ECLI:NL:RBGEL:2020:6249

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 november 2020
Publicatiedatum
25 november 2020
Zaaknummer
8833369 CV EXPL 20-3606
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering gemachtigde door kantonrechter op basis van artikel 81 Rv

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 25 november 2020, is een verzoek gedaan door een aantal verzoekers om de gemachtigde van de verweerders, de heer [naam 1], te weigeren op basis van artikel 81 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen de vertegenwoordiging door [naam 1], die eerder als adviseur van hen betrokken was bij pogingen om een perceel grond te verkopen. De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de heer [naam 1] geen advocaat of deurwaarder is en dat er geen ernstige bezwaren zijn die zijn vertegenwoordiging in deze procedure rechtvaardigen. De kantonrechter benadrukt dat de regeling van artikel 81 Rv bedoeld is om evidente misstanden in de procesvoering te voorkomen en dat partijen in beginsel vrij moeten zijn om hun eigen gemachtigde te kiezen. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat het bezwaar van de verzoekers onvoldoende grondslag biedt om de heer [naam 1] als gemachtigde te weigeren. De beslissing van de kantonrechter was om het bezwaar van de verzoekers af te wijzen en de zaak door te verwijzen naar de rolzitting van 23 december 2020 voor conclusie van antwoord.

Uitspraak

Rechtbank GELDERLANd

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
Pachtkamer
Zaakgegevens: 8833369 CV EXPL 20-3606
Afschrift verzonden aan beide partijen d.d.:
beschikking van de kantonrechter d.d. 25 november 2020
inzake het verzoek van:

1.[verzoeker 1],

wonende te [woonplaats],
2. [verzoekster 2],
wonende te [woonplaats],
3. [verzoeker 3],
wonende te [woonplaats],
4. [verzoekster 4],
wonende te [woonplaats],
eisende partij, tevens verzoekende partij,
gemachtigde: mr. D.M.H.M. van Dijk,
en

1.[verweerder 1]

gevestigd te [woonplaats],
2. [verweerder 2],
wonende te [woonplaats],
3. [verweerder 3],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij, tevens verwerende partij,
gemachtigde: [naam 1].
Partijen worden hierna aangeduid als [Verzoekers] en [verweerders] (beiden meervoud).

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
- de dagvaarding, ingekomen op 19 oktober 2020;
- de brief van [naam 1], verbonden aan de [naam bedrijf] o.g. te [woonplaats] (hierna: [naam 1]), ingekomen op 26 oktober 2020, dat [verweerders] hem verzocht heeft als hun gemachtigde op te treden en waarin [naam 1] heeft verzocht om uitstel voor het indienen van de conclusie van antwoord;
- het bezwaarschrift, ingekomen op 9 november 2020;
- het verweerschrift van [verweerders], ingekomen op 11 november 2020.
Vervolgens is beschikking bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1
De vordering in de dagvaarding omvat – samengevat - een ontbinding van de tussen partijen bestaande pachtovereenkomst met ontruiming van het gepachte perceel.
2.2
Nadat [naam 1] zich als gemachtigde van [verweerders] in deze procedure heeft gesteld, hebben [Verzoekers] bezwaar gemaakt tegen zijn optreden in die hoedanigheid in deze procedure. Zij hebben de pachtkamer c.q. de kantonrechter-voorzitter in overweging gegeven om met toepassing van artikel 81 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) de bijstand c.q. vertegenwoordiging door [naam 1] te weigeren.
2.3
In artikel 81 Rv lid 1 is het volgende bepaald:
“1. De kantonrechter kan bij met redenen omklede beschikking bijstand of vertegenwoordiging door een persoon tegen wie ernstige bezwaren bestaan en die geen advocaat of deurwaarder is, weigeren. De weigering geldt voor een bepaalde zaak of voor een door de kantonrechter te bepalen tijd.”
2.4
De kantonrechter ontleent ten aanzien van het bezwaarschrift zijn bevoegdheid aan het bepaalde in artikel 81 Rv in samenhang met zijn functie/kwaliteit als voorzitter van de pachtkamer.
2.5
[Verzoekers] hebben naar voren gebracht dat de heer [naam 1] vanaf begin 2012 in opdracht van [Verzoekers] betrokken is geweest bij pogingen om de in deze procedure in het geding zijnde grond te verkopen.
Naar het oordeel van de kantonrechter/voorzitter is echter het feit dat de heer [naam 1], tot 3,5 jaar geleden, als adviseur van [Verzoekers] bij eerdere pogingen tot verkoop van de grond betrokken is geweest geen, althans onvoldoende, grondslag om hem thans in de huidige procedure voor de pachtkamer te weigeren als procesgemachtigde. De voorziening van artikel 81 Rv is immers niet bedoeld voor situaties als deze, maar om evidente misstanden in de procesvoering te voorkomen. Daarbij speelt ook een rol dat een procespartij in beginsel vrij moet zijn om in een gerechtelijke procedure zelf de eigen gemachtigde te kiezen. Dat is mede de reden waarom een kantonrechter bij het eventueel toepassen van artikel 81 Rv uiterst terughoudend dient te zijn.
2.6
De heer [naam 1] heeft uiteraard de eigen verantwoordelijkheid om de aan zijn eerdere positie als rentmeester ontleende vertrouwelijkheid en zorgvuldigheid tegenover [Verzoekers] waar nodig te betrachten.
2.7
Het voorgaande betekent dat het bezwaar van [Verzoekers] zal worden afgewezen.

3.De beslissing

De kantonrechter/voorzitter:
3.1
wijst het bezwaar van [Verzoekers] af;
3.2
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de rolzitting van 23 december 2020 voor conclusie van antwoord (per a.).
Deze beschikking is gegeven door mr. D. Vergunst, kantonrechter/voorzitter en uitgesproken op 25 november 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.
jse