ECLI:NL:RBGEL:2020:6280

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 december 2020
Publicatiedatum
26 november 2020
Zaaknummer
8278747 \ CV EXPL 20-966
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Misbruik van economische machtspositie door monopolist in elektriciteitsmeter tarieven

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland zich gebogen over een geschil tussen Enexis Netbeheer B.V. en een gedaagde partij, waarbij Enexis vorderingen heeft ingesteld voor onbetaalde facturen met betrekking tot werkzaamheden aan elektriciteitsmeters. De procedure volgde op een tussenvonnis van 12 augustus 2020 en een mondelinge behandeling op 24 september 2020. De kern van het geschil draait om de vraag of Enexis, als monopolist in de regio, misbruik heeft gemaakt van haar economische machtspositie door onredelijke prijzen in rekening te brengen voor de geleverde diensten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bewijslast voor het aantonen van misbruik bij de gedaagde partij ligt, maar dat Enexis ook verplicht is om voldoende informatie te verstrekken over haar prijsstelling. De rechter heeft Enexis in de gelegenheid gesteld om gegevens te overleggen die de redelijkheid van de in rekening gebrachte kosten kunnen onderbouwen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij de gedaagde partij ook de kans krijgt om haar verweer te verduidelijken. De uitspraak benadrukt de noodzaak van transparantie en de verplichting van monopolisten om hun prijsstelling te motiveren, vooral in het licht van de Mededingingswet.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 8278747 \ CV EXPL 20-966 \ 42693 \ 32568
uitspraak van
vonnis
in de zaak van
de besloten vennootschap
Enexis Netbeheer B.V.
gevestigd te 's-Hertogenbosch
eisende partij
gemachtigde Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders
tegen
de besloten vennootschap
[gedaagde partij]
gevestigd te [vestigingsplaats]
gedaagde partij
procederend in persoon
Partijen worden hierna Enexis en [gedaagde partij] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 12 augustus 2020 en de daarin genoemde processtukken
- de mondelinge behandeling van 24 september 2020.
1.2.
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.De verdere beoordeling van het geschil

2.1.
De kantonrechter blijft bij hetgeen is overwogen en beslist in het tussenvonnis van 12 augustus 2020. Voor de leesbaarheid van dit vonnis worden de feiten en de vordering en het verweer hieronder nogmaals weergegeven:

2.De feiten

2.1.
Op 11 januari 2018 heeft is namens Enexis een e-mail aan [gedaagde partij] gestuurd. In de e-mail staat onder andere:

Hierbij stuur ik u zoals vanmorgen beloofd een prijsindicatie voor het verwijderen van twee GV MS/LS aansluitingen op uw adres (…) en het realiseren van een nieuwe kleinverbruik aansluiting van 3x25 ampère.
In de bijgevoegde prijsindicatie staat:

Eenmalige kosten prijs
Meerlengte elektriciteitsaansluiting € 0,00
Elektriciteitsaansluiting 3 x 25 A € 591,00
Verwijderen aansluitkabel eigen richting MS/LS € 39,22
Verwijderen elektriciteitsaansluiting MS/LS en LS > 3 x 80 A € 4.936,44
Totaal € 5.566,66
2.2.
Op 19 januari 2018 heeft Enexis een offerte voor [gedaagde partij] opgemaakt. In de offerte staat onder andere:

Op basis van uw verzoek bieden wij u aan:
Een aansluiting van 3x25A op het netvlak LS.
De bestaande aansluitingen worden door ons verwijderd.
(…)
Prijs
Wij bieden u bovenstaande werkzaamheden en/of leveringen aan voor een bedrag van5.527,44 euro(exclusief btw).(…)
Facturering en betaling
Alle genoemde bedragen zijn exclusief btw.
2.3.
Op 14 augustus 2018 heeft Enexis een factuur aan [gedaagde partij] gestuurd. Op de factuur staat onder andere:
“Bij deze brengen wij u het onderstaande in rekening, conform onze offerte 20413450 / T87009 / 1 d.d. 19 januari 2018.
(…)
Omschrijving(…)Bedrag in EUR
(…)
Verwijderen elektriciteitsaansluiting > 3 x 2.468,22
80 A t/m 3x250 A
Verwijderen elektriciteitsaansluiting > 3 x 2.468,22
80 A t/m 3x250 A
Elektriciteitsaansluiting 3 x 25 A 591,00
Subtotaal excl BTW 5.527,44
BTW 21,0% over 5.527,44 1.160,76
Totaal 6.688,20

3.De vordering en het verweer

3.1.
Enexis vordert dat de kantonrechter [gedaagde partij] veroordeelt om aan haar te betalen € 8.080,72, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 23 december 2019, met veroordeling van [gedaagde partij] in de proceskosten. De vordering bestaat uit een bedrag van € 6.688,20 aan hoofdsom, € 683,11 aan verschenen handelsrente en € 709,41 aan buitengerechtelijke kosten.
3.2.
Enexis baseert haar vordering, tegen de achtergrond van de vaststaande feiten, op de volgende – zakelijk weergegeven – stellingen. Enexis heeft in opdracht en voor rekening van [gedaagde partij] werkzaamheden verricht. Ondanks aanmaningen heeft [gedaagde partij] het verschuldigde bedrag niet voldaan, zodat zij ook wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke kosten verschuldigd is.
3.3.
[gedaagde partij] voert gemotiveerd verweer dat – beknopt weergegeven – neerkomt op het volgende. Enexis heeft haar werkzaamheden niet goed verricht en Enexis heeft de niet de werkelijke kosten in rekening gebracht bij [gedaagde partij], maar een door Enexis als monopolist zelf vastgesteld standaardtarief.
2.2.
De kantonrechter begrijpt het verweer van [gedaagde partij] in die zin dat betoogd wordt dat Enexis haar economische machtspositie heeft misbruikt, althans dat dit bij gebrek aan informatie een realistische mogelijkheid is.
2.3.
Enexis heeft een economische machtspositie nu zij als monopolist het openbare gas en elektriciteitsnet in de provincies Limburg, Noord Brabant, Drenthe, Overijssel en Groningen beheert. Daarnaast is Enexis verantwoordelijk voor transport van gas en elektriciteit over - en het aansluiten van afnemers op - het openbare gas en elektriciteitsnet. [gedaagde partij] kon dus alleen bij Enexis terecht voor de gewenste werkzaamheden.
2.4.
Artikel 24 Mededingingswet bepaalt dat het ondernemingen verboden is misbruik te maken van een economische machtspositie. De kantonrechter sluit aan bij vaste rechtspraak van het HvJ EU (het arrest van 14 februari 1978, zaak 27/76 (United Brands) ECLI:EU:C:1978:22) waarin de regel is ontwikkeld dat sprake kan zijn van misbruik wanneer de in rekening gebrachte prijs onredelijk hoog is in verhouding tot de economische waarde van de geleverde prestatie. Uit jurisprudentie volgt dat een hoge drempel geldt voor misbruik en dat hiervan nog niet meteen sprake is als er een groot verschil bestaat tussen ‘verkoopprijs’ en onderliggende kosten.
Als misbruik als bedoeld in artikel 24 Mededingingswet zou komen vast te staan, dan kan dat tot juridische consequentie hebben dat er sprake is van een onrechtmatige daad door Enexis jegens [gedaagde partij] of dat de overeenkomst tussen partijen is aan te merken als een (deels) nietige rechtshandeling.
2.5.
De partij die zich op het standpunt stelt dat een ander in strijd met het mededingingsrecht handelt dient dit te onderbouwen met de relevante (economische) feiten en omstandigheden. Dit zodat een voldoende adequaat partijdebat en daaropvolgend rechterlijk oordeel mogelijk wordt gemaakt. De vraag naar de mate waarin (economische) feiten en omstandigheden in een concrete zaak dienen te worden gesteld en, bij betwisting, dienen te worden onderbouwd, kan niet in algemene zin worden beantwoord. Dit hangt af van de omstandigheden van het geval, waaronder de aard en ernst van de gestelde inbreuk en de complexiteit van de betrokken markten (zie HR 21 december 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX0345, onder 3.6.1.-3.6.3).
2.6.
In dit geding is het derhalve aan [gedaagde partij] om te stellen en te bewijzen dat en waarom Enexis misbruik heeft gemaakt van haar economische machtspositie. De omstandigheid dat Enexis een economische machtspositie inneemt, brengt daarin geen verandering (zie ook gerechtshof Den Haag in zijn arrest van 1 juni 2010 (ECLI:NL:GHSGR:2010:BM6398). Ook het feit dat de machtspositie van Enexis berust op een wettelijk monopolie noopt niet tot omkering van de bewijslast. De kantonrechter is wel van oordeel dat op Enexis een verzwaarde motiveringsplicht rust bij het weerspreken van door [gedaagde partij] gestelde feiten en omstandigheden. [gedaagde partij] heeft onbetwist gesteld dat zij meerdere keren bij Enexis om uitleg heeft gevraagd over hoe zij de kosten voor de werkzaamheden heeft berekend en welke werkzaamheden precies zijn uitgevoerd. Enexis heeft echter steeds geweigerd meer uitleg te geven dan dat de werkzaamheden zoals geoffreerd zijn uitgevoerd. Enexis dient als gevolg van genoemde motiveringsplicht tegenover de stellingen van [gedaagde partij] voldoende feitelijke gegevens te verschaffen om de door haar gevolgde handelwijze met betrekking tot haar prijsstelling en de daarbij gemaakte keuzes toetsbaar te doen zijn.
2.7.
Enexis wordt daarom in de gelegenheid gesteld om de gegevens te verschaffen om te kunnen beoordelen of de in rekening gebrachte kosten in redelijke verhouding staan met de economische waarde van de werkzaamheden. Opgemerkt wordt dat de economische waarde van de werkzaamheden niet beperkt is tot enkel het bedrag dat Enexis aan de aannemer heeft moeten voldoen, maar het begrip ziet alle kosten die Enexis heeft moeten maken om de geoffreerde werkzaamheden te laten uitvoeren. Bij de door Enexis te verschaffen gegevens valt, zonder dit uitputtend te bedoelen, te denken aan het overleggen van de factuur die de aannemer aan Enexis heeft verstuurd en de berekening van de prijs zoals geoffreerd door Enexis aan [gedaagde partij] en uitleg daarover. Enexis zal in de gelegenheid worden gesteld om hierover een akte te nemen.
2.8.
Daarna wordt [gedaagde partij] in de gelegenheid gesteld haar verweer (zie 2.2.) te verduidelijken. Daarbij moet zij onder meer gemotiveerd onderbouwen dat en waarom Enexis misbruik heeft gemaakt van haar economische machtspositie. Vervolgens zal de kantonrechter, afhankelijk van de inhoud van de te nemen aktes, beslissen over het vervolg van de procedure.
2.9.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
stelt Enexis in de gelegenheid op de rol van 30 december 2020 een akte te nemen als bedoeld in 2.7;
3.2.
houdt iedere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. S.E. Sijsma en in het openbaar uitgesproken op