistte de vergoedbaarheid van de 'zwarte' inkomsten.
De rechtbank oordeelde dat het verzoek van [eiser] voor behandeling in een deelgeschilprocedure geschikt was, omdat de beantwoording van de vraag over de vergoedbaarheid van de 'zwarte' verdiensten kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. De rechtbank stelde vast dat gederfde inkomsten uit niet-fiscaal geregistreerde werkzaamheden in beginsel voor vergoeding in aanmerking komen, en dat het verweer van UNIVE dat deze inkomsten niet als vergoedbare schade kunnen gelden, niet slaagde. De rechtbank concludeerde echter dat [eiser] niet voldoende bewijs had geleverd dat zij daadwerkelijk inkomsten uit dergelijke werkzaamheden genereerde voorafgaand aan het ongeval. Hierdoor werd het verzoek van [eiser] afgewezen.
Desondanks werd UNIVE veroordeeld tot betaling van de kosten van de deelgeschilprocedure, die op € 5.002,60 werden begroot. De rechtbank oordeelde dat de kosten redelijk waren, ondanks de afwijzing van het verzoek. De beschikking werd openbaar uitgesproken door mr. J.A.M. Strens-Meulemeester.