Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.Bewezenverklaring
of omstreeksde periode van 17 september 2017 tot en met 9 oktober 2018 te
en/of
(elders
)in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door
/of
/of
/daarineen lege tube [naam 2] toe te sturen en
/of
(onmiddellijke
)nabijheid van de woning
/verblijfplaatsvan die [slachtoffer] en
/of
(daarbij
)op de
/eenramen te bonken
en/of slaan en
/of
(daarbij
)te roepen: "I'll find you. Dit is wat je er van krijgt. Ik ga je nooit met rust laten", althans woorden van gelijke aard en
/ofstrekking en
/of
(daarbij
) (hard)te lachen,
te doen, niet te doen,te dulden en/of vrees aan te jagen.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde voor het einde van de proeftijd die op twee jaren wordt bepaald;
werkstrafgedurende
180 (honderdtachtig) uren, met het bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 90 (negentig) dagen;
- legt op de maatregel dat veroordeelde voor de duur van vijf jaren op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met
- beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan een van bovengenoemde maatregelen wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt zeven (7) dagen
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer], van een bedrag van
€ 15.101,05(vijftienduizendhonderdeen euro en vijf cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
benadeelde partij [slachtoffer] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij
[slachtoffer], een bedrag
te betalen van € 15.101,05(vijftienduizendhonderdeen euro en vijf cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom
20 dagen gijzelingzal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;