Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 10 februari 2020, waarbij de rechtbank heeft beslist dat op de voet van artikel I lid 3 van de Spoedwet KEI zal worden voortgeprocedeerd volgens het procesrecht dat vanaf 1 oktober 2019 landelijk van toepassing is in dagvaardingszaken met verplichte procesvertegenwoordiging
- het niet doorgaan van het geplande getuigenverhoor op 28 mei 2020 vanwege de op dat moment geldende maatregelen in verband met corona
- de akte van De Laak van 17 juni 2020
- de antwoordakte van Priotec van 19 augustus 2020
- de mededeling (bij e-mail van 19 augustus 2020 respectievelijk B16-formulier van 2 september 2020) van Priotec en De Laak dat zij geen behoefte hebben aan een nieuwe mondelinge behandeling na de wijziging van de zaaksrechter
- het B16-formulier van De Laak van 16 september 2020 waarin zij meedeelt dat zij wenst af te zien van het horen van nadere getuigen.
De door Priotec geïnstalleerde brandmeld/ontruimingsinstallatie is groter en omvangrijker en heeft meer componenten (signaalgevers) om te voldoen aan de wettelijke minimale voorschriften. Het extra aanbrengen van slow-whoops/signaalgever was niet nodig om te voldoen aan de wettelijke voorschriften.
1.737,50(2,5 punten × tarief € 695,00)