ECLI:NL:RBGEL:2020:5285

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 oktober 2020
Publicatiedatum
7 oktober 2020
Zaaknummer
05/880033-17
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meermalen bedreigen en vrijspraak voor afpersing

Op 5 oktober 2020 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meermalen bedreigen en afpersing. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, in de periode van 1 juli 2015 tot en met 18 februari 2016, in Apeldoorn bedreigingen heeft geuit aan het adres van [naam 1]. De bedreigingen omvatten uitspraken zoals 'we snijden je tong eruit' en 'we gooien je in de kofferbak', die door de rechtbank als ernstig en bedreigend werden gekwalificeerd. De rechtbank oordeelde dat de bedreigingen wettig en overtuigend bewezen waren, maar dat er onvoldoende bewijs was voor de afpersing, waardoor de verdachte van dat feit werd vrijgesproken. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte voor de bedreigingen een gevangenisstraf van 36 maanden zou krijgen, maar de rechtbank hield rekening met de overschrijding van de redelijke termijn en legde een straf op gelijk aan het voorarrest van de verdachte. De benadeelde partij [naam 3] werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat de verdachte was vrijgesproken van het onder 3 tenlastegelegde feit. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/880033-17
Datum uitspraak : 5 oktober 2020
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1965 te [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] , [woonplaats] ,
thans (uit anderen hoofde) gedetineerd in de P.I. Almelo te Almelo,
raadsman: mr. J. Vlug, advocaat te Deventer.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 21 september 2020.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 juli 2015 tot en met 18 februari 2016 in de gemeente Apeldoorn (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam 1] heeft gedwongen tot de afgifte van de aandelen van [naam 2] en/of (een deel van) [naam 2] (te weten het onderdeel autobedrijf) met toebehoren (waaronder 4, althans een aantal auto's en/of een laptop en/of een printer) en/of een (grote) hoeveelheid geld (te weten ongeveer 15.000 euro) en/of een flatscreen
televisie en/of een jacuzzi en/of een sauna en/of een stoombad, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [naam 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld (telkens) hierin bestond(en) - zakelijk weergegeven - dat verdachte en/of verdachtes mededader(s) voornoemde [naam 1] (telkens) met de dood en/of met zware mishandeling heeft/hebben bedreigd door (telkens) opzettelijk tegen die [naam 1] te zeggen:
- " je moet met ons geen grapjes maken want we snijden zo je tong eruit" en/of
- " we snijden je tong eraf en dan zing je nooit meer" en/of
- " we schieten je kapot, we gooien je in de kofferbak" en/of
tegen de manager van die [naam 1] heeft/hebben gezegd " [naam 1] is uitgezongen en we zoeken hem wel op" en/of
de voicemail van die [naam 1] heeft/hebben ingesproken met de woorden "Als jij nou graag de boel wil opnaaien en leugentjes de wereld in wil trappen, dan zal ik eens met jou beginnen te trappen. Heb je me goed begrepen vieze niksnut?", en/of
die [naam 1] bij diens kleding/kraag heeft/hebben gepakt en/of daarbij de(e)d(en) voorkomen of hij/zij een vuurwapen uit zijn/hun jas wilde(n) pakken en/of (daarbij) opzettelijk dreigend zei(den) dat iedereen weg moest gaan omdat [naam 1] nu van hem/hun was en/of (vervolgens) tegen die [naam 1] zei(den) dat hij zijn leven lang achteruit moest blijven kijken en/of dat hij,
verdachte en/of zijn mededader(s) voor die [naam 1] vijftien jaar zouden gaan zitten, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
en aldus (telkens) een dreigende situatie van die [naam 1] heeft/hebben gecreëerd;
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 juli 2015 tot en met 18 februari 2016 in de gemeente Apeldoorn, althans in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) [naam 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) opzettelijk dreigend tegen die [naam 1] gezegd
- " je moet met ons geen grapjes maken want we snijden zo je tong eruit" en/of
- " we snijden je tong eraf en dan zing je nooit meer" en/of
- " we schieten je kapot, we gooien je in de kofferbak",
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking,
en/of tegen de manager van die [naam 1] gezegd " [naam 1] is uitgezongen en
we zoeken hem wel op" en/of
de voicemail van die [naam 1] heeft/hebben ingesproken met de woorden "Als jij nou graag de boel wil opnaaien en leugentjes de wereld in wil trappen, dan zal ik eens met jou beginnen te trappen. Heb je me goed begrepen vieze niksnut?", en/of
heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) opzettelijk dreigend die [naam 1] bij diens kleding/kraag gepakt en/of daarbij heeft/hebben doen voorkomen of hij/zij een vuurwapen uit zijn/hun jas wilde(n) pakken en/of (daarbij) opzettelijk dreigend zei(den) dat iedereen weg moest gaan omdat [naam 1] nu van hem/hun was en/of (vervolgens) tegen die [naam 1] zei(den) dat hij zijn leven lang achteruit moest blijven kijken en/of dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) voor die [naam 1] vijftien jaar zouden gaan zitten, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
en aldus (telkens) een dreigende situatie van die [naam 1] heeft/hebben gecreëerd;
3.
hij op of omstreeks 01 april 2016 in de gemeente Apeldoorn [naam 3] (in diens hoedanigheid van een politieambtenaar) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [naam 3] dreigend de woorden toe te voegen "Bekeur me maar! Ik kom toch wel aan mijn geld! Ik pers gewoon een paar mensen af. Jouw kinderen komen ook nog aan de beurt. Vroeg of laat krijgen ze met mij te maken. Dan pers ik
hun ook af! Dan zijn ze van mij.", althans woorden van gelijke dreigende aard
of strekking. (dossier E, blz. 323)
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten onder 1 en 2. De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van het tenlastegelegde feit onder 3.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat er sprake is van voldoende wettig bewijs, maar dat de overtuiging ontbreekt. De verklaringen van aangever [naam 1] en getuige [getuige] zijn onbetrouwbaar, waardoor deze onbruikbaar zijn voor het bewijs van afpersing. Verdachte dient van feit 1 te worden vrijgesproken. Ten aanzien van feit 2 wordt de verklaring van aangever [naam 1] enkel ondersteund door de verklaring van getuige [getuige] . Beide verklaringen zijn echter onbetrouwbaar. Om die reden is er onvoldoende bewijs en dient verdachte ook van dit feit te worden vrijgesproken.
De raadsman heeft verzocht verdachte van feit 3 vrij te spreken, nu de tenlastegelegde woorden geen bedreiging opleveren.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 2
Aangever [naam 1] heeft verklaard dat hij woonde aan de [straatnaam] te Apeldoorn. Bij de woning zat een loods waar [naam 1] onder andere een autobedrijf had. [naam 1] kwam in contact met verdachte [verdachte] en medeverdachte [medeverdachte] . De [verdachten] zaten al in de autobranche. [naam 1] en de [verdachten] zijn samen gaan werken in het autobedrijf van [naam 1] , ongeveer vanaf oktober/november 2015. Volgens [naam 1] werd de sfeer al snel schimmiger en grilliger. Verdachte zou intimiderend zijn en bedreigingen richting [naam 1] hebben geuit. Zo zou verdachte hebben gezegd;
“je moet geen grapjes maken, want we snijden zo je tong eruit. We snijden je tong eraf en dan zing je nooit meer. We schieten je kapot. We gooien je in de kofferbak.”De rechterhand van [naam 1] , manager [naam 4] , zou op 16 januari 2016 hebben gemeld dat hij zou zijn opgebeld en dat tegen hem was gezegd;
“ [naam 1] is uitgezongen en we zoeken hem wel op.” [2]
Getuige [getuige] heeft bij de politie verklaard dat hij bedrijfsadviseur van [naam 1] en zijn vennootschappen was. [naam 1] is op een gegeven moment een autobedrijf begonnen.
Hij is verdachte en medeverdachte [medeverdachte] tegengekomen bij het autobedrijf. Dat was begin oktober 2015. De tweede keer dat hij daar kwam, dat was misschien twee weken daarna, zag hij dat de leiding van zijn bedrijf was overgenomen door verdachte. Verdachte was zeer dominant in woord en gebaar. Hij heeft verdachte horen zeggen: “Ik ruk zijn tong uit, kan hij nooit meer zingen, daar zorg ik wel voor”, maar ook dat “ [naam 1] in de kofferbak verdwijnt voor een paar dagen. Daar hebben we wel mensen voor. Makkelijk geregeld.” Deze woorden heeft hij verdachte over [naam 1] horen zeggen, maar hij heeft ook gehoord dat verdachte dat tegen [naam 1] zei. [3]
Getuige [getuige] is later bij de rechter-commissaris nog gehoord waar hij heeft verklaard dat hij bij diverse bedreigingen aanwezig is geweest zoals hij ook bij de politie heeft verklaard. De eerste keer dat hij bij autobedrijf was, was de situatie goed en daarna waren er spanningen. Later werd het hard tegen hard. Verdachte zou de tong van [naam 1] uit zijn mond trekken. Dat kwam redelijk bedreigend over, in ieder geval op [naam 1] , aldus [getuige] . [4]
Uit het proces-verbaal van bevindingen komt naar voren dat op 15 januari 2016 op de voicemail van [naam 1] het volgende bericht was ingesproken;
“hé [naam 1] met [naam 5] , als jij nou graag de boel wil opnaaien en leugentjes de wereld wil trappen, dan zal ik eens met jou beginnen te trappen. Heb je me goed begrepen vieze niksnut?” [5] Ter terechtzitting heeft
verdachte verklaard dat hij de persoon is geweest die dit bericht op de voicemail van [naam 1] heeft ingesproken. [6]
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de verklaring van [naam 1] , die wordt ondersteund door de verklaring van [getuige] zoals afgelegd bij de politie en nadien bij de rechter-commissaris, en het voicemailbericht, wettig en overtuigend is bewezen dat [naam 1] door verdachte is bedreigd door de tenlastegelegde woorden onder feit 2 te uiten. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de inhoud van de verklaring van [naam 1] daar waar het om de bedreiging gaat, men name ook nu zijn verklaring wordt ondersteund door de verklaring van [getuige] . Het verweer van de raadsman op dat punt wordt dan ook verworpen. Uit het dossier blijkt niet dat de medeverdachte [medeverdachte] een rol heeft gespeeld bij deze bedreiging, zodat er geen sprake is van het medeplegen van de bedreiging en verdachte daarvan partieel zal worden vrijgesproken.
De rechtbank acht voorts niet bewezen dat [naam 1] door verdachte bij zijn kraag is gepakt evenals dat er op dat moment dreigende woorden zijn geuit dan wel een dreigende situatie is ontstaan. De rechtbank acht dit ook niet bewezen in de vorm medeplegen. Verdachte zal hiervan dan ook partieel worden vrijgesproken.
Feit 1
Nu de rechtbank de tenlastegelegde bedreiging bewezen acht dient zij de vraag te beantwoorden of er een causaal verband bestaat tussen de bedreiging en het overdragen van het bedrijf en de tenlastegelegde goederen. Naar oordeel van de rechtbank blijkt uit het dossier niet dat [naam 1] door de bedreiging door verdachte is gedwongen tot afgifte van het bedrijf en de tenlastegelegde goederen. Om die reden zal verdachte van het onder 1 tenlastegelegde feit worden vrijgesproken.
Feit 3
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van verdachte van oordeel dat verdachte van het onder 3 tenlastegelegde feit dient te worden vrijgesproken. De tenlastegelegde woorden zijn naar het oordeel van de rechtbank geen bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht of met zware mishandeling. Daarnaast blijkt uit het dossier niet dat de bedreigden, de kinderen van politieagent [naam 3] , weet hebben gehad van de bedreiging. Aldus kunnen de uitspraken van verdachte niet als een bedreiging worden gekwalificeerd en zal verdachte worden vrijgesproken van feit 3.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 01 juli 2015 tot en met 18 februari 2016
in de gemeente Apeldoorn, althansin Nederland
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,(telkens) [naam 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling,immers heeft
/hebbenverdachte
en/of zijn mededader(s)(telkens) opzettelijk dreigend tegen die [naam 1] gezegd
-
"je moet met ons geen grapjes maken want we snijden zo je tong eruit" en/of
- "we snijden je tong eraf en dan zing je nooit meer" en/of
- " we schieten je kapot,
we gooien je in de kofferbak",

althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking,

en/of tegen de manager van die [naam 1] gezegd " [naam 1] is uitgezongen en
we zoeken hem wel op" en/of
de voicemail van die [naam 1] heeft/hebben ingesproken met de woorden "Als jij nou graag de boel wil opnaaien en leugentjes de wereld in wil trappen, dan zal ik eens met jou beginnen te trappen. Heb je me goed begrepen vieze niksnut?", en/of
heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) opzettelijk dreigend die [naam 1] bij diens kleding/kraag gepakt en/of daarbij heeft/hebben doen voorkomen of hij/zij een vuurwapen uit zijn/hun jas wilde(n) pakken en/of (daarbij) opzettelijk dreigend zei(den) dat iedereen weg moest gaan omdat [naam 1] nu van hem/hun was en/of (vervolgens) tegen die [naam 1] zei(den) dat hij zijn leven lang achteruit moest blijven kijken en/of dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) voor die [naam 1] vijftien jaar zouden gaan zitten, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
en aldus (telkens) een dreigende situatie van die [naam 1] heeft
/hebbengecreëerd;
en
hij op
een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 01 juli 2015 tot en met 18 februari 2016
in de gemeente Apeldoorn, althansin Nederland
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,(telkens) [naam 1] heeft bedreigd met
enig misdrijf tegen het leven gericht, althans metzware mishandeling, immers heeft
/hebbenverdachte
en/of zijn mededader(s)(telkens) opzettelijk dreigend tegen die [naam 1] gezegd
- " je moet met ons geen grapjes maken want we snijden zo je tong eruit" en
/of
- " we snijden je tong eraf en dan zing je nooit meer" en
/of
-
"we schieten je kapot,we gooien je in de kofferbak",

althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking,

en
/oftegen de manager van die [naam 1] gezegd " [naam 1] is uitgezongen en
we zoeken hem wel op" en
/of
de voicemail van die [naam 1] heeft/hebben ingesproken met de woorden "Als jij nou graag de boel wil opnaaien en leugentjes de wereld in wil trappen, dan zal ik eens met jou beginnen te trappen. Heb je me goed begrepen vieze niksnut?",
en/of
heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) opzettelijk dreigend die [naam 1] bij diens kleding/kraag gepakt en/of daarbij heeft/hebben doen voorkomen of hij/zij een vuurwapen uit zijn/hun jas wilde(n) pakken en/of (daarbij) opzettelijk dreigend zei(den) dat iedereen weg moest gaan omdat [naam 1] nu van hem/hun was en/of (vervolgens) tegen die [naam 1] zei(den) dat hij zijn leven lang achteruit moest blijven kijken en/of dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) voor die [naam 1] vijftien jaar zouden gaan zitten, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
en aldus (telkens) een dreigende situatie van die [naam 1] heeft
/hebbengecreëerd.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 2:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
en
bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Bij het bepalen van de hoogte van de strafeis heeft de officier van justitie rekening gehouden dat de redelijke termijn is geschonden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat de redelijke termijn is geschonden. Indien toch tot een bewezenverklaring wordt gekomen onder feit 3 heeft de raadsman verzocht een straf op te leggen gelijk aan het voorarrest. Wordt de tenlastegelegde bedreiging onder feit 2 bewezen geacht dan wordt een taakstraf voorgesteld.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel justitiële documentatie, gedateerd 18 september 2020.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het meermalen bedreigen van [naam 1] . De bedreigingen werden geuit door bedreigende woorden tegen [naam 1] te zeggen, dan wel tegen de manager van [naam 1] dan wel door zijn voicemail in te spreken. Verdachte heeft door deze gedragingen een inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [naam 1] . Hierdoor voelde [naam 1] zich angstig en onveilig. De rechtbank neemt dit verdachte kwalijk.
Door de raadsman is bepleit dat de redelijke termijn is geschonden. De rechtbank is van oordeel dat hiervan sprake is. Weliswaar is de duur van de zaak mede afhankelijk geweest van de onderzoekwensen van de raadsman, maar dat neemt niet weg dat de zaak ook een aanzienlijke periode heeft stilgelegen, welke periode niet voor rekening van verdachte komt. Verdachte is voor het eerst op 16 januari 2016 gehoord en op 5 oktober 2020 wordt vonnis gewezen. De redelijke termijn van twee jaren is overschreden en daarmee houdt de rechtbank rekening bij de strafoplegging.
Vervolgens is artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing omdat verdachte na onderhavige zaak voor andere strafbare feiten is veroordeeld.
De rechtbank is tot een andere bewezenverklaring gekomen dan de officier van justitie en zal daarom ook in de straftoemeting afwijken van wat de officier van justitie heeft gevorderd. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank een gevangenisstraf gelijk aan het reeds door verdachte ondergane voorarrest passend.
7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [naam 3] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 3 tenlastegelegde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 500,00.
Beoordeling door de rechtbank
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering, nu verdachte wordt vrijgesproken van het onder 3 tenlastegelegde. De benadeelde partij kan daarom zijn vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 57 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van de onder 1 en 3 tenlastegelegde feiten;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
 een gevangenisstraf voor de duur van
10 (tien) dagen;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 3] .
 verklaart de
benadeelde partij [naam 3] niet-ontvankelijkin zijn vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Kleinrensink, voorzitter mr. Y. Yeniay-Cenik en
mr. B.F.M. Klappe, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.S. Verhagen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 5 oktober 2020.
mr. B.F.M. Klappe is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost Nederland, districtsrecherche Noord- en Oost Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, proces-verbaalnummer 2016632541, onderzoek ON3R016135 STINT, gesloten op 21 januari 2016, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , p. 37 e.v.
3.He proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , p. 69-71.
4.Het proces-verbaal getuigenverhoor van [getuige] bij het kabinet rechter-commissaris, d.d. 27 juni 2019.
5.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 62.
6.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 21 september 2020.