2.8.Bij e-mail van 23 september 2016 heeft de heer [projectmanager van bedrijf 1] van projectmanager [bedrijf 1] (hierna: [projectmanager van bedrijf 1] onder meer het volgende aan de [eiseres] en verschillende andere bij de renovatie betrokken partijen bericht:
Op dinsdag 13 september jl hebben wij van uw projectdirecteur vernomen, dat de geplande oplevering van fase 1B op vrijdag 30 september niet haalbaar zal zijn. In dit gesprek is de verwachting geuit, dat de oplevering zal kunnen plaats vinden op vrijdag 7 oktober 2016. Wij hebben onze teleurstelling hierover uitgesproken en hebben aangekondigd, dat deze extra vertraging vermoedelijk financiële consequenties gaat hebben. Inmiddels heeft de opdrachtgever besloten, dat de contractuele kortingsregeling wordt ingeroepen voor iedere kalenderdag, waarmee de datum van 30 september 2016 wordt overschreden. Afgelopen maandag 19 september jl. is dit besluit u nader toegelicht. Deze mail is formele bevestiging hiervan.
Uiteraard betreurt de opdrachtgever het feit, dat zij deze kortingsbepaling heeft moeten inroepen. Wij benoemen hierna enkele argumenten, waarop de opdrachtgever tot dit besluit is gekomen:
- De Bouwcombinatie (BCT) heeft in juli 2016 nog bevestigd 15 september te zullen opleveren, waardoor de
gebruiker is bevestigd in het definitief maken van haar afspraken met derden om te komen tot een ordentelijke
inrichtingsperiode en ingebruikname.
- Omdat de opdrachtgever op basis van de daadwerkelijke activiteiten op de bouwplaats het sterke vermoeden
had, dat de beoogde opleveringsdatum niet zou worden gehaald heeft zij de BCT op 25 augustus formeel het
aanbod gedaan om 2 weken later op te leveren.
Informeel is dit de BCT overigens eerder aangeboden. Op 25 augustus heeft de projectdirectie nog twijfel over
de acceptatie van dit aanbod en meldt, dit eerst met de directie van BCT te willen bespreken. Met dit aanbod
om 2 weken meer bouwtijd te verlenen zonder verrekening heeft de opdrachtgever de overtuiging haar goede
wil te hebben getoond.
- De feitelijke voortgang op de bouwplaats was te laag en de mogelijkheden om te versnellen zijn onvoldoende
benut.
- Het feit dat aan de hand van de feitelijke voortgang een week voor de testprocedure van de installaties duidelijk
wordt, dat de beoogde 30 september ook niet zal worden gehaald, bevestigt de indruk dat de BCT haar
processen niet onder controle heeft en twijfelt de opdrachtgever zelfs of de 7 oktober haalbaar zal zijn.
- Met de thans voorspelde 7 oktober is er geen rek meer in de voorbereidende processen bij de gebruiker,
waardoor de onzekerheid en het risicoprofiel onnodig toeneemt.
- De opdrachtgever maakt extra kosten, omdat de projectmanagement organisatie en de bouwdirectie langer en
intensiever worden ingezet, dan op basis van de eerdere contractuele afspraken verwacht had mogen worden.
Wij hopen, dat u er in slaagt om op 7 oktober 2016 fase 1B op te leveren.