Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling
3.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in 2.9. kunnen worden getroffen;
25 oktober 2022.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 26 oktober 2020 een zorgmachtiging verleend voor de duur van 24 maanden op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot deze machtiging werd ingediend door de officier van justitie, omdat betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis, in het verleden meerdere keren met medicatie is gestopt, wat leidde tot ernstige decompensatie. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende vertrouwen is dat betrokkene zonder machtiging zijn medicatie vrijwillig zal blijven innemen. Tijdens de mondelinge behandeling, die via beeldbellen plaatsvond vanwege COVID-19, werd betrokkene bijgestaan door zijn advocaat, mr. J.J. van Vliet. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene al vele jaren onder de BOPZ (Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen) valt en dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. De rechtbank heeft de ernst van de situatie en het gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen in overweging genomen. De rechtbank heeft de verzoeken tot verplichte zorg toegewezen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De zorgmachtiging is verleend voor de maximale duur van 24 maanden, met de voorwaarde dat opname in een accommodatie alleen mag plaatsvinden als ambulante zorg niet meer afdoende is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief is, en dat voldaan is aan de criteria voor verplichte zorg zoals bedoeld in de Wvggz.