ECLI:NL:RBGEL:2020:5210

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 september 2020
Publicatiedatum
2 oktober 2020
Zaaknummer
05.077246.20
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor groot aantal inbraken en diefstallen

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 28 september 2020 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere diefstallen en inbraken. De verdachte, geboren in 1988 en thans gedetineerd in de P.I. Nieuwegein, werd bijgestaan door raadsman mr. C.A. Boeve. De rechtbank heeft de zaak behandeld naar aanleiding van de terechtzittingen op 6 juli 2020 en 14 september 2020. De tenlastelegging omvatte zeven feiten van diefstal, waarbij de verdachte in vereniging met anderen handelde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 21 maart 2020 in Apeldoorn, samen met medeverdachte(n), verschillende goederen heeft weggenomen, waaronder geld, sigaretten, fietsen en persoonlijke bezittingen van meerdere slachtoffers. De rechtbank heeft overwogen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld en dat er voldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank heeft DNA-bewijs en getuigenverklaringen als ondersteunend bewijs gebruikt. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, waaronder [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3]. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte verplicht werd om de schadevergoeding te betalen, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/077246-20
Datum uitspraak : 28 september 2020
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] ,
thans gedetineerd e P.I. Nieuwegein te Nieuwegein,
raadsman: mr. C.A. Boeve, advocaat te Putten.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 6 juli 2020 en 14 september 2020.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 21 maart 2020 te Apeldoorn, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
-een geldbedrag van ongeveer 32 euro (muntgeld) en/of
-een pakje zware shag (John Player Special) en/of
-een of meerdere modelauto's en/of
-een mondharmonica en/of
-sigaren,
in elk geval enig goed/geldbedrag,
dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] ,
heeft weggenomen in/uit een schuur en/of garage, gelegen aan de
[adres 6]
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van
geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] , gepleegd met
het oogmerk bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere
deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij
het bezit van het gestolene te verzekeren, door:
-dreigend met een bezem in de richting van die [slachtoffer 1] te zwaaien
en/of
-dreigend al zwaaiend met een bezem in de richting van die [slachtoffer 1] te
lopen;
2
hij op of omstreeks 21 maart 2020 te Apeldoorn, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
-een witte koptelefoon met Bluetooth apparaatje en/of
-een zwart mapje met APK papieren en/of
-zwarte handschoenen,
in elk geval enig goed,
dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 2] ,
heeft weggenomen in/uit een auto (die geparkeerd stond bij de woning,
gelegen aan de [adres 2] )
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij op of omstreeks 21 maart 2020 te Apeldoorn, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
-twee lederen jassen en/of
-een gouden ring en/of
-een Italiaans paspoort en/of
-diverse diepvriesproducten en/of
-diverse levensmiddelen en/of
-een stekkerdoos en/of
-een geruite broek en/of
-een handdoek en/of
-een pot pindakaas,
in elk geval enig goed,
dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 3] ,
heeft weggenomen in/uit een woning, gelegen aan de [adres 3]
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen
goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door
middel van braak, verbreking en/of inklimming;
4
hij op of omstreeks 21 maart 2020 te Apeldoorn, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
-een fiets (Stella) en/of
-een fiets (Giant Twist),
in elk geval enig goed,
dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 4] ,
heeft weggenomen in/uit een schuur, gelegen aan de [adres 4]
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
5
hij in of omstreeks de periode van 20 maart 2020 tot en met 21 maart
2020 te Harderwijk, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
-een jas en/of
-een grijze broek en/of
-een sjaal en/of
-laarsjes en/of
-een of meerdere brillenkokers inclusief brillen en/of
-een lifehamer en/of
-een fles wijn,
in elk geval enig goed,
dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] ,
heeft weggenomen in/uit een auto,
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen
goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door
middel van braak, verbreking en/of inklimming;
6
hij in of omstreeks de periode van 18 maart 2020 tot en met 19 maart
2020 te Nunspeet , althans in Nederland,
-een paar werkschoenen en/of
-een radio,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander
toebehoorde, te weten aan [benadeelde partij] ,
heeft weggenomen in/uit een pand, gelegen aan het [adres 7] ,
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik
heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
7
hij in of omstreeks de periode van 20 maart 2020 tot en met 21 maart
2020 te Nijkerk, althans in Nederland,
-een TomTom en/of
-een pakje papieren zakdoekjes,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander
toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 7] ,
heeft weggenomen in/uit een auto, die geparkeerd stond in een loods,
gelegen op het perceel aan de [adres 5]
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik
heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Feit 1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal in vereniging.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van de diefstal gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De verdediging bepleit vrijspraak ten aanzien van de geweldshandelingen omdat verdachte dit ontkent en er geen steunbewijs is voor de verklaring van aangever.
Beoordeling door de rechtbank
Aangever [slachtoffer 1] heeft als volgt verklaard.
Op 21 maart 2020 omstreeks 21.45 uur zag hij in de garage/schuur van zijn woning aan de [adres 6] in Apeldoorn een onbekende man staan. Toen hij de man aanriep kwam die met een bezem in zijn richting gelopen, waarbij hij met de bezem slaande bewegingen naar aangever maakte. Na een korte schermutseling lukte het de man om langs aangever te komen. De man wilde op een fiets gaan zitten die op de oprit stond. Aangever gooide daarop een bloembak naar de man waardoor de fiets omviel. Die man ging er toen vandoor. Aangever zag een andere man met een oranje jas meerdere keren heen en weer lopen op straat. Die man kwam de oprit oplopen richting aangever. Op de oprit werd die man door de politie aangehouden.
Aangever zag dat zijn garage was doorzocht. Uit de garage waren de volgende spullen weggenomen: een pakje zware shag (merk John Player Special), een hoeveelheid muntgeld, modelauto’s [2] , sigaren [3]
en een mondharmonica. [4]
Verdachte is kort na het feit aangehouden op loopafstand van de plaats delict. Hij had een snee in zijn hand die hevig bloedde, het bloed druppelde op de grond. [5]
Op de plaats delict zijn bloedsporen aangetroffen, onder andere op de kluisdeur van een kluis in het pand van aangever, op een doos die in het pand stond en op de grond voor het pand. [6] Het NFI heeft DNA-onderzoek gedaan naar die bloedsporen. De uitkomst daarvan was dat het celmateriaal afkomstig kan zijn van verdachte. De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen man matcht met de DNA-profielen van het bloed is
kleiner dan één op één miljard. [7] De rechtbank neemt deze conclusie over en concludeert op basis van de matchkans dat de bloedsporen afkomstig zijn van verdachte.
Uit het vorenstaande concludeert de rechtbank dat verdachte de persoon was die door aangever is overlopen.
Medeverdachte [medeverdachte] is direct na het feit aangehouden op de oprit van het pand. [8] Bij zijn fouillering werd een fietssleutel aangetroffen. Die fietssleutel paste op het slot van een damesfiets van het merk Stella, die op de oprit van de woning van aangever stond. Aan het stuur van die fiets hingen tassen. In één van de tassen werd een doosje sigaren aangetroffen dat eigendom was van aangever en drie modelauto’s, ook eigendom van aangever. [9]
De fiets was eerder die avond door [medeverdachte] gestolen. [10]
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte] de diefstallen heeft gepleegd.
Ten aanzien van het geweld: de politie heeft na het incident op het terras tussen de schuur en de woning een kapotte bloembak en twee bezems zien liggen. [11] Dit ondersteunt de aangifte van [slachtoffer 1] . De rechtbank heeft dan ook geen enkele reden om aan die aangifte te twijfelen en acht ook bewezen dat verdachte geweld heeft gebruikt om weg te kunnen komen.
Feit 2
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 21 maart 2020 zijn uit de auto van [slachtoffer 2] , die geparkeerd stond aan de [adres 2] in Apeldoorn, een witte koptelefoon met bluetoothapparaatje, een zwart mapje met APK-papieren en zwarte handschoenen gestolen. [12]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal in vereniging.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman bepleit vrijspraak. Daartoe is aangevoerd dat niet is vast te stellen hoe de gestolen goederen in de fietstassen van verdachte zijn gekomen. Ze zouden ook door medeverdachte [medeverdachte] in de tassen kunnen zijn gedaan.
Beoordeling door de rechtbank
De koptelefoon met bluetoothapparaatje en het mapje met autopapieren zijn aangetroffen in een fietstas van een fiets, merk Giant, die is aangetroffen op de oprit van de woning van aangever. [13]
Deze fiets is tegelijk gestolen met de eerdergenoemde door medeverdachte [medeverdachte] gestolen Stella fiets. [14]
De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte deze spullen samen met medeverdachte [medeverdachte] heeft gestolen. Aangezien uit feit 1, gepleegd in dezelfde straat, volgt dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] samen optrokken bestaat er geen twijfel dat verdachte en de medeverdachte samen de fietsen hebben gestolen (hierna nog te bespreken feit 4) en ook de diefstal uit de auto samen hebben gepleegd.
Feit 3
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 21 maart 2020 is ingebroken in de woning van [slachtoffer 3] aan de [adres 3] in Apeldoorn. Daarbij is een keukenraam gebroken en zijn de volgende spullen weggenomen:
twee leren jassen, een gouden ring, een Italiaans paspoort, diverse diepvriesproducten, diverse levensmiddelen, een stekkerdoos, een geruite broek, een handdoek en een pot pindakaas. [15]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal in vereniging.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman bepleit vrijspraak. Daartoe is aangevoerd dat medeverdachte [medeverdachte] heeft bekend goederen te hebben meegenomen en het dus mogelijk is dat [medeverdachte] de gestolen goederen in de tas die aan het stuur van de Giant hing heeft gedaan. Subsidiair stelt de verdediging dat vrijspraak moet volgen van de diefstal van de ring en het paspoort nu die goederen niet zijn aangetroffen.
Beoordeling door de rechtbank
Medeverdachte [medeverdachte] heeft bij de politie verklaard dat hij de woning van aangever is binnengegaan door een keukenraam te breken. Hij had daar eten en een jas meegenomen. [16]
In een tas die aan de door [medeverdachte] gestolen Stella fiets hing werden onder meer twee lederen jassen, diepvriesproducten en diverse levensmiddelen aangetroffen. [17] Aangever herkende deze goederen als de zijne. [18]
Daarnaast werd in de tassen op of aan de eerdergenoemde Giant fiets een verlengsnoer (stekkerdoos), een geruite broek, een handdoek, sandalen en koffiemelk aangetroffen. [19] Zoals eerder vastgesteld zijn de Stella fiets en de Giant fiets gestolen door verdachte en medeverdachte [medeverdachte] . De Stella was de fiets waar medeverdachte [medeverdachte] de sleutel van bij zich had. Verdachte gebruikte dus de Giant.
Aangever herkende de broek, handdoek en sandalen als spullen van hem die waren weggenomen bij de inbraak. [20]
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte] de inbraak heeft gepleegd. Dat medeverdachte [medeverdachte] de inbraak alleen heeft gepleegd en de goederen buiten medeweten van verdachte in de tas bij de Giant heeft gedaan is niet aannemelijk. Uit de besproken en nog te bespreken feiten blijkt dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] de feiten 1 tot en met 5 samen hebben gepleegd. Dat meerdere goederen in verdachtes tas zijn gevonden bewijst dat dit ook bij dit feit het geval is geweest.
De rechtbank heeft geen reden te twijfelen aan de aangifte en acht ook de diefstal van de gouden ring en het paspoort bewezen.
Feit 4
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 21 maart 2020 zijn in Apeldoorn uit een schuur van de woning aan de [adres 4] in Apeldoorn twee fietsen weggenomen van [slachtoffer 4] , een Stella en een Giant, type Twist. [21]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met braak in vereniging.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman bepleit vrijspraak. Daartoe is aangevoerd dat medeverdachte [medeverdachte] heeft verklaard de Stella fiets alleen te hebben gestolen. De Giant fiets lijkt wel in het bezit van verdachte te zijn geweest maar niet duidelijk is hoe verdachte er dan aan is gekomen.
Beoordeling door de rechtbank
Zoals eerder vastgesteld is bij medeverdachte [medeverdachte] de fietssleutel van de Stella aangetroffen. Medeverdachte [medeverdachte] heeft verklaard dat hij die fiets heeft meegenomen. [22]
De fiets van het merk Giant is teruggevonden op de oprit van het pand [adres 6] in Apeldoorn. [23] In de fietstassen bevonden zich voorwerpen die uit de auto behorende bij [adres 2] waren weggenomen (feit 2) [24] en voorwerpen die bij de inbraak in de woning aan de [adres 3] in Apeldoorn waren weggenomen (feit 3). Gelet op het onder feit 2 en 3 overwogene, waaruit blijkt dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] die feiten samen hebben gepleegd, acht de rechtbank bewezen dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] samen ook de twee fietsen hebben gestolen, waarbij medeverdachte [medeverdachte] de Stella fiets is gaan gebruiken en verdachte de Giant fiets.
Feit 5
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Tussen 20 en 21 maart 2020 is in Harderwijk ingebroken in de auto van [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] . Een ruitje van de auto was ingeslagen en uit de auto waren verschillende goederen weggenomen, waaronder een jas, een grijze broek, een sjaal, laarsjes, brillenkokers, drie brillen en een fles wijn. Ook werd uit de laadruimte een rood met zwarte tas weggenomen met daarop de tekst “SHOPPING is my passion”. [25]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met braak in vereniging.
Het standpunt van de verdediging
De raadsmanheeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Op 21 maart 2020 troffen verbalisanten van politie verdachte en medeverdachte [medeverdachte] in Harderwijk aan terwijl zij gehurkt tegen het rechtervoorwiel van een auto aanzaten. Bij het zien van één van de verbalisanten doken de mannen in elkaar. Bij het rechtervoorwiel van de auto stond een boodschappentas met meerdere goederen. [26] De tas was een rode tas met opdruk “SHOPPING is my passion”. In de tas zaten glassplinters en goederen die door aangevers zijn herkend als de uit hun auto weggenomen goederen. [27]
In de auto lag een geplastificeerd hoesje waar de autodocumenten in zaten. Op dit hoesje is een bloedspoor aangetroffen. [28]
Het bloedspoor is onderzocht door het NFI. De uitkomst daarvan was dat het celmateriaal afkomstig kan zijn van verdachte. De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen man matcht met de DNA-profielen van het bloed is kleiner dan één op één miljard. [29] De rechtbank neemt deze conclusie over en concludeert op basis van de matchkans dat de bloedsporen afkomstig zijn van verdachte.
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte de inbraak samen met [medeverdachte] heeft gepleegd.
Feit 6
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Tussen 18 en 19 maart 2020 is ingebroken in het pand van [benadeelde partij] aan het [adres 7] in Nunspeet. Een ruit van een deur was ingeslagen. Bij de inbraak zijn een paar werkhandschoenen en een radio weggenomen. [30]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met braak.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman bepleit vrijspraak en voert daartoe aan dat alleen is vast te stellen dat verdachte in het pand is geweest, maar niet dat hij goederen heeft weggenomen.
Beoordeling door de rechtbank
In het pand is overal bloed aangetroffen en in het pand was een verbandtrommel gebruikt. [31] De rechtbank gaat ervan uit dat dader zich heeft verwond bij het inslaan van het raampje of het naar binnen klimmen. Van het bloed zijn sporen veiliggesteld. [32]
Nadat bij verdachte DNA-materiaal uit een andere zaak is afgenomen en door het NFI vergeleken met de DNA-profielen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken, leverde dat een match op met het DNA uit de veiliggestelde bloedsporen. [33] Dit betekent dat de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen man matcht met de DNA-profielen van het op de plaats delict gevonden bloed kleiner is dan één op één miljard. De rechtbank neemt deze conclusie over en concludeert op basis van de matchkans dat de bloedsporen afkomstig zijn van verdachte, en – nu het een daderspoor betreft – ook dat het verdachte is geweest die in het pand is geweest en goederen heeft meegenomen.
De rechtbank acht het feit dan ook bewezen.
Feit 7
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Tussen 20 en 21 maart 2020 is uit een auto die in een loods aan de [adres 5] in Nijkerk geparkeerd stond een TomTom en een pakje papieren zakdoekjes, beide zaken eigendom van [slachtoffer 7] , weggehaald. De dader was de loods binnengekomen door het openbreken van een raam. [34]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met braak.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman bepleit vrijspraak en voert daartoe aan dat alleen is vast te stellen dat verdachte in het pand is geweest, maar niet dat hij goederen heeft weggenomen.
Beoordeling door de rechtbank
Bij de inbraak waren 8 à 9 stroopwafels uit een pak gehaald en opgegeten. Op een bureau was een half opgeten stroopwafel achtergelaten. [35] Deze halve stroopwafel is door de politie bemonsterd op speekselresten. [36]
Nadat bij verdachte DNA-materiaal uit een andere zaak is afgenomen en door het NFI vergeleken met de DNA-profielen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken, leverde dat een match op met het DNA uit de veiliggestelde speekselresten. [37] Dit betekent dat de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen man matcht met de DNA-profielen van het op de stroopwafel aangetroffen speeksel kleiner is dan één op één miljard. De rechtbank neemt deze conclusie over en concludeert op basis van de matchkans dat speeksel afkomstig is van verdachte.
De rechtbank leidt hieruit af dat het verdachte is geweest die in het pand is geweest en de rechtbank heeft geen reden te denken dat daarnaast een ander de desbetreffende spullen heeft meegenomen. .
De rechtbank acht diefstal met braak bewezen.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1
hij op
of omstreeks21 maart 2020 te Apeldoorn,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,
-een geldbedrag
van ongeveer 32 euro(muntgeld) en
/of
-een pakje zware shag (John Player Special) en
/of
-
een ofmeerdere modelauto's en
/of
-een mondharmonica en
/of
-sigaren,
in elk geval enig goed/geldbedrag,
dat
geheel of ten deleaan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader
(s)toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] ,
heeft weggenomen in/uit een schuur en/of garage, gelegen aan de
[adres 6]
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
terwijl deze diefstal werd
voorafgegaan, vergezeld en/ofgevolgd van
geweld en/ofbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] , gepleegd met
het oogmerk bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere
deelnemers aan het misdrijf
hetzijde vlucht mogelijk te maken,
hetzij
het bezit van het gestolene te verzekeren,door:
-dreigend met een bezem in de richting van die [slachtoffer 1] te zwaaien
en/
of
-dreigend al zwaaiend met een bezem in de richting van die [slachtoffer 1] te
Lopen.
2
hij op
of omstreeks21 maart 2020 te Apeldoorn
, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,
-een witte koptelefoon met Bluetooth apparaatje en
/of
-een zwart mapje met APK papieren en
/of
-zwarte handschoenen,
in elk geval enig goed,
die
geheel of ten deleaan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader
(s
)toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 2] ,
heeft weggenomen
in/uit een auto (die geparkeerd stond bij de woning,
gelegen aan de [adres 2] )
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
3
hij op
of omstreeks21 maart 2020 te Apeldoorn,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,
-twee lederen jassen en
/of
-een gouden ring en
/of
-een Italiaans paspoort en
/of
-diverse diepvriesproducten en
/of
-diverse levensmiddelen en
/of
-een stekkerdoos en
/of
-een geruite broek en
/of
-een handdoek en
/of
-een pot pindakaas,
in elk geval enig goed,
die
geheel of ten deleaan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader
(s
)toebehoorden, te weten aan [slachtoffer 3] ,
heeft weggenomen in/uit een woning, gelegen aan de [adres 3]
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader
(s)zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf heeft/hebben verschaft
en/of dat/die weg te nemen
goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebrachtdoor
middel van braak
, verbreking en/of inklimming;
4
hij op
of omstreeks21 maart 2020 te Apeldoorn,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,
-een fiets (Stella) en
/of
-een fiets (Giant Twist),
in elk geval enig goed,
die
geheel of ten deleaan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader
(s)toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 4] ,
heeft weggenomen in/uit een schuur, gelegen aan de [adres 4]
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
5
hij in
of omstreeksde periode van 20 maart 2020 tot en met 21 maart
2020 te Harderwijk
, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,
-een jas en
/of
-een grijze broek en
/of
-een sjaal en
/of
-laarsjes en
/of
-
een ofmeerdere brillenkokers inclusief brillen en
/of
-een lifehamer en/of
-een fles wijn,
in elk geval enig goed,
die
geheel of ten deleaan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader
(s)toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 5] en
/of[slachtoffer 6] ,
heeft weggenomen
in/uit een auto,
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader
(s) zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen
goed/goederen
onderzijn/
haar/hunbereik heeft/
hebbengebracht door
middel van braak
, verbreking en/of inklimming.
6
hij in
of omstreeksde periode van 18 maart 2020 tot en met 19 maart
2020 te Nunspeet
, althans in Nederland,
-een paar werkschoenen en
/of
-een radio,
in elk geval enig goed,die
geheel of ten deleaan een ander
toebehoorden, te weten aan [benadeelde partij] ,
heeft weggenomen in/uit een pand, gelegen aan het [adres 7] ,
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft
en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik
heeft gebrachtdoor middel van braak
, verbreking en/of inklimming;
7
hij in
of omstreeksde periode van 20 maart 2020 tot en met 21 maart
2020 te Nijkerk, althans in Nederland,
-een TomTom en
/of
-een pakje papieren zakdoekjes,
in elk geval enig goed,die
geheel of ten deleaan een ander
toebehoorden, te weten aan [slachtoffer 7] ,
heeft weggenomen
in/uit een auto, die geparkeerd stond in een loods,
gelegen op het perceel aan de [adres 5]
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft
en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik
heeft gebrachtdoor middel van braak
, verbreking en/of inklimming;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Ten aanzien van feit 1:
diefstal door twee of meer verenigde personen, gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad de vlucht mogelijk te maken
Ten aanzien van de feiten 2 en 4 telkens:
diefstal door twee of meer verenigde personen
Ten aanzien van feit 3:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Ten aanzien van feit 5:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Ten aanzien van de feiten 6 en 7 telkens:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 16 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, in het bijzonder zijn gezin en broze gezondheid. Verdachte wil zo snel mogelijk op vrije voeten. Indien de rechtbank een gevangenisstraf oplegt verzoekt de verdediging een deel daarvan voorwaardelijk op te leggen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel justitiële documentatie, gedateerd 27 juli 2020.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan zeven gekwalificeerde diefstallen, waarvan zes op één dag. In een ware strooptocht werd alles wat men maar kon stelen gestolen, waarbij verdachte en zijn mededader kennelijk geen moment stil hebben gestaan bij de schade en het ongemak dat dit veroorzaakte bij de slachtoffers. Het eigen gewin was het enige dat telde. Zelfs een aanhouding eerder die nacht door de politie weerhield verdachte en zijn mededader er niet van na hun heenzending opnieuw op dievenpad te gaan. Bij één van de diefstallen heeft verdachte geweld gebruikt om weg te kunnen komen. Dit zijn ernstige feiten. Naar het oordeel van de rechtbank is voor deze feiten alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats. De rechtbank zal de eis van de officier van justitie volgen nu zij deze passend acht.
7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van de onder respectievelijk feit 1 en feit 3 bewezenverklaarde feiten. [slachtoffer 1] vordert een bedrag van € 244,99, te vermeerderen met de wettelijk rente. [slachtoffer 3] vordert een bedrag van € 2.070,-, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van [slachtoffer 1] toe te wijzen en [slachtoffer 3] niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering nu deze onvoldoende onderbouwd is.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging acht de vordering van [slachtoffer 1] toewijsbaar en verzoekt [slachtoffer 3] niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partijen als gevolg van het onder 1 en 3 bewezen verklaarde handelen het gevorderde bedrag aan schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering van [slachtoffer 1] is niet door de verdediging weersproken en de vordering van [slachtoffer 3] is onvoldoende gemotiveerd door de verdediging weersproken. De vorderingen zijn voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank ziet aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partijen.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 21 maart 2020.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 36f, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een
gevangenisstrafvoor de duur van
16 (zestien) maanden
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 1 tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 1]van een bedrag van
€ 244,99 (tweehonderdvierenveertig euro en negenennegentig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;

De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 1 tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 3]van een bedrag van
€ 2.070,- (tweeduizendzeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
Dit vonnis is gewezen door mr. S.C.A.M. Janssen, voorzitter mr. C. Kleinrensink en mr. Y. Yeniay-Cenik, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.T.P.M. van Aarssen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 september 2020.
De griffier is buiten staat dit
vonnis mede te ondertekenen

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland opgemaakte proces-verbaal, SKN [nummer] , gesloten op 13 mei 2020 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte, p. 108-109; proces-verbaal van verhoor aangever, p. 161-162.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 151.
4.Bewijs van ontvangst, p. 164.
5.Proces-verbaal van aanhouding, p. 332.
6.Proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict, p. 113.
7.NFI-rapport p. 117-118.
8.Proces-verbaal aanhouding, p. 286.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 150-151.
10.Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte] , p. 314.
11.Proces-verbaal van bevindingen. p. 112.
12.Proces-verbaal van aangifte, p. 173-174.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 175
14.Proces-verbaal van aangifte, p. 177.
15.Proces-verbaal van aangifte p. 190-191; proces-verbaal van verhoor aangever, p. 192.
16.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 314
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 198-200.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 200.
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 201-202.
20.Proces-verbaal van bevindingen, p. 203.
21.Proces-verbaal van aangifte, p. 176-177.
22.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 315
23.Proces-verbaal van bevindingen, p. 198.
24.Proces-verbaal van aangifte, p. 173-174.
25.Proces-verbaal van aangifte, p. 45-46.
26.Proces-verbaal van bevindingen, p. 35.
27.Proces-verbaal van bevindingen, p. 39; fotoblad, p. 40-44; proces-verbaal van aangifte, p. 46.
28.Proces-verbaal van veiligstellen en overdracht DNA-sporendrager(s), p. 56; kennisgeving van inbeslagneming, p.57.
29.NFI-rapport zaaknummer 2020.05.27.038
30.Proces-verbaal van aangifte, p. 226-228.
31.Proces-verbaal van aangifte, p. 226; afdrukken van foto’s, p. 229-236.
32.Proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict, p. 247.
33.NFI-rapport, p. 369-372.
34.Proces-verbaal van aangifte, p. 249-250
35.Proces-verbaal van aangifte, p. 250.
36.Proces-verbaal van forensisch onderzoek, p. 276.
37.NFI-rapport, p. 369-372.