ECLI:NL:RBGEL:2020:601

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 februari 2020
Publicatiedatum
31 januari 2020
Zaaknummer
8018737
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onredelijk bezwarend annulerings- en ontbindingsbeding in studieovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter te Arnhem op 5 februari 2020 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tussen [naam eiser] en Capabel Onderwijs Groep B.V. Het geschil betreft de vraag of de annulerings- en ontbindingsbedingen in de algemene voorwaarden van Capabel onredelijk bezwarend zijn in de zin van artikel 6:233 BW en oneerlijk volgens de richtlijn 93/13/EEG. De eiser, [naam eiser], had een studieovereenkomst gesloten met Capabel voor de opleiding Sociaal Maatschappelijk Dienstverlener. Na een betalingsachterstand heeft Capabel de overeenkomst ontbonden en 100% van de kosten van de opleiding gevorderd. De kantonrechter oordeelde dat de bedingen in de algemene voorwaarden niet als redelijk konden worden aangemerkt, omdat zij de consument niet voldoende bescherming bieden. De rechter vernietigde het eerdere verstekvonnis en wees de vorderingen van Capabel af, waarbij hij benadrukte dat de eiser recht had op een redelijke vergoeding in plaats van de volledige kosten. De proceskosten werden toegewezen aan de eiser, met uitzondering van de kosten van de verzetdagvaarding.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 8018737 \ CV EXPL 19-10742 \ 693\415
uitspraak van 5 februari 2020
vonnis in verzet
in de zaak van
[naam eiser]
wonende te [woonplaats]
eisende partij in verzet
gemachtigde SJD-Legal
tegen
de besloten vennootschap
Capabel Onderwijs Groep B.V.
gevestigd te Zwolle
gedaagde partij in verzet
gemachtigde Bosveld incasso & gerechtsdeurwaarders
Partijen worden hierna [naam eiser] en Capabel genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de verzetdagvaarding van 2 september 2019
- de conclusie van antwoord in verzet met producties 5 tot en met 7
- de conclusie van repliek in verzet.
1.2.
Het verzet richt zich tegen het door de kantonrechter op 19 juni 2019 tussen Capabel als eisende partij en [naam eiser] als gedaagde partij bij verstek uitgesproken vonnis onder zaaknummer 7832973 CV EXPL 19-7320 / 907 F.W.

2.De feiten

2.1.
Capabel en [naam eiser] sluiten een onderwijsovereenkomst voor de opleiding sociaal maatschappelijk dienstverlener (hierna: overeenkomst) voor de looptijd van 18 maanden, die op 30 november 2015 door partijen is ondertekend, waarbij partijen ook een doorlopende machtiging zijn overeengekomen om de termijnbedragen automatisch van de bankrekening van [naam eiser] te incasseren. In de overeenkomst is onder meer het volgende opgenomen.
(…)
1. De inschrijving
De student is d.d. 21-10-2015 ingeschreven en heeft daarmee een koopovereenkomst gesloten voor de volgende opleiding:
OpleidingSociaal Maatschappelijk Dienstverlener
Beoogd niveau4
(…)
Nominale duur opleiding12 maanden
(…)
Looptijd onderwijsovereenkomst18 maanden
(…)
Gewenste startmaandjanuari-2016
(…)
8. Ondertekening
Deze onderwijsovereenkomst vormt samen met de reeds toegestuurde en geaccepteerde Algemene Voorwaarden van Capabel (…) en de startbrief de tussen de partijen gesloten onderwijsovereenkomst (…)
In de algemene voorwaarden van Capabel (hierna: algemene voorwaarden) staat onder meer het volgende.
(…)
Artikel 4: bedenktijd
4.1
Op bovengenoemde koopovereenkomst is de “Wet Koop op Afstand” van de Europese richtlijn 97/7/EG van toepassing. De student heeft derhalve het recht de inschrijving binnen 14 dagen kosteloos te annuleren. (…).
4.2
Geen recht op annulering overeenkomstig de “Wet Koop op Afstand” bestaat als het onderwijs door Capabel Onderwijs Groep met instemming van de student is begonnen, voordat de termijn van 14 dagen is verstreken.
(…)
Artikel 9: Annuleringsregeling
(…)
9.2
Indien de opdrachtgever/student annuleert binnen de in artikel 4 genoemde bedenktijd, zijn er geen kosten verschuldigd. Na verstrijken van de bedenktijd is de opdrachtgever/student altijd minimaal het inschrijfgeld verschuldigd.
9.3
Indien de opdrachtgever/student annuleert 8 weken of meer voor de start van de opleiding, is er geen studiegeld verschuldigd.
9.4
Indiende opdrachtgever/student annuleert minder dan 8 weken voor de start van de opleiding, maar wel voor de start van de opleiding, is 25% van het studiegeld verschuldigd.
9.5
Indien de opdrachtgever/student annuleert na start van de opleiding, maar niet meer dan 6 weken na de start van de opleiding, is 40% van het studiegeld verschuldigd. Tevens zijn 100% van de kosten leermiddelen verschuldigd.
9.6
Indiende opdrachtgever/student annuleert 7 weken of meer na de start van de opleiding, zijn 100% van het studiegeld en 100% van de kosten leermiddelen verschuldigd.
(…)
Artikel 26: Ontbinding
26.1
In geval van ontbinding van de koopovereenkomst en daarmee tevens een eventueel afgesloten onderwijsovereenkomst wegens een tekortkoming in de nakoming van de verbintenis zijdens de student, daaronder begrepen betalingsachterstand en het niet tijdig opsturen van door Capabel Onderwijs Groep gevraagde bewijsstukken voor toelating, is de student verplicht de schade die Capabel Onderwijs Groep door deze ontbinding lijdt, te vergoeden.
26.2
De hoogte van de aan Capabel Onderwijs Groep verschuldigde schadevergoeding wordt bepaald door Capabel Onderwijs Groep op basis van de werkelijk geleden schade en bedraagt in alle gevallen minimaal de annuleringskosten zoals vermeld in artikel 9.
26.3
Op de schadevergoeding worden reeds betaalde termijnen van het studiegeld in mindering gebracht. (…)
2.2.
Op 14 januari 2016 stuurt Capabel een factuur met factuurnummer 16400239 ten bedrage van € 4.899,00 met daarin onder meer het volgende.
(…)
Facturering met betrekking tot de aangevraagde opleiding. Deze factuur zal, vanaf januari, in 12 maandelijkse gelijke termijnen rond de 25e dag van iedere maand van uw rekening worden afgeschreven. Het bedrag voor leermiddelen wordt met de eerste reguliere termijn geïncasseerd. (…)
2.3.
[naam eiser] betaalt via automatische incasso een bedrag van € 3.180,00 aan Capabel.
2.4.
Op 11 januari 2017 stuurt Capabel een aanmaning naar [naam eiser] met daarin onder meer het volgende.
(…)
Ondanks onze eerdere betalingsherinnering hebben wij tot op heden nog geen (volledige) betaling voor onderstaande facturen mogen ontvangen Wij verzoeken u hierbij nogmaals vriendelijk doch dringend het vervallen saldo van € 900 00 per omgaande aan ons te voldoen. (…)
Indien uw betaling van het vervallen saldo niet binnen 14 dagen na dagtekening van deze aanmaning op onze bankrekening staat bijgeschreven behouden wij ons het recht voor de vordering uit handen te geven. Alle hieruit voortkomende rente en incasso kosten worden bij u in rekening gebracht. Daarnaast wordt u de toegang tot de lessen ontzegd en zal de onderwijsovereenkomst worden ontbonden. Tijdens schorsing blijft de verzuimregeling van kracht. De dag(en) die u vanwege schorsing verzuimt wordt als absente genoteerd Dit heeft gevolgen voor uw studiefinanciering. Tevens wordt het gehele factuurbedrag ineens opeisbaar. Bovenbedoelde ontzegging is het gevolg van wanbetaling (…)
2.5.
Op 7 maart 2017 stuurt Capabel een ingebrekestelling naar [naam eiser] , waarbij haar ook de toegang wordt ontzegd.
(…)
Let op! Bovengenoemde heeft verstrekkende consequenties voor u. Vanaf heden wordt u niet meer toegelaten tot de lessen, het gebouw en de elektronische leeromgeving. (…)
2.6.
Op 12 februari 2019 stuurt de gemachtigde van Capabel een kosteloze aanmaning naar [naam eiser] voor een bedrag van € 1.114,00, waarbij een bedrag van € 227,39 aan buitengerechtelijke kosten wordt aangezegd.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Capabel heeft in de verstekprocedure de veroordeling van [naam eiser] gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad en tegen behoorlijk bewijs van kwijting, tot betaling van een bedrag van € 1.453,61 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.453,61 vanaf 10 april 2019 tot aan de dag der algehele voldoening en met de veroordeling van [naam eiser] in de proceskosten.
3.2.
[naam eiser] heeft gevorderd dat de kantonrechter haar goed-opposant verklaart tegen het verstekvonnis van 19 juni 2019 en dat de kantonrechter, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, dit verstekvonnis vernietigt, met de veroordeling van Capabel in de proceskosten in beide instanties.
3.3.
[naam eiser] heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd, kort en zakelijk weergegeven en voorzover hier van belang, dat Capabel de onderwijsovereenkomst door opzegging tussentijds heeft ontbonden. [naam eiser] heeft daar zelf niet om gevraagd. Zij is consument en de kantonrechter dient, mede gelet op de richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de richtlijn) en het bepaalde in artikel 6:233 en verder Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), ambtshalve na te gaan of een contractueel beding binnen de werkingssfeer van de richtlijn valt en zo ja, of het oneerlijk is. [naam eiser] heeft zich beroepen op de vernietigbaarheid van de algemene voorwaarde, meer specifiek de annuleringsvoorwaarden in artikel 26 in verbinding met artikel 9 van de algemene voorwaarden. Capabel heeft, gelet op de bepalingen in de richtlijn, artikel 6:233 BW e.v. en de algemene voorwaarden, ten onrechte 100% van de kosten van de opleiding van [naam eiser] gevorderd. Immers, hier is sprake van een overeenkomst van opdracht als bedoeld in artikel 7:400 BW, die de opdrachtgever te allen tijde kan opzeggen. Voor de gevolgen van de opzegging moet volgens [naam eiser] aansluiting worden gezocht bij artikel 7:411 BW. Capabel heeft derhalve enkel recht op redelijk loon, hetgeen zij dient te onderbouwen. Dit heeft Capabel ten onrechte nagelaten, aldus [naam eiser] .
3.4.
Capabel heeft de vordering gemotiveerd betwist. Op dit verweer wordt hierna – voor zover van belang voor onderhavige zaak – ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Niet in geschil is dat partijen een studieovereenkomst, zoals weergegeven in r.ov. 2.1., zijn aangegaan, noch dat de algemene voorwaarden op deze overeenkomst van toepassing zijn. Het geschil tussen partijen spitst zich met name toe op de vraag of [naam eiser] , mede gelet op het bepaalde in de richtlijn en artikel 6:233 BW, gehouden is een bedrag van € 1.308,41 aan Capabel te voldoen.
ontbinding en annulering, algemene voorwaarden
4.2.
De overeenkomst tussen Capabel en [naam eiser] moet worden aangemerkt als een consumentenovereenkomst als bedoeld in de richtlijn. Capabel is immers een rechtspersoon die handelt in het kader van haar bedrijfs- of beroepsactiviteit en [naam eiser] is een natuurlijk persoon, van wie niet is gebleken dat zij bedrijfs- of beroepsmatig heeft gehandeld. Capabel heeft haar vordering wat betreft het gevorderde bedrag van € 1.308,41, zijnde 100% van de kosten van de opleiding, gebaseerd op artikel 26 in verbinding met artikel 9 van de algemene voorwaarden. Dat artikel is een beding als bedoeld in artikel 3 lid 1 van de richtlijn, omdat daarover niet afzonderlijk is onderhandeld. Het beding is geen kernbeding in de zin van artikel 4 lid 2 van de Richtlijn, omdat het alleen een regeling bevat met betrekking tot de verschuldigdheid van het cursusgeld in geval van ontbinding van de overeenkomst, en daarmee niet het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst bepaalt (gerechtshof Den Haag, 8 maart 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:486).
4.3.
Beoordeeld moet worden of artikel 26 in verbinding met artikel 9 van de algemene voorwaarden een oneerlijk beding is als bedoeld in de richtlijn.
4.3.1.
De overeenkomst tussen Capabel en [naam eiser] dient gekwalificeerd te worden als een overeenkomst van opdracht in de zin van artikel 7:400 e.v. BW. Ingevolge artikel 7:408 BW lid 1 BW kan de opdrachtgever de overeenkomst te allen tijde opzeggen. Voor de gevolgen van die opzegging moet in lijn met het voormelde arrest en het daarop volgend arrest van de Hoge Raad van 27 oktober 2017 (ECLI:NL:HR:2017:2775) aansluiting worden gezocht bij artikel 7:411 BW, waarin wordt bepaald dat bij voortijdige beëindiging van de opdracht de opdrachtnemer recht heeft op een redelijk loon. Dat Capabel in artikel 26 van de algemene voorwaarden spreekt over schadevergoeding, maakt dat niet anders. Daarbij neemt de kantonrechter ook in overweging dat Capabel in haar algemene voorwaarden daarbij in artikel 26.2 een koppeling maakt met de annuleringskosten, zoals weergegeven in artikel 9 van de algemene voorwaarden (r.ov. 2.1.).
4.4.
De kantonrechter is van oordeel dat het annuleringsbeding, zoals opgenomen in artikel 9.6 (r.ov. 2.1.), inhoudende dat bij annulering na zeven weken na de start van de opleiding 100% van het studiegeld en leermiddelen verschuldigd is, geen reële mogelijkheid biedt tot opzegging. Een dergelijk annuleringsbeding is strijdig met het bepaalde in de artikelen 7:408 lid 1 en 7:411 BW. Daarbij neemt de kantonrechter in overweging dat, zoals in artikel 26.2 van de algemene voorwaarden is bepaald, Capabel recht heeft werkelijk geleden schade. Dit betekent niet, zoals door Capabel is betoogd, dat de werkelijk geleden schade minimaal net zo hoog is als de annuleringskosten, zoals bepaald in artikel 9 van de algemene voorwaarden. Immers, zowel de algemene voorwaarden als artikel 7:411 BW bepalen dat, indien de overeenkomst voortijdig wordt ontbonden, de opdrachtnemer – in casu Capabel – enkel recht heeft op een naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon. Gelet op het bepaalde in lid twee van voormeld artikel dienen ook de besparingen, die uit de voortijdige beëindiging voortvloeien, in mindering worden gebracht.
4.5.
Voorgaande leidt tot het oordeel dat het annuleringsbeding en het ontbindingsbeding in de verhouding tussen partijen onredelijk bezwarend zijn als bedoeld in artikel 6:233 aanhef en onder a BW en daarmee oneerlijk in de zin van de Richtlijn. De kantonrechter is gehouden die bedingen te vernietigen, waardoor Capabel daarop in dit geding geen beroep kan doen. Dat betekent dat de annuleringsregeling niet als grondslag voor het aan Capabel te betalen redelijk loon in geval van ontbinding kan gelden.
Redelijk loon
4.6.
Capabel kan, gelet op al het voorgaande, enkel aanspraak maken op een naar redelijkheid vast te stellen loon. Bij de bepaling daarvan dient onder meer rekening te worden gehouden met de reeds door Capabel verrichte werkzaamheden, het voordeel dat [naam eiser] daarvan heeft genoten en de grond waarop de overeenkomst is beëindigd. Capabel stelt zich op het standpunt dat het redelijk loon gelijk is aan het bedrag dat zij heeft gevorderd op grond van het annuleringsbeding. Ter onderbouwing daarvan heeft Capabel bij de conclusie van antwoord in oppositie een ‘
kostenonderbouwing lesgeld Capabel Onderwijs Groep’ingebracht.
4.7.
Uit dit kostenoverzicht blijkt niet wat de kosten voor deze opleiding en deze cursist tot aan het moment van de annulering zijn en hoe Capabel deze heeft berekend. Capabel heeft immers enkel een algemene berekening overgelegd. Het kostenoverzicht kan dan ook niet als basis dienen om de door Capabel werkelijk gemaakt kosten, zoals bedoeld in artikel 26.2 van de algemene voorwaarden. Daarbij neemt de kantonrechter ook in overweging dat [naam eiser] reeds een bedrag van € 3.180,00 heeft voldaan en Capabel niet gemotiveerd heeft toegelicht welke besparingen zij heeft genoten. Evenmin is duidelijk of na ontbinding van de studieovereenkomst door Capabel de vrijkomende cursusplaats en eventuele examens door een andere student konden worden ingenomen, c.q. afgelegd.
4.8.
Bezien in het licht van het verweer van [naam eiser] heeft Capabel haar stellingen, ter zake van de verschuldigdheid van studiekosten (redelijk loon), naar het oordeel van de kantonrechter te weinig onderbouwd om tot (nadere) bewijslevering toegelaten te worden. De kantonrechter wijst, gelet op al het voorgaande, de vordering van Capabel af. Datzelfde lot treft de nevenvorderingen, nu die daarmee samenhangen.
4.9.
In verband met het voorgaande kan het door de kantonrechter op 19 juni 2019 tussen Capabel als eisende partij en [naam eiser] als gedaagde partij bij verstek uitgesproken vonnis onder zaaknummer 7832973 CV EXPL 19-7320 / 907 F.W. niet in stand blijven. De kantonrechter zal dit vonnis vernietigen en opnieuw recht doen als hierna volgt.
4.10.
Capabel wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten van deze procedure dragen, met dien verstande dat de dagvaardingskosten in verzet op de voet van artikel 141 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voor rekening van [naam eiser] blijven.

5.De beslissing

De kantonrechter
in oppositie,
5.1.
verklaarthet verzet van [naam eiser] gegrond;
5.2.
ontheft[naam eiser] van de veroordelingen die voortvloeien uit het verstekvonnis van 19 juni 2019 onder zaaknummer 7832973 CV EXPL 19-7320 / 907 F.W.;
en, opnieuw rechtdoende,
5.3.
wijstde vorderingen van Capabel, aanhangig gemaakt bij exploot van dagvaarding van 19 juni 2019, alsnog af;
5.4.
veroordeeltCapabel in de kosten van het geding met uitzondering van die van de verzetdagvaarding, tot deze uitspraak aan de zijde van [naam eiser] begroot op € 360,00 aan salaris voor de gemachtigde;
5.5.
verklaartdeze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijsthet meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. A.J. Weerkamp-Beens en in het openbaar uitgesproken op 5 februari 2020