ECLI:NL:RBGEL:2020:5839

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 oktober 2020
Publicatiedatum
2 november 2020
Zaaknummer
C/05/377939 / FZ-RK 20-2836
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 26 oktober 2020 een zorgmachtiging toegewezen aan een betrokkene, geboren op een onbekende datum en plaats, die lijdt aan een psychische stoornis, waaronder schizofrenie en een autismespectrumstoornis. De rechtbank heeft deze beslissing genomen naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie, ingediend op 16 oktober 2020, om verplichte zorg te verlenen op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De mondelinge behandeling vond plaats via beeldbellen vanwege de COVID-19 maatregelen. Betrokkene heeft aangegeven geen vertrouwen te hebben in de procedure en heeft de behandeling niet bijgewoond, maar zijn advocaat, mr. M.A. Kale, was wel aanwezig om de rechtsbescherming van betrokkene te waarborgen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet in staat is om vrijwillig zorg te ontvangen en dat er geen alternatieven zijn voor verplichte zorg. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de voorgestelde zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel, zoals levensgevaar en ernstige psychische schade, af te wenden. De zorgmachtiging is verleend voor een periode van twaalf maanden, met specifieke maatregelen die kunnen worden getroffen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft geoordeeld dat de zorg evenredig en effectief is, en dat voldaan is aan de criteria van de Wvggz. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beslissing.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Zutphen
Zaakgegevens: C/05/377939 / FZ-RK 20-2836
Datum mondelinge uitspraak: 26 oktober 2020
Beschikking machtiging tot het verlenen van verplichte zorg Wvggz
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
op grond van een zorgmachtiging, geldend tot en met 18 november 2020,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M.A. Kale te Nunspeet.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op
16 oktober 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft vanwege de situatie rondom het virus COVID-19 via beeldbellen plaatsgevonden op 26 oktober 2020.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn gehoord:
Betrokkene (kort telefonisch), bijgestaan door zijn advocaat;
mw. [naam] , als regiebehandelaar verbonden aan GGZ Centraal.
1.4.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling.
1.5.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet in bereid was zich te doen horen. Betrokkene heeft aan het begin van de mondelinge behandeling telefonisch medegedeeld dat hij niet in gesprek wenst te gaan omdat er naar zijn gevoel toch niet naar zijn mening wordt geluisterd. Hij heeft geen vertrouwen in een goede afloop en heeft om die reden de mondelinge behandeling verder niet bijgewoond. Hij heeft aangegeven zich neer te leggen bij de beslissing.
1.6.
Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft mr. Kale de rechtbank telefonisch bericht dat hij niet zal verschijnen aangezien betrokkene had aangegeven dat hij geen bijstand van een advocaat wenst. Op verzoek van de rechtbank is mr. Kale toch tijdens de mondelinge behandeling verschenen om zo de juridische aspecten van het verzoek en de procedure te beoordelen en de rechtsbescherming van betrokkene te kunnen waarborgen.

2.Beoordeling

2.1.
Ten aanzien van de wijze waarop de procedure mondeling is behandeld, overweegt de rechtbank als volgt. Vanwege de maatregelen van de overheid ter bestrijding van het coronavirus (COVID-19) is het niet toegestaan betrokkene persoonlijk te bezoeken. Dit levert voor betrokkene en andere aanwezigen een onaanvaardbaar besmettingsgevaar op. Om die reden is besloten de mondelinge behandeling via beeldbellen te laten plaatsvinden.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie. Daarnaast is betrokkene bekend met een autismespectrumstoornis en is er tijdens eerdere psychotische ontregelingen sprake geweest van fors alcoholgebruik waarvoor hij gedwongen behandeld wordt bij het FACT.
2.3.
Het gedrag dat uit de stoornis voortvloeit, leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
levensgevaar;
ernstig lichamelijk letsel;
ernstige psychische schade;
ernstige materiële schade;
ernstige verwaarlozing;
maatschappelijke teloorgang;
het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen.
2.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene zorg nodig. Betrokkene vertoont geen ziekte-inzicht en geeft aan medicatie enkel te nemen omdat dit verplicht is en ermee te stoppen zodra het kan. Hij zal dan ook het contact met de hulpverleners verbreken. De kans dat een psychose terugkomt acht betrokkene zeer klein.
2.5.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De rechtbank is van oordeel dat de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg en de daarbij aangegeven duur noodzakelijk zijn, mede gelet op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van zorg bestaan uit:
het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische behandelmaatregelen;
het beperken van de bewegingsvrijheid;
het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
het opnemen in een accommodatie;
alle voor de maximale duur van twaalf maanden,
waarbij ten aanzien van de vormen van verplichte zorg te weten:
het beperken van de bewegingsvrijheid;
het opnemen in een accommodatie;
geldt dat deze alleen mogen worden toegepast op het moment dat de overige vormen van verplichte zorg niet langer volstaan en een opname nodig is. Deze opname zal telkens niet langer dan zes weken mogen duren.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden, om welke reden de rechtbank zal beslissen als hierna vermeld.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in 2.5. kunnen worden getroffen;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk
25 oktober 2021.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 26 oktober 2020 door mr. A.E.M. Overkamp, rechter, in tegenwoordigheid van L. Stoevenbelt, griffier, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 3 november 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.