ECLI:NL:RBGEL:2020:6144
Rechtbank Gelderland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van een schriftelijke aanwijzing door de kinderrechter in een jeugdzorgzaak
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Gelderland op 5 oktober 2020 uitspraak gedaan in een jeugdzorgkwestie. De zaak betreft de bekrachtiging van een schriftelijke aanwijzing die op 1 juli 2020 door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Gelderland is gegeven aan de moeder van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders het gezag uitoefenen over de kinderen, die onder toezicht zijn gesteld. De GI heeft de schriftelijke aanwijzing gegeven vanwege grensoverschrijdend gedrag van de moeder jegens de gezinsvoogden, wat de uitvoering van de zorgplannen voor de kinderen belemmert. De moeder heeft ervoor gekozen om niet ter zitting te verschijnen, maar heeft in een brief haar frustraties geuit over de GI en de uithuisplaatsing van haar kinderen.
De kinderrechter heeft de feiten en het procesverloop in overweging genomen, evenals de argumenten van de GI en de moeder. De kinderrechter concludeert dat de schriftelijke aanwijzing van de GI betrekking heeft op de verzorging en opvoeding van de minderjarigen en dat de moeder niet heeft voldaan aan de aanwijzing. De kinderrechter bekrachtigt de schriftelijke aanwijzing, maar legt vooralsnog geen dwangsom op, in de hoop dat de moeder haar gedrag zal aanpassen. De kinderrechter benadrukt het belang van samenwerking in het belang van de kinderen en de noodzaak voor de moeder om haar emoties te reguleren.