De verdeling vaststelt van de nalatenschap van mevrouw [naam 1] , geboren te [woonplaats] op [datum] , laatst gewoond hebbende [adres] [woonplaats] en de heer [verweerder 3] , geboren te [woonplaats] op [datum] in die zin dat:
A. de onroerende zaak, wordt toebedeeld aan de eisers, ieder voor een gelijk deel op basis van een waarde van € 540.000,00.
B. de heer [verweerder 2] en/of de vennootschap onder firma [naam bedrijf] wordt verplicht de onroerende zaak met vaststelling van het tijdstip van ontruiming op de dag die valt veertien dagen na de dag van dit vonnis, althans op een in goede justitie te bepalen dag, en met veroordeling van [verweerder 2] en/of [naam bedrijf] om de onroerende zaak, met al degenen die en al hetgeen zich daarin of daarop bevindt respectievelijk bevinden, voor of uiterlijk op het vastgestelde tijdstip van ontruiming volledig en behoorlijk te verlaten en te ontruimen en met afgifte der sleutels ter vrije beschikking van eisers te stellen en vervolgens verlaten en ontruimd te houden.
C. het bedrag op de betaal- en spaarrekeningen aldus wordt verdeeld dat eisers en mevrouw [verweerder 6] ieder 1/5 deel ontvangen, onder bepaling dat de bedragen die zij wegens overbedeling aan de overige erfgenamen dienen te betalen, worden verrekend met het aandeel van deze erfgenamen op de gelden op de betaal- en spaarrekeningen, na aftrek van eventueel nog te betalen notariskosten, en het resterende 1/5e deel van de gelden aan gedaagde sub 1 en haar kinderen toekomt ieder voor gelijke delen des dat zij allen 1/20ste deel verkrijgen, althans vaststelling van de verdeling van de nalatenschap naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid.
D. gedaagden worden veroordeeld om aan de door de rechtbank vastgestelde verdeling uitvoering te verlenen binnen een door de rechtbank te bepalen termijn, zulks met benoeming van een onzijdig persoon voor diegene die mocht weigeren medewerking te verlenen aan de verdeling, teneinde hen bij die verdeling te vertegenwoordigen en daarbij hun belangen naar beste inzicht te behartigen.
E. althans voor zover het onder A tot en met D gevorderde niet (geheel) wordt toegewezen, een voorziening te treffen die de rechtbank in goede justitie juist acht.
F. gedaagden hoofdelijk worden veroordeeld in alle kosten van deze procedure overeenkomstig de wet, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis en – voor dat laatste geval dat voldoening van deze kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de veertiende dag na dagtekening van het vonnis en te vermeerderen met de na het vonnis te maken kosten van de tenuitvoerlegging daarvan, waaronder de eventuele te maken ontruimingskosten op vertoon van de daartoe nodige, in dit vonnis te vermelden bescheiden op de voet van artikel 3:299 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).