Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van
[eiseres], te [woonplaats], eiseres
(gemachtigde: mr. K. Winterink).
Procesverloop
Overwegingen
“Artikel 1
“Artikel 1
“Artikel 1 Begripsomschrijvingen
:kwetsbare gewassen die meerdere jaren op een plek staan of teelten die per hectare hoge financiële opbrengsten opleveren;
Dit zijn gewassen waar in redelijkheid een grotere inspanning van een grondgebruiker mag worden verlangd om deze gewassen te beschermen.’ De hoogte van de schade aan een gewas is de financiële opbrengst die de grondgebruiker mist. Het is logisch dat als een gewas hoge financiële opbrengsten per hectare oplevert, de schade ook hoog is, en dat in dat geval ‘…
in redelijkheid een grotere inspanning van een grondgebruiker mag worden verlangd om deze gewassen te beschermen.’
Uit deze stelling volgt echter niet dat verweerder de beantwoording van de vragen in deel 1 van het rapport Van Welie onjuist vindt. Bovendien ontbreekt bij de stukken het concept-rapport, zodat voor de rechtbank niet valt na te gaan in hoeverre de kritiek heeft geleid tot aanpassingen in het definitieve rapport, nog daargelaten dat het aan verweerder is om voldoende duidelijk te maken welke onderdelen van het definitieve rapport Van Welie hij onjuist vindt en waarom.
In het rapport Van Welie is bij de beantwoording van vraag J vermeld dat het aanleggen van roosters in openbare wegen mogelijk is. De rechtbank is van oordeel dat eiseres tot nu toe niet aannemelijk heeft gemaakt dat in een raster aan de noordzijde openingen aanwezig zullen zijn, in die zin dat daardoor edelherten niet kunnen worden tegengehouden.
De rechtbank stelt vast dat het rapport Van Oosterom alleen betrekking heeft op de vraag of eiseres de kosten van tracé 3 kan dragen. Het rapport is dus geen onderbouwing voor de stelling van eiseres dat zij de lagere kosten van tracé 1 en 2 niet kan dragen.
De rechtbank heeft onvoldoende informatie om over dit geschilpunt een voorlopig oordeel te geven.
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten;
- draagt verweerder op nieuwe besluiten op bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van totaal € 1.009 aan haar vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres van € 1.050.