ECLI:NL:RBGEL:2020:6206

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 november 2020
Publicatiedatum
23 november 2020
Zaaknummer
C/05/379691 / FZ RK 20-3217
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van een crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de kinderrechter op 23 november 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene die lijdt aan een ernstige eetstoornis. De officier van justitie had op 19 november 2020 een verzoek ingediend om de op 18 november 2020 opgelegde crisismaatregel te verlengen. Vanwege de COVID-19 maatregelen vond de mondelinge behandeling via beeldbellen plaats. Tijdens deze behandeling zijn de betrokkene, haar advocaat, een psychiater en een kinderarts gehoord. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade, veroorzaakt door haar eetstoornis.

De kinderrechter oordeelde dat de noodzakelijke zorg niet kan worden geboden in het ziekenhuis waar de betrokkene momenteel verblijft. Er is een dringende behoefte aan een passende opnameplek waar zowel haar eetstoornis als de onderliggende psychiatrische problematiek behandeld kan worden. De kinderrechter benadrukte het belang van een snelle opname op een geschikte plek. De voorgestelde verplichte zorg werd als evenredig en effectief beoordeeld. Uiteindelijk verleende de kinderrechter een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, met de nodige vormen van verplichte zorg, en deze beschikking werd mondeling uitgesproken in het openbaar.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Zutphen
Zaakgegevens: C/05/379691 / FZ RK 20-3217
Datum mondelinge uitspraak: 23 november 2020
Beschikking machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel Wvggz
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
verblijfadres: Streekziekenhuis Koningin Beatrix te Winterswijk,
op grond van een crisismaatregel geldend tot en met 21 november 2020,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. I. Vreeken te Zutphen.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 19 november 2020, heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 18 november 2020 opgelegde crisismaatregel.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft vanwege de situatie rondom het virus COVID-19 via beeldbellen plaatsgevonden op 23 november 2020.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • mw. [naam 1] , als psychiater verbonden aan GGNet;
  • mw. [naam 2] , als kinderarts verbonden aan Streekziekenhuis Koningin Beatrix te Winterswijk;
  • de ouders van betrokkene.
1.4.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling.

2.Beoordeling

2.1.
Ten aanzien van de wijze waarop de procedure mondeling is behandeld, overweegt de kinderrechter als volgt. Vanwege de maatregelen van de overheid ter bestrijding van het coronavirus (COVID-19) is het landelijk beleid van de Rechtspraak dat het niet is toegestaan de accommodatie waar betrokkene verblijft te bezoeken. Dit levert voor betrokkene en de medebewoners en verzorgers een onaanvaardbaar besmettingsgevaar op. Datzelfde geldt voor de medewerkers van de rechtbank, alsook voor bewoners en verzorgers van overige accommodaties indien van dit beleid zou worden afgeweken. Om die reden is besloten betrokkene via beeldbellen te horen.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in:
  • levensgevaar;
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige psychische schade;
  • acute maatschappelijke teloorgang;
  • ernstig verstoorde ontwikkeling.
2.3.
Het ernstig vermoeden bestaat dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een ernstige (levensbedreigende) eetstoornis van het restrictieve type. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. Sinds de zomer van 2020 is betrokkene snel afgevallen en ze weegt op dit moment ongeveer 37 kilo bij een lengte van 1.72 meter. Er is sprake van ernstige hartritmestoornissen met in de nacht een hartritme van onder veertig slagen per minuut. Er is opnieuw risico op ernstige hypoglycemieen (te lage bloedsuikerspiegel).
2.4.
De kinderrechter is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde zorg, te weten:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische behandelmaatregelen,
  • het beperken van de bewegingsvrijheid,
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene,
  • het opnemen in een accommodatie,
noodzakelijk is om het nadeel af te wenden. Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Terug naar huis, zoals betrokkene wenst, is op dit moment geen reële optie. Betrokkene wil zich niet conformeren aan het beleid van de kinderarts om aan te komen in haar gewicht. Ook tijdens de mondelinge behandeling heeft betrokkene aangegeven dat zij niet wil aankomen in gewicht. Betrokkene is ook niet genegen om naar een gezond gewicht te streven en geeft hiermee eigenlijk haar leven op. Ze is moe en ze heeft geen hoop op verandering middels een behandeling.
2.5.
Tijdens de mondelinge behandeling is uitvoerig besproken dat betrokkene nu verblijft op de kinderafdeling van het ziekenhuis in Winterswijk en daar vier keer per dag voeding onder dwang krijgt toegediend, waarbij ze vanwege haar verzet door vier mensen gefixeerd moet worden. Dat is eigenlijk geen zorg die geleverd kan worden in het ziekenhuis. Bovendien kan betrokkene op deze plek niet de (ook) noodzakelijke psychiatrische zorg geboden worden. De psychiater heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat het nog niet is gelukt een geschikte (crisis)plek te vinden waar betrokkene opgenomen kan worden en ook de noodzakelijk gespecialiseerde zorg geboden kan worden. Volgens de psychiater is GGNet druk doende een geschikte plek te vinden, waarbij het nu ‘hogerop’ via de geneesheer-directeur wordt besproken of betrokkene elders, buiten een ziekenhuis, terecht kan. De kinderrechter wil benadrukken dat het voor betrokkene van essentieel belang is dat zij nu snel op een passende plek wordt opgenomen, waar haar eetstoornis behandeld kan worden en waar haar ook psychiatrische hulp geboden kan worden voor de overige onderliggende problematiek.
2.6.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken.

3.Beslissing

De kinderrechter:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel met de vormen van verplichte zorg zoals hierboven onder 2.4. zijn genoemd ten aanzien van
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
14 december 2020.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 23 november 2020 door mr. L.J.P. Lambooij, kinderrechter, in tegenwoordigheid van L. Stoevenbelt, griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 23 november 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.