Uitspraak
Afschrift aan: eisende partij
verzonden d.d.:
eisende partij,
gedaagde partij,
1.Het procesverloop
- de dagvaarding van 1 mei 2020, met producties,
2.De feiten
“Het is huurder niet toegestaan in of nabij het gehuurde, planten te kweken benodigd voor de productie van verdovende middelen, danwel verdovende middelen te produceren. Het is huurder bovendien niet toegestaan te handelen in verdovende middelen danwel door anderen in dergelijke verdovende middelen te laten handelen of te dulden dat deze handel en/of productie plaatsvindt in of nabij het gehuurde.”.
“(…) Ik heb van de politie bericht ontvangen dat er op dinsdag 25 februari 2020 in uw woning 320 ecstasy pillen zijn aangetroffen. (…) Ik ben voornemens gebruik te maken van mijn bevoegdheid om op grond van artikel 13b Opiumwet bestuursdwang toe te passen door de woning aan [adres] te [woonplaats] tijdelijk te sluiten voor de duur van 3 maanden. (…)Aangetroffen zijn 320 pillen ecstasy met een gewicht van 159,87 gram. Dit is een harddrug (lijst 1 Opiumwet) en dit verbod is opgenomen in artikel 2 Opiumwet. Gezien het feit dat de aanwezigheid van een grote hoeveelheid en de handel in drugs verboden is op grond van de Opiumwet, dient opgetreden te worden om deze overtreding te beëindigen. Eveneens dienen maatregelen genomen te worde om herhaling te voorkomen. De handel in drugs kan leiden tot openbare orde verstoringen (…) en overlast door personen in het criminele circuit, wat aantasting van het woon- en leefklimaat met zich meebrengt. (…) Met de sluiting wordt de bekendheid van het pand als drugspand weggenomen en wordt de ‘loop’ naar het pand eruit gehaald. Hiermee wordt het pand aan het drugscircuit onttrokken. (…)Bij mijn overwegingen neem ik verder de volgende feiten en omstandigheden mee;- Het is de politie ambtshalve bekend dat de bewoner zowel gebruiker van harddrugs is als dealer in harddrugs, met name ecstasy.- Het is de politie ambtshalve bekend dat bij het adres [adres], in de periode december 2019 tot heden, meerdere voertuigen zijn waargenomen die bij de politie bekend staan met betrekking tot harddrugsgebruik. Daarnaast werd op 13 februari 2020 een voertuig gezien voor de woning aan [adres], deze stond op naam van de bij de politie ambtshave bekende druggebruiker, die meerdere antecedenten heeft terzake de Opiumwet.- In het afgelopen jaar heeft de politie 11 keer een registratie opgemaakt gerelateerd aan de woning aan [adres] en de bewoner van de woning. De registraties zijn gerelateerd aan drugs, geluidsoverlast en contactmomenten met de wijkagent.(…)”.
3.De vordering en het verweer
1. de huurovereenkomst van partijen met betrekking tot de woning zal ontbinden,
2. [gedaagde] zal veroordelen tot ontruiming van die woning binnen zeven dagen na betekening van het vonnis, onder afgifte van de sleutels aan Triada,
3. [gedaagde] zal veroordelen in de proceskosten, waaronder de nakosten.
heeft begeleiding van de stichting MEE. De psychosociale hulp die hij nodig heeft komt langzaamaan op gang.
4.4. De beoordeling
Het verweer van [gedaagde], dat de Algemene voorwaarden niet van toepassing zijn, kan buiten beoordeling blijven, gelet op het volgende. Als de voorwaarden van toepassing zouden zijn, betreft het een verbod op productie van verdovende middelen en het (laten) handelen daarin vanuit de woning of in de buurt van de woning. Hoewel Triada uit
het aanwezig hebben van een (handelaars)hoeveelheid ecstasypillen in de woning afleidt dat sprake is van handel door [gedaagde], heeft zij daarvoor geen, althans onvoldoende, concrete onderbouwing gegeven.
Triada wijst daarvoor op de informatie van de politie, zoals genoemd in het besluit van de burgemeester:
‘- Het is de politie ambtshalve bekend dat de bewoner zowel gebruiker van harddrugs is als dealer in harddrugs, met name ecstasy.- Het is de politie ambtshalve bekend dat bij het adres [adres], in de periode december 2019 tot heden, meerdere voertuigen zijn waargenomen die bij de politie bekend staan met betrekking tot harddrugsgebruik. Daarnaast werd op 13 februari 2020 een voertuig gezien voor de woning aan [adres], deze stond op naam van de bij de politie ambtshave bekende druggebruiker, die meerdere antecedenten heeft terzake de Opiumwet.- In het afgelopen jaar heeft de politie 11 keer een registratie opgemaakt gerelateerd aan de woning aan [adres] en de bewoner van de woning. De registraties zijn gerelateerd aan drugs, geluidsoverlast en contactmomenten met de wijkagent’Hiermee is echter onvoldoende onderbouwing gegeven. Triada baseert zich op indirecte informatie, namelijk informatie die naar voren komt uit het besluit, maar die zij zelf niet ontvangen heeft. [gedaagde] heeft gemotiveerd betwist dat deze informatie klopt, althans dat daaruit de conclusies getrokken mogen worden die de burgemeester - en in navolging daarvan ook Triada - heeft getrokken. Zo zagen de politieregistraties volgens [gedaagde] op relatieproblemen en waren deze in het geheel niet gerelateerd aan drugscriminaliteit. Hij betwist dat sprake is van enige handel en heeft geen strafrechtelijke veroordelingen.
€ 360,00 aan salaris van de gemachtigde. De nakosten zullen worden toegewezen zoals gevorderd.