In deze zaak verzoekt de werkgever, Pijtra B.V., om een gefixeerde schadevergoeding van € 4.638,28 van de werknemer, [verweerder], omdat deze zijn arbeidsovereenkomst heeft opgezegd zonder inachtneming van de opzegtermijn. De werknemer heeft zijn arbeidsovereenkomst op 17 juni 2020 opgezegd, met de mededeling dat hij per 15 juli 2020 niet meer in dienst zou zijn. De werkgever heeft deze opzegging geaccepteerd, maar stelt dat de werknemer aansprakelijk is voor de schade die voortvloeit uit het niet in acht nemen van de opzegtermijn. De werknemer heeft verweer gevoerd en een tegenverzoek ingediend om betaling van achterstallig loon en cao-vergoedingen.
De kantonrechter oordeelt dat de werknemer de gefixeerde schadevergoeding niet verschuldigd is, omdat de werkgever de opzegging onvoorwaardelijk heeft geaccepteerd en daarmee haar recht op schadevergoeding heeft prijsgegeven. De rechter wijst het verzoek van de werkgever af en veroordeelt haar in de proceskosten. In het tegenverzoek van de werknemer wordt geoordeeld dat hij recht heeft op betaling van het loon over de periode van 1 juni tot 15 juli 2020, zonder dat de werkgever een bedrag van € 5.181,93 mag verrekenen. De rechter wijst de vorderingen van de werknemer toe en verplicht de werkgever om nieuwe loonspecificaties te verstrekken.