Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.Bewezenverklaring
subsidiairtenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
of omstreeksde periode van 2 mei 2019 tot en met 3 mei 2019 te ‘t Harde,
althans in Nederland,
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
181 (honderdéénentachtig) dagen;
180 (honderdtachtig) dagen,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten wanneer veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren zich zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
taakstrafgedurende
240 (tweehonderdenveertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer], van een bedrag van
€ 2.023,-(tweeduizendendrieëntwintig euro), vermeerderd met de wettelijke vanaf 3 mei 2019 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;