ECLI:NL:RBGEL:2020:5883

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
20 oktober 2020
Publicatiedatum
5 november 2020
Zaaknummer
8650626 \ BR VERZ 20-798 \ 814
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing toekenning proceskosten wegens onvoldoende juridische scholing voor rechtsbijstand

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 20 oktober 2020 uitspraak gedaan in een beroep tegen de afwijzing van de toekenning van proceskosten. De zaak betreft een verzoek van een gemachtigde die rechtsbijstand wilde verlenen, maar wiens juridische scholing als onvoldoende werd beoordeeld. De officier van justitie had eerder de beschikking met het CJIB-nummer vernietigd en het verzoek om proceskosten afgewezen. De kantonrechter overwoog dat het verlenen van rechtsbijstand een vast onderdeel moet zijn van een duurzame taakuitoefening gericht op het vergaren van inkomsten. Tevens dient de gemachtigde over voldoende juridische scholing te beschikken om rechtsbijstand te kunnen verlenen. De gemachtigde had op verzoek van de kantonrechter zijn opleidingen ingediend, maar deze werden als onvoldoende beoordeeld. De kantonrechter concludeerde dat de door de gemachtigde overgelegde diploma's en certificaten, waaronder een diploma parkeercontroleur en diverse certificaten op het gebied van publieke veiligheid, niet voldeden aan de vereisten voor beroepsmatige rechtsbijstand. De gemachtigde had geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om zijn beroep nader toe te lichten tijdens de zitting. Uiteindelijk verklaarde de kantonrechter het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de proceskosten handhaafde. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 8650626 \ BR VERZ 20-798 \ 814
cjib-nr / registratienr [CJIB-nummer] / [nummer]
zitting van 6 oktober 2020
beslissing inzake Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van

[betrokkene]

wonende te [betrokkene]
betrokkene
gemachtigde [gemachtigde]
tegen

de officier van justitie

Gronden voor de beslissing:

De officier van justitie heeft de beschikking met bovenvermeld CJIB nummer vernietigd en het verzoek om toekenning van proceskosten afgewezen.
Gemachtigde heeft tegen de beslissing tot afwijzing van de toekenning van proceskosten beroep ingesteld.
De kantonrechter overweegt als volgt.
Ingevolge het bepaalde in art. 1 van het Besluit proceskosten bestuursrecht komen kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand voor vergoeding in aanmerking. Uit jurisprudentie van het Gerechtshof Leeuwarden blijkt dat voor de vaststelling of sprake is van beroepsmatig verleende rechtsbijstand twee aspecten van belang zijn, te weten:
1. het verlenen van rechtsbijstand dient een vast onderdeel van een duurzame, op het vergaren van inkomsten gerichte taakuitoefening te vormen;
2. de gemachtigde dient een zodanige juridische scholing genoten te hebben dat hij geacht kan worden rechtsbijstand te verlenen.
De kantonrechter heeft gemachtigde, middels schrijven van 31 juli 2020, in de gelegenheid gesteld om een opgave te doen van de door hem genoten, al dan niet afgeronde, opleiding(en), waaruit zijn deskundigheid kan blijken, zoals die vereist is voor het kunnen verlenen van rechtsbijstand. Hierop zijn door gemachtigde, zonder een begeleidend schrijven, de volgende stukken ingediend:
  • Diploma parkeercontroleur, d.d. 24 maart 2011;
  • Diploma Middelbaar beroepsonderwijs, Drank- en Horecawet, d.d. 22 januari 2019;
  • Getuigschrift Buitengewoon Opsporingsambtenaar, d.d. 12 april 2016;
  • Certificaat Wettelijke Kaders Publieke Veiligheid I, Permanente Her- en Bijscholing Domein Openbare Ruimte, d.d. 6 oktober 2017;
  • Certificaat Wettelijke Kaders Publieke Veiligheid II, Permanente Her- en Bijscholing Domein Openbare Ruimte, d.d. 21 december 2017.
Naar het oordeel van de kantonrechter is, door het overleggen van de hierboven vermelde door gemachtigde, op MBO niveau, genoten opleidingen onvoldoende gebleken dat gemachtigde een zodanige juridische scholing heeft genoten dat hij geacht kan worden beroepsmatig rechtsbijstand te verlenen. Gemachtigde heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om zijn beroep ter zitting van 6 oktober 2020 nader toe te lichten.
Er zal daarom als volgt worden beslist.

Beslissing

De kantonrechter:
verklaart het beroep ongegrond.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. M.A. Jansen-van Leeuwen, en in het openbaar uitgesproken op 20 oktober 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier, De kantonrechter,
Rechtsmiddel:
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzending van een afschrift hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, doch alleen indien:
a. de bij deze beslissing opgelegde sanctie meer dan € 70,00 bedraagt, of
b. het beroepschrift niet-ontvankelijk is verklaard omdat de zekerheid niet (tijdig) is gesteld.
Het beroepschrift dient schriftelijk te worden ingediend bij de rechtbank Gelderland, Team strafrecht, Mulderzaken, kamer H.1.100, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem en dient door degene die beroep heeft ingesteld, of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend. Beroepschriften die per e-mail worden ingediend, kunnen gezien de wettelijke regeling niet in behandeling worden genomen.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting wordt gevraagd waarbij u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Een afschrift van deze uitspraak is aan betrokkene en de officier van justitie verzonden op: