2.14.Bij de stukken bevinden zich de volgende schriftelijke verklaringen:
- een verklaring van 11 maart 2020 van de heer [naam 4], algemeen directeur van NBG, onder meer luidende:
NBG (…) is door de heer [naam 1] destijds geïntroduceerd bij Bovemij (…). Deze introductie was mede een gevolg van de wens van NBG om in het kader van haar kernactiviteiten, zijnde hypotheekbemiddeling, haar productenrange uit te breiden met schadeverzekeringen. In de jaren daarna is de heer [naam 1] opgetreden als liaison officer tussen NBG en Bovemij. De regelmatige gesprekken, die enkele malen per jaar plaatsvonden, aanvankelijk met de heer [naam 2] en later met diens opvolger(-s) [naam 3] c.q. [naam 5], werden gevoerd op initiatief en in aanwezigheid van de heer [naam 1] en hadden tot doel de wederzijdse relatie en commerciële belangen te optimaliseren. Dat betekende het regelmatig bespreken van de door NBG bij Bovemij ondergebrachte assurantieproducten c.q. de daarmede samenhangende premieomzetten, alsook het zoeken naar nieuwe assurantie- en andere producten die door NBG in de markt werden verkocht en waarvoor Bovemij als risicodrager optrad. (…)
- een verklaring van [naam 3] van 18 maart 2020, onder meer luidende:
Dhr. [naam 2] toenmalig directie voorzitter heeft dhr. [naam 1] als adviseur gerecruteerd in eerste instantie om als tussenschakel te fungeren met NBG een hypotheekbemiddelaar die de ambitie had om ook een verzekeringsportefeuille op te bouwen.
Bovemij zou als risicodrager optreden.
Dhr. [naam 1] was verantwoordelijk voor de vertaalslag wat NBG nodig had om succesvol met een verzekeringspakket aan de slag te kunnen en hetgeen wat Bovemij als risicodrager kon bieden.
De samenwerking is succesvol verlopen en in de loop van de tijd is een aanzienlijke portefeuille opgebouwd.
De samenwerking die aanvankelijk een vrijblijvend karakter had is omgezet in een daarzame samenwerking die schriftelijk is vastgelegd en waarin beloning en duur is vastgelegd.
De werkzaamheden van dhr. [naam 1] zijn vervolgens verder uitgegroeid naar een Liaison officer waarbij hij een belangrijke schakel werd tussen NBG en Bovemij.
(…)
Zoals in het begin van de verklaring opgemerkt loopt de samenwerking al meer dan 16 jaar naar tevredenheid.
Aangezien de hoogte van de continuatieprovisie in die jaren nog nooit was verhoogd is in 2017 besloten deze aan te passen en te verhogen tot € 19.600,- excl. BTW, dit tevens gezien de waarde die gehecht werd aan de rol van dhr. [naam 1] en de succesvolle ontwikkeling van de relatie NBG.
- een aanvullende verklaring van [naam 3] van 20 september 2020, onder meer luidende:
Odelot heeft sinds 2005 in opdracht van Bovemij gefunctioneerd als liaison officer tussen NBG als assurantietussenpersoon en Bovemij als risicodrager. Odelot heeft nooit zelf rechtstreeks bemiddelingswerkzaamheden verricht. Dit werd nu juist door NBG gedaan. Omdat NBG een grote speler was, was zij voor Bovemij een belangrijke relatie. Via Odelot investeerden wij in die relatie.
Aanvankelijk stond er met betrekking tot deze opdracht weinig op papier. In 2008 ontstond de wens om de afspraken te formaliseren. Op voorstel van Bovemij zijn die afspraken vormgegeven via het zogeheten
verbonden bemiddelaarschap. Op dat moment leek vastlegging op deze wijze voor Bovemij het meest aangewezen, omdat daarmee ook zou worden voldaan aan de vereisten uit de Wft. (Voor zover die van toepassing mocht zijn, dat kan ik niet beoordelen). (…)
Om die reden heeft Odelot de destijds gehanteerde standaard-overeenkomst voor de verbonden bemiddelaar als model gebruikt. (…)
Laat duidelijk zijn dat met de betreffende overeenkomst niet werd beoogd een inhoudelijke wijziging aan te brengen in de aard van de opdracht. Dat is in de jaren daarna ook feitelijk niet gebeurd. Bovemij, Odelot en NBG zijn al die tijd namelijk op dezelfde voet blijven doorwerken.