ECLI:NL:RBGEL:2020:6269

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 oktober 2020
Publicatiedatum
26 november 2020
Zaaknummer
C/05/377654 / FA RK 20-3546
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 26 oktober 2020 een zorgmachtiging verleend voor de duur van 24 maanden op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot deze machtiging werd ingediend door de officier van justitie, omdat betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis, in het verleden meerdere keren met medicatie is gestopt, wat leidde tot ernstige decompensatie. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende vertrouwen is dat betrokkene zonder machtiging zijn medicatie vrijwillig zal blijven innemen. Tijdens de mondelinge behandeling, die via beeldbellen plaatsvond vanwege COVID-19, werd betrokkene bijgestaan door zijn advocaat, mr. J.J. van Vliet. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene al vele jaren onder de BOPZ (Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen) valt en dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. De rechtbank heeft de ernst van de situatie en het gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen in overweging genomen. De rechtbank heeft de verzoeken tot verplichte zorg toegewezen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De zorgmachtiging is verleend voor de maximale duur van 24 maanden, met de voorwaarde dat opname in een accommodatie alleen mag plaatsvinden als ambulante zorg niet meer afdoende is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief is, en dat voldaan is aan de criteria voor verplichte zorg zoals bedoeld in de Wvggz.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Arnhem
Zaakgegevens: C/05/377654 / FA RK 20-3546
Datum mondelinge uitspraak: 26 oktober 2020
Beschikking machtiging tot het verlenen van verplichte zorg Wvggz
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J.J. van Vliet te Nijmegen.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 12 oktober 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft vanwege de situatie rondom het virus COVID-19 via beeldbellen plaatsgevonden op 26 oktober 2020.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn gehoord:
betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
dhr. [naam] , als behandelaar verbonden aan Pro Persona.
1.4.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling.

2.Beoordeling

2.1.
Vanwege de maatregelen van de overheid ter bestrijding van het coronavirus (COVID-19) is het niet toegestaan betrokkene persoonlijk te bezoeken. Dit levert voor betrokkene en andere aanwezigen een onaanvaardbaar besmettingsgevaar op. Om die reden is besloten betrokkene via beeldbellen te horen.
2.2.
De rechtbank heeft op 1 mei 2020 een zorgmachtiging verleend tot en met 1 november 2020.
2.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en ander psychotische stoornissen en middelgerelateerde verslavingsstoornissen waarbij schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen voorliggend zijn. Vanwege de ernst van de problematiek en het gebrek aan ziekte-inzicht heeft betrokkene al vele jaren een rechterlijke machtiging. Deze rechterlijke machtiging is elk jaar verlengd, wat uiteindelijk tot een werkbare situatie heeft geleid. Daarbij is in het verleden gebleken dat het zonder rechterlijke machtiging vrijwel direct fors misliep en het zeer moeizaam was om daarna weer tot een werkbare situatie te komen.
2.4.
Het gedrag dat uit de stoornis voortvloeit, leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
levensgevaar;
ernstig lichamelijk letsel;
ernstige psychische schade;
ernstige immateriële schade;
ernstige financiële schade;
ernstige verwaarlozing;
maatschappelijke teloorgang;
het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen.
2.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene zorg nodig.
2.6.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om ontregeling tijdig te kunnen zien aankomen en hierop bij te sturen dient betrokkene de afspraken met het FACT team na te komen. De (depot)medicatie is noodzakelijk voor de behandeling van de psychose. Als betrokkene zijn medicatie inneemt is de psychose minder prominent aanwezig en is sprake van een samenwerkingsrelatie met betrokkene. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.7.
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht dat hij het niet eens is met het verzoek. Hij vindt dat het goed met hem gaat en dat hij er recht op heeft om zijn eigen leven te leiden. De advocaat heeft naar voren gebracht dat de verplichte vorm ‘het uitoefenen van toezicht’, zoals door Pro Persona is aangekruist beter past dan de door de officier van justitie verzochte verplichte vorm ‘het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen’, omdat het ziet op het nakomen van de afspraken met het FACT-team. De advocaat is het eens met de verzochte duur van de zorgmachtiging, omdat de zittingen steeds voor stress zorgen bij betrokkene. Wel vindt hij dat betrokkene een kans verdient als hij zegt dat hij de hulpverlening serieus blijft nemen en ook zijn medicatie blijft slikken.
2.8.
De behandelaar heeft naar voren gebracht dat betrokkene door de ondersteuning die hij van Pro Persona krijgt zelfstandig kan blijven wonen. De zorgmachtiging is nodig om dat te kunnen continueren, omdat betrokkene zich onttrekt aan de behandeling als hij denkt dat hij het niet meer nodig heeft. Het verplicht toedienen van vocht en voeding is volgens de behandelaar niet aan de orde aangezien dit voor betrokkene nooit een probleem is geweest.
2.9.
Gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting is de rechtbank van oordeel dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. Het is de rechtbank gebleken dat het op dit moment goed gaat met betrokkene en dat hij vrij stabiel is, maar dat het van belang is dat betrokkene zijn medicatie blijft innemen zodat het ook goed blijft gaan. Ook is het daarvoor van belang dat betrokkene de hulpverlening toelaat, zodat hij de nodige zorg ontvangt en in de thuissituatie kan blijven wonen. Gelet op de stukken en hetgeen ter zitting door de behandelaar naar voren is gebracht, heeft de rechtbank onvoldoende vertrouwen dat betrokkene zonder machtiging de medicatie vrijwillig zal blijven innemen nu betrokkene in het verleden eerder met de medicatie is gestopt en ook wel eens medicatie op eigen initiatief heeft afgebouwd. Dit leidt (telkens) tot ernstige decompensatie bij betrokkene, waarbij hij de hulpverlening niet langer toelaat en dat moet voorkomen worden. Het doel is immers te voorkomen dat een situatie zich gaat voordoen waarin betrokkene wederom gedwongen opgenomen moet worden. Om die reden is verplichte zorg nodig. De verplichte vorm van zorg ‘het toedienen van vocht en voeding’ zal de rechtbank niet toewijzen nu ter zitting gebleken is dat hiervoor geen noodzaak bestaat. Gelet op het voorgaande, zal de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg opnemen in de zorgmachtiging:
het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische behandelmaatregelen;
het beperken van de bewegingsvrijheid;
het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
het opnemen in een accommodatie.
Betrokkene heeft al vele jaren machtigingen onder de BOPZ gehad. Er is tussendoor geen machtigingsloze periode geweest. Vooruitlopend op de Spoedreparatiewet Wvggz/Wzd Stb. 2020, 404 (nog niet gepubliceerd) is daarom een zorgmachtiging voor 24 maanden verzocht en de rechtbank ziet ook voldoende reden om deze toe te wijzen.
De vormen van verplichte zorg worden dan ook toegewezen voor de maximale duur van 24 maanden. Het ‘opnemen in een accommodatie’ mag gedurende deze 24 maanden alleen worden toegepast als de ambulante zorg niet meer afdoende is om het ernstig nadeel af te wenden. Opname dient in dat geval zo kort als mogelijk plaats te vinden en mag duren zo lang als noodzakelijk is. Als er enige tijd is verstreken sinds het verlenen van deze zorgmachtiging, dan zal er opnieuw onderzoek moeten worden verricht door een onafhankelijke psychiater naar de vraag of opname noodzakelijk is. De verplichte vorm van zorg ‘het beperken van de bewegingsvrijheid’ mag alleen worden toegepast bij een opname. De verplichte vorm van zorg ‘het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen’ ziet (naast binnen een eventuele klinische setting ook) op het nakomen van de afspraken met de behandelaars in de thuissituatie.
2.10.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.11.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.12.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van 24 maanden, om welke reden de rechtbank zal beslissen als hierna vermeld.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in 2.9. kunnen worden getroffen;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk
25 oktober 2022.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 26 oktober 2020 door mr. A.A. Roodenburg, rechter, in tegenwoordigheid van J.A.M. Rozema, griffier, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 6 november 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.