[eiser] vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
I [gedaagde] veroordeelt tot het verstrekken van inzage in en afgifte van afschriften van stukken en bescheiden als onder 5 [de rechtbank leest 6] in de dagvaarding opgesomd,
zulks op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag of gedeelte van een dag waarmee [gedaagde] in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen 14 dagen na betekening van het vonnis,
II [gedaagde] veroordeelt uitvoering te geven aan het codicil om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis het voormelde glasservies af te geven aan [eiser] door aflevering ten kantore van diens advocaat aan de Zaadmarkt 105 te Zutphen,
alsmede [gedaagde] veroordeelt tot vergoeding van de schade aan dit glasservies, indien en voor zoveel het servies bij afgifte als hiervoor bedoeld incompleet blijkt te zijn en/of beschadigd, welke schade nader zal worden opgemaakt bij staat en zo nodig zal worden gevorderd in een schadestaatprocedure,
III. [gedaagde] veroordeelt tot vergoeding van een smartengeld ad € 1.000,00, althans een smartengeldvergoeding welke naar redelijkheid en billijkheid door de rechtbank zal worden vastgesteld ter zake van het achterhouden van een persoonlijke aan eiser gerichte brief van erflaatster en de respectloze manier waarop [gedaagde] hiermee omgaat,
IV. [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten en in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente,
V. bepaalt dat de proceskosten niet in mindering strekken op de legitimaire aanspraak van eiser en niet in mindering komen op het door [gedaagde] ter zake nog aan [eiser] te betalen bedrag.