In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 24 november 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een besloten vennootschap (hierna: eiser) en een gedaagde. De eiser vorderde ontbinding van een koopovereenkomst die op 30 augustus 2019 was gesloten voor de verkoop van een Lexus RC300H. De gedaagde had een aanbetaling van € 2.000,00 gedaan, maar voldeed niet aan de betalingsverplichtingen zoals vastgelegd in de overeenkomst. Eiser heeft gedaagde meerdere keren gesommeerd om de openstaande vordering te voldoen, maar zonder resultaat. Hierdoor heeft eiser besloten de koopovereenkomst te ontbinden.
Tijdens de procedure heeft de gedaagde geen verweer gevoerd, ondanks dat zijn advocaat aanwezig was. De rechter heeft de gedaagde in de gelegenheid gesteld om zijn verweer via een skypeverbinding te onderbouwen, maar dit is niet gebeurd. De rechter heeft het wrakingsverzoek van gedaagde afgewezen en de vorderingen van eiser toegewezen, omdat deze niet ongegrond of onrechtmatig voorkwamen.
De voorzieningenrechter heeft gedaagde veroordeeld om binnen twee dagen na betekening van het vonnis de auto aan eiser af te geven, met een dwangsom van € 750,00 per dag bij niet-nakoming, tot een maximum van € 35.000,00. Daarnaast is gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.347,09, en in de na dit vonnis ontstane kosten, met een voorwaarde dat gedaagde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis voldoet. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.