Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- het brengen/duwen van zijn, verdachtes penis in de vagina van die [slachtoffer] ;
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
3.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan het tenlastegelegde.
Rechtbank Gelderland
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Gelderland op 30 oktober 2020 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het seksueel binnendringen van een persoon die zich in een staat van verminderd bewustzijn bevond. De zaak kwam voort uit een incident dat plaatsvond op 19 oktober 2018 in Arnhem. De officier van justitie stelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het ten laste gelegde feit, waarbij de verklaring van de aangeefster als betrouwbaar werd beschouwd, ondersteund door bewijs van het NFI dat sperma van de verdachte in de vagina van de aangeefster was aangetroffen. De aangeefster was onder invloed van alcohol en medicatie, wat haar vermogen om haar wil te bepalen beïnvloedde.
De verdediging voerde aan dat de verdachte vrijgesproken moest worden, omdat er geen objectieve bewijsmiddelen waren die de verklaring van de aangeefster ondersteunden. De verdachte verklaarde dat er op 18 oktober 2018 vrijwillige trioseks had plaatsgevonden met de aangeefster en een derde persoon. De rechtbank heeft de verklaringen van beide partijen zorgvuldig gewogen en vastgesteld dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte het ten laste gelegde feit had gepleegd. Het alternatieve scenario van de verdachte, dat hij op vrijwillige basis seks had gehad, kon niet worden weerlegd door de beschikbare bewijsmiddelen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het dossier onvoldoende steunbewijs bevatte voor de conclusie dat de verdachte schuldig was aan het ten laste gelegde feit. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de beschuldigingen, waarbij werd benadrukt dat de weerlegging van het alternatieve scenario door de officier van justitie niet was aangetoond.