In deze zaak heeft de kinderrechter op 23 november 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene die lijdt aan een ernstige eetstoornis. De officier van justitie had op 19 november 2020 een verzoek ingediend om de op 18 november 2020 opgelegde crisismaatregel te verlengen. Vanwege de COVID-19 maatregelen vond de mondelinge behandeling via beeldbellen plaats. Tijdens deze behandeling zijn de betrokkene, haar advocaat, een psychiater en een kinderarts gehoord. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade, veroorzaakt door haar eetstoornis.
De kinderrechter oordeelde dat de noodzakelijke zorg niet kan worden geboden in het ziekenhuis waar de betrokkene momenteel verblijft. Er is een dringende behoefte aan een passende opnameplek waar zowel haar eetstoornis als de onderliggende psychiatrische problematiek behandeld kan worden. De kinderrechter benadrukte het belang van een snelle opname op een geschikte plek. De voorgestelde verplichte zorg werd als evenredig en effectief beoordeeld. Uiteindelijk verleende de kinderrechter een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, met de nodige vormen van verplichte zorg, en deze beschikking werd mondeling uitgesproken in het openbaar.