Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling
Wijziging van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten teneinde de uitvoerbaarheid op punten te vergroten en enkele technische onvolkomenheden en omissies te herstellen. Wet van 11 mei 2020, nr. 35 456), nu deze wet op 6 oktober jl. ook door de Eerste Kamer is aangenomen. Uit deze reparatiewet blijkt onder meer dat de rechter ook in aansluiting op een rechterlijke machtiging afgegeven op grond de Wet BOPZ, een zorgmachtiging voor de duur van maximaal 12 maanden kan verlenen. Bij het bepalen van de duur van de machtiging heeft de rechtbank tevens acht geslagen op de bevindingen van de geneesheer-directeur, dat er geen verbetering valt te verwachten in het toestandsbeeld van betrokkene, gezien het chronisch karakter van de stoornissen en het beloop tot nu toe. De rechtbank acht het daarom ook in het belang van betrokkene dat de machtiging wordt verleend voor een langere duur en zal de zorgmachtiging afgeven voor de duur van 12 maanden.
3.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
15 oktober 2021.