ECLI:NL:RBGEL:2020:6333

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
24 november 2020
Publicatiedatum
1 december 2020
Zaaknummer
05/195420-20; 05/083163-20; 05/192133-20 en 05/088470-20 (TUL)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deels voorwaardelijke gevangenisstraf voor plegen van een overval en zestal winkeldiefstallen

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 24 november 2020 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan afpersing en meerdere winkeldiefstallen. De verdachte, geboren in 1981 en thans gedetineerd, werd beschuldigd van het plegen van een gewapende overval op een Lidl in Apeldoorn, waarbij hij met een ijzeren staaf en gezichtsvermomming de kassière onder druk zette om geld af te geven. Daarnaast was de verdachte betrokken bij een reeks van winkeldiefstallen, waaronder diefstal van parfum en andere goederen uit verschillende winkels zoals Kruidvat en Action. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten zoals ten laste gelegd onder de verschillende parketnummers, en heeft daarbij de verklaringen van de slachtoffers en getuigen als bewijs gebruikt. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals meldplicht bij de reclassering en klinische opname in een zorginstelling. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding toegewezen, waarbij de verdachte verplicht werd om €800,- te betalen aan de benadeelde partij.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers : 05/195420-20; 05/083163-20; 05/192133-20 en 05/088470-20 (TUL)
Datum uitspraak : 24 november 2020
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1981 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de BRP op het adres [adres] ,
thans gedetineerd te P.I. Achterhoek – Ooyerhoek.
Raadsvrouw: mr. J.L. Vermeer, advocaat te Rhenen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 10 november 2020.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
Ten aanzien van parketnummer 05-195420-20
hij op of omstreeks 27 juli 2020, te Apeldoorn, althans in Nederland,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld,
- [slachtoffer 1] en/of
- [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag ter waarde van 230,- euro, in elk geval enig geldbedrag, dat geheel of ten dele aan een derde, te weten aan:
- Lidl Apeldoorn en/of Lidl Nederland toebehoorde,
door:
- met gezichtsvermomming en/of met versnelde pas en/of een dreigende en/of intimiderende houding, en gewapend met een (ijzeren/stalen) staaf en/of buis en/of koevoet, althans enig lang en/of stomp voorwerp op voornoemde [slachtoffer 1] af te lopen,
- tegen voornoemde [slachtoffer 1] (op intimiderende toon) te zeggen “ik wil geld” en/of “maak de kassa open”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking,
- met een (ijzeren/stalen) staaf en/of buis en/of koevoet, althans enig lang en/of stomp voorwerp, (dreigende) zwaaiende bewegingen te maken (in de richting van een kassa),
- op dreigende en/of intimiderende wijze voornoemd voorwerp aan die [slachtoffer 1] en/ of [slachtoffer 2] te tonen en/of
- tegen (de tevens aanwezige) [slachtoffer 2] (op intimiderende toon) te zeggen “niet dichterbij komen, anders sla ik je kop in” en/of “je moet oppassen, anders sla ik je voor je kop”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking
en/of
hij op of omstreeks 27 juli 2020, te Apeldoorn, althans in Nederland,
een geldbedrag ter waarde van 230,- euro, in elk geval enig geldbedrag, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan:
Lidl Apeldoorn en/of Lidl Nederland,
in ieder geval aan een ander dan aan verdachte,
heeft weggenomen,
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen:
- [slachtoffer 1] en/of
- [slachtoffer 2]
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk
te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht
mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door:
- met gezichtsvermomming en/of met versnelde pas en/of een dreigende en/of intimiderende houding, en gewapend met een (ijzeren/stalen) staaf en/of buis en/of koevoet, althans enig lang en/of stomp voorwerp op voornoemde [slachtoffer 1] af te lopen,
- tegen voornoemde [slachtoffer 1] (op intimiderende toon) te zeggen “ik wil geld” en/of “maak de kassa open”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking,
- met een (ijzeren/stalen) staaf en/of buis en/of koevoet, althans enig lang en/of stomp voorwerp, (dreigende) zwaaiende bewegingen te maken (in de richting van een kassa),
- op dreigende en/of intimiderende wijze voornoemd voorwerp aan die [slachtoffer 1] en/ of [slachtoffer 2] te tonen en/of
- tegen (de tevens aanwezige) [slachtoffer 2] (op intimiderende toon) te zeggen “niet dichterbij komen, anders sla ik je kop in” en/of “je moet oppassen, anders sla ik je voor je kop”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
Ten aanzien van parketnummer 05-083163-20
hij, op of omstreeks 17 maart 2020 te Arnhem een verpakking Ariel pods, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan Kruidvat (gelegen op/aan de Steenstraat), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
(art 310 Wetboek van Strafrecht)
Ten aanzien van parketnummer 05-192133-20
1.
hij op of omstreeks 23 juli 2020 te Apeldoorn,
vijf, althans een of meerdere, stuks parfum (Guess Noir en/of Daniel Hechter),
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan de Kruidvat (gevestigd op/aan de Hoofdstraat 50 B), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
(art 310 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij, op een of meerdere tijdstippen op of omstreeks 22 juli 2020 te Apeldoorn,
- een of meerdere Air Coolers, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan Xenos (gevestigd op/aan de Mariastraat)
- een Air Cooler, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan Action (gevestigd op/aan de Hofstraat)
- een Senseo-apparaat, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan de Kruidvat (gevestigd op/aan de Deventerstraat)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
(art 310 Wetboek van Strafrecht)
3.
hij op of omstreeks 21 juli 2020 te Apeldoorn,
vier, althans een of meerdere, stuks parfum (Van Gils), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan de Etos (gevestigd op/aan de Hofstraat),
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
(art 310 Wetboek van Strafrecht)

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten zoals ten laste gelegd onder parketnummer 05-192133-20 feit 1, 2 en 3, onder parketnummer 05-195420-20 en het feit onder parketnummer 05-083163-20.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de bewezenverklaring.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van parketnummer 05-195420-20 [1]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , namens Lidl Apeldoorn, p. 50-51;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 52-53;
- het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 1] , p. 54-55;
- het proces-verbaal van bevindingen - camerabeelden, p. 84-85;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 november 2020.
De rechtbank overweegt nog het volgende.
Verdachte heeft verklaard dat hij niet meer weet of hij tegen [slachtoffer 2] heeft geroepen “niet dichterbij komen, anders sla ik je kop in” en/of “je moet oppassen, anders sla ik je voor je kop”, maar dat hij dit wel gezegd zou kunnen hebben. De verklaring van [slachtoffer 2] wordt op dit punt ondersteund door de verklaring van [slachtoffer 1] . De rechtbank is daarom van oordeel dat ook dit deel van de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen is.
Ten aanzien van parketnummer 05-083163-20 [2]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 2] , namens Kruidvat Steenstraat Arnhem, p. 10, 12-15;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 november 2020.
Ten aanzien van parketnummer 05-192133-20 [3]
Er is ten aanzien van alle drie de feiten sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Feit 1
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 7] , namens Kruidvat Apeldoorn, p. 9-15;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 november 2020.
Feit 2
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 3] , namens Xenos Apeldoorn, p. 37-38 (twee Air Coolers);
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 4] , namens Action , p. 48-49 (Air Cooler);
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 5] , namens Kruidvat Apeldoorn,
p. 29 en 32 (Senseo);
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 november 2020.
Feit 3
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 6] , namens Etos Apeldoorn, p. 56-57;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 november 2020.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummers
05-195420-20, 05-083163-20 en 05-192133-20 feiten 1, 2 en 3ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
Ten aanzien van parketnummer 05-195420-20
hij op
of omstreeks27 juli 2020, te Apeldoorn,
althans in Nederland,
met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen
door
geweld en/ofbedreiging met geweld,
- [slachtoffer 1] en
/of
- [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag ter waarde van 230,- euro,
in elk geval enig geldbedrag, dat
geheel of ten deleaan een derde, te weten aan:
- Lidl Apeldoorn en/of Lidl Nederland toebehoorde,
door:
- met gezichtsvermomming en
/of met versnelde pas en/of een dreigende en/of intimiderende houding, engewapend met een (ijzeren/stalen) staaf
en/of buis en/of koevoet, althans enig lang en/of stomp voorwerpop voornoemde [slachtoffer 1] af te lopen,
- tegen voornoemde [slachtoffer 1] (op intimiderende toon) te zeggen “ik wil geld” en/of “maak de kassa open”,
althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking,
- met een (ijzeren/stalen) staaf
en/of buis en/of koevoet, althans enig lang en/of stomp voorwerp, (dreigende) zwaaiende bewegingen te maken (in de richting van een kassa),
- op dreigende en/of intimiderende wijze voornoemd voorwerp aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te tonen en
/of
- tegen (de tevens aanwezige) [slachtoffer 2] (op intimiderende toon) te zeggen “niet dichterbij komen, anders sla ik je kop in” en/of “je moet oppassen, anders sla ik je voor je kop”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking
en/of
hij op of omstreeks 27 juli 2020, te Apeldoorn, althans in Nederland,
een geldbedrag ter waarde van 230,- euro, in elk geval enig geldbedrag, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan:
Lidl Apeldoorn en/of Lidl Nederland,
in ieder geval aan een ander dan aan verdachte,
heeft weggenomen,
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen:
- [slachtoffer 1] en/of
- [slachtoffer 2]
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk
te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht
mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door:
- met gezichtsvermomming en/of met versnelde pas en/of een dreigende en/of intimiderende houding, en gewapend met een (ijzeren/stalen) staaf en/of buis en/of koevoet, althans enig lang en/of stomp voorwerp op voornoemde [slachtoffer 1] af te lopen,
- tegen voornoemde [slachtoffer 1] (op intimiderende toon) te zeggen “ik wil geld” en/of “maak de kassa open”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking,
- met een (ijzeren/stalen) staaf en/of buis en/of koevoet, althans enig lang en/of stomp voorwerp, (dreigende) zwaaiende bewegingen te maken (in de richting van een kassa),
- op dreigende en/of intimiderende wijze voornoemd voorwerp aan die [slachtoffer 1] en/ of [slachtoffer 2] te tonen en/of
- tegen (de tevens aanwezige) [slachtoffer 2] (op intimiderende toon) te zeggen “niet dichterbij komen, anders sla ik je kop in” en/of “je moet oppassen, anders sla ik je voor je kop”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking.
Ten aanzien van parketnummer 05-083163-20
hij op
of omstreeks17 maart 2020 te Arnhem een verpakking Ariel pods,
in elk geval enig goed,dat
geheel of ten deleaan een ander toebehoorde, te weten aan Kruidvat (gelegen
op/aan de Steenstraat), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Ten aanzien van parketnummer 05-192133-20
1.
hij op
of omstreeks23 juli 2020 te Apeldoorn,
vijf,
althans een of meerdere, stuks parfum (Guess Noir en
/ofDaniel Hechter),
in elk geval enig goed,die
geheel of ten deleaan een ander toebehoorden, te weten aan de Kruidvat (gevestigd
op/aan de Hoofdstraat 50 B), heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij, op
een ofmeerdere tijdstippen op
of omstreeks22 juli 2020 te Apeldoorn,
-
een ofmeerdere Air Coolers,
in elk geval enig goed, die
geheel of ten deleaan een ander toebehoorden, te weten aan Xenos (gevestigd
op/aan de Mariastraat)
- een Air Cooler,
in elk geval enig goed, die
geheel of ten deleaan een ander toebehoorde, te weten aan Action
(gevestigd op/aan de Hofstraat)
- een Senseo-apparaat,
in elk geval enig goed,die
geheel of ten deleaan een ander toebehoorde, te weten aan de Kruidvat (gevestigd
op/aan de Deventerstraat)
heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3.
hij op
of omstreeks21 juli 2020 te Apeldoorn,
vier,
althans een of meerdere, stuks parfum (Van Gils
), in elk geval enig goed, die
geheel of ten deleaan een ander toebehoorden, te weten aan de Etos
(gevestigd op/aan de Hofstraat),
heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 05-195420-20
“afpersing”
Parketnummer 05-083163-20 en parketnummer 05-192133-20 feit 1 en 3, telkens
“diefstal”
Parketnummer 05-192133-20 feit 2
“diefstal, meermalen gepleegd”

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft gezeten, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met als bijzondere voorwaarden: meldplicht bij de reclassering, klinische opname in Hoeve Boschoord of een soortgelijke zorginstelling, ambulante behandeling bij een nader te bepalen zorginstelling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, een drugsverbod met urinecontroles en meewerken aan een dagbesteding.
De officier van justitie heeft de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden gevorderd. Ten aanzien van het beslag, een plastic tas, heeft de officier van justitie gevorderd dat deze verbeurd wordt verklaard. De vordering tot tenuitvoerlegging van de eerder voorwaardelijk opgelegde straf moet worden toegewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gesteld dat de straf zoals geëist door de officier van justitie te hoog is. De verdediging stelt zich op het standpunt dat verdachte behandeld moet worden en dat verdachte daarom zo snel mogelijk naar een kliniek moet worden overgebracht en dat bij het bepalen van de duur van de gevangenisstraf aansluiting moet worden gezocht bij de duur van het voorarrest. De vordering tot tenuitvoerlegging moet worden afgewezen en de proeftijd moet met een jaar worden verlengd.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel justitiële documentatie, gedateerd 13 oktober 2020;
- twee voorlichtingsrapportages van Tactus Verslavingszorg, gedateerd 27 oktober 2020 en 9 november 2020.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een afpersing van geld door gewapend met een ijzeren staaf en met gezichtsvermomming de Lidl binnen te lopen en door dreigend met de ijzeren staaf om geld te vragen. Verdachte heeft van het buitgemaakte geld direct drugs gekocht om in zijn verslaving te voorzien.
Dit is een zeer ernstig feit dat bij de slachtoffers een sterk gevoel van onrust en onbehagen heeft veroorzaakt en ook bijdraagt aan onveiligheidsgevoelens in de samenleving.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een zestal winkeldiefstallen. Dit soort feiten zorgen voor veel ergernis en overlast bij de winkeliers. De rechtbank neemt verdachte zijn handelen dan ook zeer kwalijk.
Verdachte is in het verleden vaker in aanraking geweest met politie en justitie. Geruime tijd, tussen 2006 en 2019, is verdachte niet in aanraking gekomen met justitie. Door een samenloop van omstandigheden is de stabiliteit uit zijn leven verdwenen en raakte hij opnieuw verslaafd aan de verdovende middelen. Die verslaving heeft inmiddels ernstige vormen aangenomen. Verdachte steelt om aan geld te komen om in zijn drugsverslaving te voorzien.
Uit de reclasseringsrapporten van Tactus blijkt dat verdachte geen bron van inkomsten heeft, kampt met een licht verstandelijke beperking waardoor hij niet in staat is de gevolgen van zijn handelen op langere termijn te overzien en het hem ontbreekt aan adequate oplossingsvaardigheden. Verdachte heeft behoefte aan structuur en stabiliteit. Verdachte staat open voor iedere vorm van hulpverlening, met als doel om abstinent te worden en stabiliteit te creëren op het gebied van wonen en dagbesteding. Omdat een ambulant traject daartoe onvoldoende is gebleken adviseert Tactus een klinische opname in de Piet Roorda Kliniek. In een later advies wordt aanvullend geadviseerd en onderbouwd dat, gelet op de bij verdachte aanwezige problematiek, plaatsing bij Trajectum Hoeve Boschoord, ’t Wold de voorkeur heeft. Een intake moet echter nog plaatsvinden.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat een forse gevangenisstraf op zijn plaats is. De rechtbank heeft daarbij gekeken naar de oriëntatiepunten van het LOVS en houdt bij het bepalen van de hoogte van de straf rekening met het volgende: verdachte heeft met gezichtsvermomming, gewapend met een ijzeren staaf de afpersing gepleegd. Daarnaast heeft verdachte in een korte periode een zestal winkeldiefstallen gepleegd. Dit alles terwijl verdachte nog in een proeftijd liep. De afpersing bij de Lidl werd door verdachte gepleegd op dezelfde dag als waarop de voorlopige hechtenis wegens de winkeldiefstallen door de rechter-commissaris werd geschorst onder voorwaarden. Die interventie heeft kennelijk geen enkel effect gesorteerd.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat verdachte, conform de eis van de officier van justitie, moet worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft gezeten. Van die 36 maanden zullen 12 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk worden opgelegd met een proeftijd van 3 jaren met de volgende bijzondere voorwaarden: melden bij de reclassering, meewerken aan opname in een FVK (bij voorkeur bij Trajectum Hoeve Boschoord, ’t Wold, dan wel in een soortgelijke zorginstelling), meewerken aan ambulante behandeling (nog nader te bepalen door de reclassering) en begeleid wonen of maatschappelijke opvang (nog nader te bepalen door de reclassering), houden aan een drugsverbod met urinecontroles en meewerken aan een dagbesteding.
Dadelijke uitvoerbaarheid
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen, te weten door het plegen van een afpersing met gebruik van een slagwapen om aan geld te komen om in zijn drugsverslaving te voorzien.
Gelet op de justitiële documentatie en de inhoud van het rapport van Tactus, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal zij bevelen dat de hierna op grond van artikel 14c Sr te stellen voorwaarden en het op grond van artikel 14d Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Artikel 63 Wetboek van Strafrecht
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf rekening gehouden met toepassing van artikel 63 Wetboek van Strafrecht.
Beslag
Het na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, een tas, kleur rood, (G2317904), volgens opgave van verdachte aan verdachte toebehorend, is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het een voorwerp is met behulp waarvan het onder 1 bewezenverklaarde is begaan.
7a. De beoordeling van de civiele vordering, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder feit 1 bewezenverklaarde feit. Gevorderd is een bedrag van € 800,-.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] tot betaling van het bedrag van € 800,- toe te wijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente en waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gesteld dat de uitspraak die bij de vordering is gevoegd en waarop het gevorderde bedrag is gebaseerd, niet geheel overeenkomt met deze zaak, zodat het gevorderde bedrag moet worden gematigd.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen tot het gevorderde bedrag van € 800,- immateriële schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering is voor toewijzing vatbaar.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partij.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 27 juli 2020.
7a. De beoordeling van de vordering na voorwaardelijke veroordeling
Nu is bewezen dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit, dient de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Gelderland van 15 april 2020 (parketnummer 05-088470-20) voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 3 maanden ten uitvoer gelegd te worden.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36f, 57, 63, 310 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
36 (zesendertig) maanden;
 bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot
12 (twaalf) maanden,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden voor het einde van de proeftijd die op drie jaren wordt bepaald;
 de algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
 de bijzondere voorwaarde(n) dat de veroordeelde:
- zich uiterlijk binnen drie werkdagen na het ingaan van de proeftijd zal melden bij
de Reclassering Nederland en gedurende de proeftijd zich zal blijven melden bij
deze instelling, zo frequent en zolang de instelling dat noodzakelijk acht;
- zich gedurende de proeftijd, of zoveel korter als zijn behandelaars in overleg met
de reclassering nodig achten, zal laten opnemen in (als uitgangspunt)
Trajectum
Hoeve Boschoord, ‘t Wold, althans een soortgelijke intramurale instelling,
waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die de
veroordeelde in het kader van die behandeling door of namens de
(geneesheer)directeur van die instelling zullen worden gegeven;
 zich gedurende de proeftijd onder
ambulante behandelingzal stellen van een nog nader door de reclassering te bepalen zorginstelling/zorgverlener, op de tijden en plaatsen als door of namens die zorginstelling/zorgverlener aan te geven, in aansluiting op de klinische behandeling. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling/begeleiding;
 gedurende de proeftijd zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, nog nader te bepalen door de reclassering, of een soortgelijke instelling, en zich zal houden aan de huisregels en het (dag-) programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld;
- zich gedurende de proeftijd zal onthouden van het gebruik van harddrugs en zich
verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan
urinecontroles. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt
gecontroleerd.
 Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden (artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht).
- stelt als voorwaarde dat veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- stelt als voorwaarde dat veroordeelde medewerking zal verlenen aan het door de Reclassering Nederland te houden toezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
 Beveelt dat de gestelde voorwaarden en het uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
 Beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

Verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: tas, kleur rood, (G2317904);

De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] .
 Veroordeelt verdachte ten aanzien van het bewezenverklaarde onder parketnummer 05-195420 tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij[slachtoffer 2] , van een bedrag van
€ 800,-(achthonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 2] , een bedrag te betalen van
€ 800,-(achthonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom
16 dagengijzeling zullen kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting
vervalt;
 Bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de
Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te
vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot
betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in
zoverre komt te vervallen;

De beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling

Gelast de tenuitvoerleggingvan de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van politierechter in de rechtbank Gelderland van 15 april 2020 (parketnummer 05-088470-20), te weten:
een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. T. Bertens (voorzitter),
mr. C.J.M. van Apeldoorn en mr. R.W.H. van Brandenburg, rechters,
in tegenwoordigheid van L.J.M. Visser, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op
24 november 2020.
Mr. T. Bertens en mr. R.W.H. van Brandenburg zijn beiden buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 1] van de politie Oost-Nederland, districtsrecherche Noord- en Oost-Gelderland , opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer ON3R020075, gesloten op 1 augustus 2020 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 2] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2020129769, gesloten op 24 maart 2020 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
3.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 3] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2020345134, gesloten op 24 juli 2020 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.