ECLI:NL:RBGEL:2020:520

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
30 januari 2020
Publicatiedatum
30 januari 2020
Zaaknummer
05/863130-13
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting door middel van valse documenten en misleidende informatie met aanzienlijke financiële schade voor meerdere slachtoffers

Op 30 januari 2020 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van oplichting en valsheid in geschrifte. De verdachte, samen met een medeverdachte, heeft gedurende een periode van vijf jaar, van 1 januari 2009 tot en met 7 januari 2014, meerdere personen opgelicht door hen te misleiden met valse documenten en onware verhalen over grote sommen geld die in het buitenland zouden staan. De slachtoffers werden beloofd dat zij hoge rendementen zouden ontvangen op hun investeringen, terwijl de verdachte in werkelijkheid geen toegang had tot de genoemde bedragen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gebruik heeft gemaakt van een samenweefsel van verdichtsels en listige kunstgrepen om de slachtoffers te bewegen tot het afgeven van aanzienlijke geldbedragen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan oplichting en valsheid in geschrifte, en hem een gevangenisstraf van 24 maanden opgelegd, waarvan 8 maanden voorwaardelijk. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk zijn in hun vorderingen, omdat deze onvoldoende onderbouwd waren of een onevenredige belasting van het strafgeding opleverden.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/863130-13
Datum uitspraak : 30 januari 2020
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1976 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres 1] .
Raadsman: mr. A.C. Huisman, advocaat te Deventer.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen
van 22 april 2014, 23 juli 2015, 14 januari 2016, 26 januari 2017, 8 februari 2018,
31 oktober 2019, 12 december 2019, 16 januari 2020 en 30 januari 2020.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2009
tot en met 7 januari 2014, te Arnhem en/of te Rijssen en/of te Almelo en/of te
Oosterbeek, gemeente Renkum, althans (telkens) in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk
om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door
het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door
een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [benadeelde 1] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)
1.711.093,10 Euro, althans (telkens) een hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 2] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)
251.000,00 Euro, althans (telkens) een hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 3] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)
1.800,00 Euro, althans (telkens) een hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 4] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)
200.000,00 Euro, althans (telkens) een hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 5] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)
37.000,00 Euro, althans 8.000 Euro, in ieder geval (telkens) een hoeveelheid
geld en/of
- [benadeelde 6] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal
ongeveer) 199.761,71 Euro, althans (telkens) een hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 7] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal
ongeveer) 159.000,10 Euro, althans 141.948,66, in ieder geval (telkens) een
hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 8] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)
206.950,00 Euro, althans 66.321,00 Euro, in ieder geval (telkens) een
hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 9] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)
9.500,00 Euro, althans (telkens) een hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 10] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)
60.000,00 Euro, althans 2.500 Euro, in ieder geval (telkens) een hoeveelheid
geld en/of
- [benadeelde 11] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)
304.906,00 Euro, althans 150.310,00, in ieder geval (telkens) een
hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 12] en/of [benadeelde 13] heeft/hebben bewogen tot de afgifte
van (in totaal ongeveer) 33.000,00 Euro, althans 31.100.00 Euro, in ieder
geval (telkens) een hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 14] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)
195.000,00 Euro, althans (telkens) een hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 15] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)
105.000,00 Euro, althans (telkens) een hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 16] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)
13.618,00 Euro, althans (telkens) een hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 17] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)
103.790,10 Euro, althans 42.805,00 Euro, in ieder geval (telkens) een
hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 18] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)
2.721.326,60 Euro, althans 860.503,26 Euro, in ieder geval (telkens) een
hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 19] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)
20.000,00 Euro, althans (telkens) een hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 20] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal
ongeveer) 9.085,00 Euro, althans (telkens) een hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 21] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)
23.000,00 Euro, althans (telkens) een hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 22] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)
62.330 Euro, althans 43.000,00 Euro, in ieder geval (telkens) een
hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 23] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)
15.000,00 Euro, althans (telkens) een hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 24] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal
ongeveer) 8500,00 Euro, althans 5.000,00 Euro, in ieder geval (telkens) een
hoeveelheid geld,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met
vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk
en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich voorgedaan als een (zeer) vermogend man (ongeveer 331 en/of 412 miljoen
en/of meer dan 400 miljoen Euro, althans veel geld in Mexico, althans in het
buitenland) en/of
- verteld dat hij/zij het geld naar Nederland wil(len) halen, maar dat hij/zij
niet aan dat (buitenlandse) geld/vermogen kon(den) komen, omdat hij/zij
boetes moest(en) betalen in verband met een inkeerregeling en/of
- een (vals) rekeningafschrift van de (Fortis)bank van rekeningnummer
[rekeningnummer 1] met een saldo van 412.197.675,00 Euro getoond en/of afgegeven
en/of
- een of meer (valse/gefingeerde) renteoverzicht(en) van bankrekening
[rekeningnummer 2] van een bank in Mexico -op naam van [medeverdachte] - getoond
en/of
- een (valse/gefingeerde) brief aan [medeverdachte] van de ING Group Financials
Mexico (dd 25 maart 2009) getoond dat de investering van 10 jaar compleet is
en dat de totale balans zal worden overgemaakt naar een prive account in
Nederland en/of
- verzocht hem/hen geld te lenen om aan het geld in het buitenland te kunnen
komen en/of om de transportkosten voor overbrenging van het geld te kunnen
betalen en/of
- een (valse/gefingeerde) mededeling vrijwillige verbetering 2013 van de
rijksoverheid getoond en/of overhandigd en/of
- ( meerdere malen) verteld dat het nog niet gelukt was om het geld naar
Nederland te krijgen, omdat er meer (boete) moest worden betaald en/of
- verteld dat de lener zijn geld weer terug kreeg met een hoog rendement en/of
- als zekerheidstelling een wilsbeschikking overhandigd en/of een
overeenkomst ondertekend dat de lener 50 a 60 procent van het vermogen van
verdachte zou krijgen na diens overlijden en/of een jacht en/of
- verteld dat hij/zij in ( [merknaam 1] ) gereedschap wilde(n) investeren en/of dat
die investering een rendement van 10 a 15 procent en/of 20 procent zou
opleveren en/of
- dat (bank)rekeningen zijn geblokkeerd en/of daardoor hij/zij niet kan
investeren in de aanschaf van ( [merknaam 1] ) gereedschap en/of
- dat de gedane investering binnen een jaar zou worden terugbetaald en/of
- grote sommen geld voor het lenen van het geld in het vooruitzicht gesteld
en/of
- verteld dat er 20 miljoen Euro onderweg was vanuit Monaco en/of
- verteld dat hij/zij miljoenen op de (Friesland) bank heeft en/of dat dat geld
via een bepaalde constructie zal loskomen en/of
- verteld dat hij/zij geld nodig had voor betaling van de advocaat en/of
griffiekosten en/of daarvan papieren getoond en/of
- verteld dat hij/zij geld nodig had om te voorkomen dat er beslag zou worden
gelegd op zijn woning en/of
- verteld dat hij geld nodig had voor de aanschaf van een stuk grond in
Almelo en daarbij de grond als borgstelling beloofd en/of
- verteld dat een rendement van 400% voor een lening zou zitten en daarvoor
een leenovereenkomst ondertekend en/of
- verteld dat hij/zij het geld zou kunnen beleggen en dat hij/zij er veel meer
van kon maken, althans een hoog rendement zou krijgen en/of
- verteld dat er een container vast stond in de haven en dat hij/zij met
spoed geld nodig had om de container door te laten gaan en/of
- verteld dat hij (smeer)geld nodig had voor het vrijmaken van geld in
Mexico, dat was vrijgekomen na de verkoop van panden en/of
- verteld dat geld zal worden belegd in Spanje met een rendement van 10 a 15%
en/of
- verteld dat hij/zij een auto zou(den) opknappen/restaureren en/of
werkzaamheden in een woning zou(den) verrichten en/of
- verteld dat er geld zou worden geïnvesteerd in de aankoop van [merknaam 5]
en/of [merknaam 6] en/of [merknaam 7] laptops en/of
- verteld dat er kon worden geïnvesteerd in een leenstelsel wat een hoog
rendement zou opleveren,
waardoor bovengenoemde personen (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven
afgifte(n);
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2009 tot en met 7 januari 2014,
te Almelo en/of te Rijssen en/of te Arnhem, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) of vervalst(e) bescheiden van de ING-bank van rekeningnummer [rekeningnummer 2] (pag 410/412) en/of
bankafschriften de Fortis-bank van rekeningnummer [rekeningnummer 1] (pag 409) en/of
een verklaring van vrijwillige verbetering belastingdienst (pag 73/74) en/of
een brief van SNS securities NV betreffende overdracht van depotrekeningen naar Ten Cate & Cie (75/76) en/of
een geheimhoudersovereenkomst met de DNB (1654/1655) en/of
een verklaring van vrijwillige verbetering 2013 van de Rijksoverheid ten behoeve van de
Belastingdienst (754/755) en/of
een brief van de ING Group Financals Mexico van 25 maart 2009 (416/417),
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen
als ware die/dat geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat verdachte en/of verdachte's mededader(s) die bescheiden (telkens) heeft hebben getoond aan de
verstrekkers van (geld)leningen en bestaande die valsheid of vervalsing hierin
dat voornoemde bescheiden (telkens) valselijk zijn/waren opgemaakt,
althans niet afkomstig was/waren van voornoemde instanties en/of bedrijven;
3.
hij op of omstreeks 07 januari 2014, te Almelo,
voorhanden heeft gehad (in totaal) 90 (knal) patronen ( [merknaam 2] ) en/of
40 ( knal)patronen ( [merknaam 3] ) en/of
191 (pyrotechnische) patronen (kal. 15 mm), in elk geval munitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie van categorie III en/of
een wapen van categorie III, te weten een schietbeker, voorhanden heeft gehad;
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich in vereniging met medeverdachte [medeverdachte] schuldig heeft gemaakt aan oplichting van [benadeelde 1] , [benadeelde 4] , [benadeelde 5] , [benadeelde 6] , [benadeelde 7] , [benadeelde 8] , [benadeelde 9] , [benadeelde 10] , [benadeelde 17] en [benadeelde 18] (feit 1). Zij hebben - onder andere- gebruik gemaakt van het verhaal dat één van hen 400 miljoen euro in het buitenland heeft. Verdachte heeft dit richting de slachtoffers met valse documenten onderbouwd. Daarnaast werd gesproken over een inkeerregeling waarvoor geld nodig was en heeft verdachte de slachtoffers hoge rendementen beloofd bij het doen van een investering. Verdachte dient vrijgesproken te worden van oplichting ten aanzien van de overige personen.
De officier van justitie heeft verder gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het gebruik maken van meerdere valse documenten (feit 2) en het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid munitie en een schietbeker (feit 3).
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte [benadeelde 7] heeft opgelicht door te zeggen dat hij heel veel geld heeft uitstaan in Mexico en door hem een verhaal rond [medeverdachte] en transporten te vertellen.
Voor de overige slachtoffers stelt de verdediging dat verdachte vrijgesproken dient te worden. Op basis van het dossier is niet gebleken dat verdachte gebruikt heeft gemaakt van oplichtingsmiddelen, zoals ten laste gelegd.
Subsidiair heeft de verdediging aangevoerd dat de in de tenlastelegging genoemde bedrag ten aanzien van [benadeelde 1] te hoog is.
Ten aanzien van feit 2 heeft de verdediging aangevoerd dat verdachte ten aanzien van de bescheiden van de ING-bank, de bankafschriften van de Fortisbank en de brief van ING Group Financials Mexico verdachte geen wetenschap heeft gehad van de valsheid van deze bescheiden en daarmee niet opzettelijk gebruik daarvan heeft gemaakt. Ten aanzien van de verklaring van vrijwillige verbetering belastingdienst, de brief van SNS Securities N.V., een geheimhoudingsovereenkomst met de DNB en een verklaring van vrijwillige verbetering 2013 refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van feit 3 refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van feiten 1 en 2
Bewijsmiddelen
Verdachte woonde tot en met januari 2014 aan de [adres 2] . [2]
Uit onderzoek is gebleken dat medeverdachte [medeverdachte] geld ontvangt van particulieren en ondernemingen zoals [vader verdachte] en de rechtspersonen [bedrijf 2] en [bedrijf 3] Deze laatste rechtspersonen staan op naam van de echtgenote van verdachte. [3] In de periode van 1 januari 2009 tot en met 18 oktober 2013 wordt ruim 4 miljoen euro overgeboekt naar bankrekeningen van [medeverdachte] . [4]
Er wordt geld aan verdachte overgemaakt door diverse personen en dat geld wordt (gedeeltelijk) weer overmaakt naar de rekening van [medeverdachte] . [5]
[medeverdachte] heeft verklaard dat verdachte geld naar hem heeft overgemaakt. Dat heeft hij gebruikt om van te leven, te gokken en schulden te betalen. [6] [medeverdachte] heeft verklaard dat hij nergens in heeft geïnvesteerd, niet in huizen en niet in de horeca. [7] Het gaat om ongeveer drie miljoen euro. [8]
Bij de rechter-commissaris heeft [medeverdachte] verklaard dat hij eerder heeft gezeten voor een zaak waarbij valse bankafschriften zijn gebruikt. De aangetroffen valse bankafschriften, die in het dossier zitten, zijn dezelfde bankafschriften. Wat gevonden is, is volgens [medeverdachte] afkomstig uit zijn oude strafdossier.
[benadeelde 18] heeft verklaard dat hij van onder andere [benadeelde 7] , [benadeelde 14] en [benadeelde 1] , gelden heeft ontvangen met de bedoeling om dit door te sluizen aan [medeverdachte] . Verdachte gaf door dat er geld aankwam en hij vroeg [benadeelde 18] om het door te storten aan [medeverdachte] . Vervolgens werd er geld op zijn rekening gestort en heeft [benadeelde 18] dat doorgestort aan [medeverdachte] .
Documenten
Op 7 januari 2014 zijn in de woning van verdachte aan de [adres 2] de volgende documenten aangetroffen en in beslag genomen:
  • drie afschriften van de ING bank in kopie, betreffende rekeningnummer [rekeningnummer 2] met als rekeninghouder [medeverdachte] te Haarlem. Op deze afschriften staat vermeld dat op 24-02-2009 respectievelijk de volgende bedragen zijn afgeschreven van voornoemde rekening: € 50.000.000,00, € 20.000.000,00 en € 99.000.000,00;
  • een renteoverzicht van rekeningnummer [rekeningnummer 2] , met een saldo van € 25.43.208,72;
  • een brief van ING Group Financials Mexico van 25 maart 2009;
  • een bankafschrift van de Fortis bank, gedateerd 26 maart 2009 met rekeningnummer [rekeningnummer 1] op naam van [medeverdachte] met het saldo € 412.197.675,00;
  • een document met het logo van de Rijksoverheid “
Met betrekking tot bovengenoemde documenten blijkt uit het proces-verbaal van politie het navolgende.
- [medeverdachte] heeft, nadat hem door de politie de drie kopieën van ING bank betreffende het rekeningnummer [rekeningnummer 2] zijn getoond, verklaard dat het valse documenten zijn. Hij heeft niet de beschikking over een dergelijke rekening. Hij heeft ook verklaard dat hij geen bankrekeningen in het buitenland heeft. [10]
- Het rekeningafschrift betreffende de rekening [rekeningnummer 1] van de Fortis Bank op naam van [medeverdachte] [11] is blijkens een email van [naam 2] van de ABN AMRO bank d.d. 20 januari 2014 geen origineel afschrift. [12]
- Bij de stukken zit een verklaring vrijwillige verbetering, gedateerd 13 september 2013 en ondertekend door verdachte. [13]
- De geheimhoudingsovereenkomst tussen verdachte en de DNB [14] is vals. [15]
[naam 3] van de Belastingdienst heeft verklaard dat er op naam van [verdachte] geen verklaring vrijwillige verbetering is ingediend bij de Belastingdienst. Het is voor [naam 3] onduidelijk welke overheidsinstantie het document “
mededeling vrijwillige verbetering”, gedateerd 3 januari 2014 en ondertekend door [naam 1] , met het kenmerk 0220.0226.1438.1708, heeft opgemaakt. Ook is geen medewerker met de naam [naam 1] bekend bij de Belastingdienst. Bovendien roept het document inhoudelijk vraagtekens op. [naam 3] heeft aangegeven twijfels te hebben over de echtheid van het document. [16]
[benadeelde 1] heeft onder andere de volgende brieven overgelegd: een brief van SNS Securities NV betreffende overdracht van depotrekeningen naar Ten Cate & Cie, ondertekend door [naam 4] , d.d. 14 september 2013 [17] en een geheimhoudingsovereenkomst, d.d. 14 september 2013 tussen verdachte en De Nederlandsche Bank waarin, voor zover hier van belang, staat dat de SNS te Amsterdam de intentie heeft om aan verdachte de depot rekeningen met een som van € 433.000.863,00 over te dragen. [18] [naam 4] heeft verklaard dat zij in 2012/2013 werkzaam was bij SNS, afdeling vermogensbeheer. Uit dien hoofde heeft zij contact gehad met verdachte, omdat hij klant wilde worden. Zij heeft verdachte op briefpapier van de SNS, brieven gestuurd. Verdachte is nooit klant geworden. [19] De brief van SNS Securities NV betreffende overdracht van depotrekeningen naar ten Cate & Cie, ondertekend door [naam 4] , d.d. 14 september 2013 is niet van haar afkomstig. [20]
In een mail van 17 september 2013 schrijft [naam 5] , werkzaam bij Rabobank Rijssen-Enter dat de
geheimhoudingsovereenkomstvals is en dat een dergelijk blanco document snel als blanco Word-document te googelen is. [21] In een mail van 28 oktober 2013 schrijft een medewerker van SNS over voornoemde geheimhoudingsovereenkomst dat die geheel onbekend is bij SNS en dus vals is. [22]
Benadeelden
Getuige [benadeelde 1] heeft verklaard dat verdachte hem eind 2012 heeft gevraagd geld te lenen. Dit omdat verdachte boetes moest betalen in verband met een inkeerregeling. Verdachte zou een bedrag van meer dan 300 miljoen in Mexico hebben en wilde dit naar Nederland halen. [23] [benadeelde 1] zou het geld met rendement terugkrijgen. Eerst heeft [benadeelde 1] aan verdachte een bedrag van € 100.000,- geleend. Vervolgens kwam verdachte steeds weer met een verhaal waarom het niet gelukt was en dat hij opnieuw geld nodig had. De strekking van deze verhalen was dat er een geheimhouding afgekocht moest worden. Deze verhalen vond [benadeelde 1] geloofwaardig. Verdachte heeft [benadeelde 1] brieven laten zien van de SNS bank waarin een bedrag van 331 miljoen genoemd was. [benadeelde 1] heeft eenmalig telefonisch contact gehad met [medeverdachte] , in verband met een lening van zestig- à zeventigduizend euro die betaald moest worden. [benadeelde 1] beschikt over door verdachte ondertekende wilsbeschikking van verdachte waarin staat dat hij bij overlijden van verdachte vijftig tot zestig procent van diens vermogen en de beschikking over een jacht zal krijgen. [24]
Op 5 januari 2014 heeft verdachte aan [benadeelde 1] documenten laten zien, waaronder documenten van de Rijksoverheid. Verdachte vertelde dat er nog € 381.000,- betaald zou moeten worden aan de belastingdienst voor de inkeerregeling. [benadeelde 1] herkende de documenten die de politie aan hem toonde, als de documenten die verdachte hem heeft laten zien. [25]
[benadeelde 1] heeft verklaard dat verdachte hem een rendement van 400% heeft voorgehouden. [26]
[benadeelde 1] heeft verklaard dat hij niet wist dat de door verdachte aan hem getoonde documenten vals waren. [27]
Aangever [benadeelde 4] heeft op 22 januari 2014 verklaard dat hij ongeveer een jaar eerder in contact is gekomen met verdachte. [28] Verdachte heeft hem gevraagd of hij € 2.000,- wilde uitlenen aan hem, zodat verdachte een werknemer kon betalen. Verdachte zou hem dat geld zo spoedig mogelijk terugbetalen, met rente. Verdachte heeft verteld dat hij enkele miljoenen bij de Friesland Bank zou hebben, die via een constructie zouden loskomen. Hij moest wat betalen en dan kwam dat geld los. [benadeelde 4] heeft verklaard dat hij mede door de papieren waarover verdachte beschikte, zijn mooie praatjes en de toegezegde rente verdachte het geld heeft geleend. Hierna kwam verdachte bijna elke dag naar hem toe om geld te lenen. Ook heeft verdachte hem verteld dat er beslag op zijn huis zou worden gelegd, [benadeelde 4] heeft toen geld gegeven om dat te voorkomen. Vervolgens heeft verdachte [benadeelde 4] verteld dat hij € 400 miljoen in Mexico had staan. Verdachte liet op de computer zien dat er geld afgeschreven was, maar dat het vast stond. Op een of andere manier zou het geld toch ter beschikking komen en naar Nederland komen. Dat transport moest gefinancierd worden. [29] [benadeelde 4] heeft verklaard dat hij zijn geleende geld terug wilde zien en omdat het verhaal op hem geloofwaardig overkwam, hij weer geld heeft uitgeleend. Vervolgens waren er problemen aan de grens en moest er een spoedbetaling plaatsvinden. [benadeelde 4] heeft toen met de chauffeur gesproken. De chauffeur noemde zichzelf [naam 6] . In totaal heeft hij verdachte ongeveer € 200.000,- geleend. [benadeelde 4] heeft verklaard dat hem een bedrag van € 2 miljoen in het vooruitzicht werd gesteld. [30]
Getuige [benadeelde 7] heeft verklaard dat hem door verdachte is verzocht geld over te boeken. Verdachte zou dit geld naar [medeverdachte] doorstorten, die het zou gaan investeren in gereedschap. [31] Op 27 juni 2012 heeft [benadeelde 7] voor het eerst geld overgemaakt. Hij zou het geld binnen een paar dagen terug krijgen. Hij zag het als een investering. [benadeelde 7] heeft verklaard dat hij op verzoek van verdachte gelden heeft overgemaakt naar verdachte, [benadeelde 18] en [medeverdachte] . Bij alle betalingen werd gezegd dat het geld binnen 24 uur of binnen enkele dagen zou worden terugbetaald. Als dank voor het voorschieten, zou hij geld krijgen. Dit zouden gelden uit Mexico zijn. Verdachte heeft verteld dat hij veel geld in het buitenland had staan en dat hij dit geld naar Nederland zou halen. Dit geld zou vast staan bij de SNS bank. Verdachte heeft een brief van SNS Securities aan [benadeelde 7] laten zien waar een bedrag van miljoenen in stond, die in het bezit van verdachte zouden zijn. Verdachte zou niet over dit geld kunnen beschikken. Hij zou een regeling hebben getroffen met de fiscus, maar daar moest telkens weer geld bij. Verdachte heeft [benadeelde 7] op 5 januari een document laten zien van de belastingdienst, dat betrekking had op een inkeerregeling. [32]
Bij de rechter-commissaris heeft [benadeelde 7] verklaard dat hij rendement zou krijgen op zijn geleende geld. [33] [benadeelde 7] heeft verklaard dat het geld dat vrij zou komen uit de inkeerregeling voor hem reden is geweest om geld aan verdachte te geven. [34]
Getuige [benadeelde 8] heeft verklaard dat hij eind 2009 samen met [benadeelde 5] een bijeenkomst met verdachte heeft gehad over de inkeerregeling. Verdachte heeft hem verteld dat hij al tien jaar een bedrag van een paar honderd miljoen dollar in Mexico had staan, ongeveer 425 miljoen euro. Verdachte heeft verteld dat 45% van het vermogen van hem was en 55% van [medeverdachte] . Ongeveer 20 miljoen zou vanuit Monaco worden overgeboekt naar Nederland. Een ander gedeelte zou in een transportactie in Europa gestoken zijn. Dit zou gaan om vijftien trucks met goederen. [35] In deze trucks zouden goederen ter waarde van 100 miljoen zitten. Verdachte heeft [benadeelde 8] verteld dat zij heel veel kosten hadden om dit transport rijdende te houden. [medeverdachte] zou dit transport begeleiden. [benadeelde 8] heeft verklaard dat hij [medeverdachte] één keer telefonisch heeft gesproken. [36]
Verdachte heeft [benadeelde 8] een aantal documenten overhandigd: [37] een afschrift van de Fortisbank met rekeningnummer [rekeningnummer 1] op naam van [medeverdachte] , met een saldo van ruim € 412.197.675,- [38] en een drietal renteoverzichten van een rekening in Mexico met rekeningnummer [rekeningnummer 2] op naam van [medeverdachte] . [39]
[benadeelde 8] heeft verklaard dat hij geld heeft uitgeleend. De eerste keer dat verdachte aan [benadeelde 8] heeft gevraagd om geld over te maken, was omdat er een transport vaststond. [benadeelde 8] heeft verklaard dat als er om geld werd gevraagd, hij vaak werd gebeld door verdachte of [benadeelde 18] . Er was altijd wat met verdachte aan de hand waardoor hij niet kon betalen. Dat was dan de schuld van anderen, zoals door beslaglegging door de douane als een transport niet kwam. Hij hoorde dan wat er nodig was en waarvoor. Er was dan vaak niet voldoende en het bedrag dat verdachte te kort kwam, werd dan aan hem gevraagd. [40] Wat er was, kreeg hij op zijn rekening gestort, hij vulde dat aan en stortte vervolgens het totaal door naar [medeverdachte] . Zijn rekening werd gebruikt, omdat er haast bij geboden was. Hij weet dat [benadeelde 1] en [benadeelde 18] ook hebben geïnvesteerd. [41]
[benadeelde 8] heeft verklaard dat hem ongeveer 25% rendement werd beloofd. [42] Hij ging er vanuit dat het geld binnen een maand terugbetaald zou worden, met het afgesproken rendement. [43]
Getuige [benadeelde 10] heeft verklaard dat verdachte heeft verteld dat hij € 60.000,- voor hem zou beleggen. Hiervan zou verdachte € 100.000,- maken. [benadeelde 10] heeft verklaard dat hij dit heel aantrekkelijk vond en hij vertrouwde verdachte. Verdachte was een vriend van hem en had overal verstand van. [benadeelde 10] heeft rond 2009/2010 het geld naar hem overgemaakt. [44] Verdachte heeft verteld dat hij problemen had met de Friesland bank, waar hij geld had. Ook heeft verdachte verteld dat hij geld had in Mexico. [benadeelde 10] had hierdoor de indruk dat verdachte genoeg geld had. [45]
Getuige [benadeelde 18] heeft verklaard dat hij door verdachte, die hij beschouwde als zijn vriend, in contact is gekomen met [medeverdachte] . Hij heeft samen met verdachte, [medeverdachte] en drie anderen een investeringscontract afgesloten. Hij zou er 30 % terug krijgen. [46] In 2009 is hij begonnen met het lenen van geld aan verdachte. In ruil daarvoor heeft hij machines gekregen van verdachte. Na de inbraken in het bedrijf van verdachte had verdachte geen machines meer om te geven. [benadeelde 18] bleef verdachte wel geld lenen, maar wilde wel weten waar verdachte mee bezig was. Verdachte vertelde toen over [medeverdachte] en de gelden die hij aan [medeverdachte] had gegeven voor investeringen. Omdat verdachte een goed verhaal had is [benadeelde 18] er bij in gestapt. Verdachte had geld nodig voor advocaatkosten [47] rechtszaken en de investering. [48] Halverwege de betalingen vroeg [benadeelde 18] zichzelf af of hij het geld nog wel terug zou krijgen. Ook zijn omgeving zei tegen hem dat hij hartstikke gek was. Verdachte heeft [benadeelde 18] toen bankafschriften laten zien. Het waren bankafschriften met een heel hoog bedrag. Dat geld zou van verdachte zijn. [49]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank stelt voorop dat voor een veroordeling ter zake van oplichting is vereist dat de verdachte bij een ander door een specifieke, voldoende ernstige vorm van bedrieglijk handelen een onjuiste voorstelling in het leven heeft willen roepen, teneinde daarvan misbruik te maken en met het oogmerk om zichzelf of een ander wederrechtelijk te bevoordelen.
Daartoe moet de verdachte een of meer van de in artikel 326, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde oplichtingsmiddelen hebben gebruikt, door welk gebruik die ander is bewogen tot de afgifte van een goed, het verlenen van een dienst, het beschikbaar stellen van gegevens, het aangaan van een schuld of het tenietdoen van een inschuld.
Het antwoord op de vraag of in een concreet geval het slachtoffer door een oplichtingsmiddel dat door de verdachte is gebruikt, is bewogen tot een van voornoemde handelingen, is in sterke mate afhankelijk van de omstandigheden van het geval. In algemene zin kunnen tot die omstandigheden behoren enerzijds de mate waarin de in het algemeen in het maatschappelijk verkeer vereiste omzichtigheid het beoogde slachtoffer aanleiding had moeten geven die onjuiste voorstelling van zaken te onderkennen of zich daardoor niet te laten bedriegen en anderzijds de persoonlijkheid van het slachtoffer, waarbij onder meer de leeftijd en de verstandelijke vermogens van het slachtoffer een rol kunnen spelen. Bij een samenweefsel van verdichtsels behoren tot die omstandigheden onder meer de vertrouwenwekkende aard, het aantal en de indringendheid van de (geheel of gedeeltelijk) leugenachtige mededelingen in hun onderlinge samenhang. Door de in de wet omschreven oplichtingsmiddelen valt niet iedere vorm van bedrog – bijvoorbeeld bedrog bestaande uit niet meer dan het doen van een onware mededeling – en niet iedere toerekenbare tekortkoming in civielrechtelijke zin binnen het bereik van het strafrecht.
Documenten
[medeverdachte] heeft, nadat hem door de politie de drie kopieën van ING bank betreffende het rekeningnummer [rekeningnummer 2] zijn getoond, verklaard dat het valse documenten zijn. Hij heeft niet de beschikking over een dergelijke rekening. Hij heeft ook verklaard dat hij geen bankrekeningen in het buitenland heeft. De rechtbank stelt dan ook vast dat [medeverdachte] niet heeft beschikt over een ING-
rekening met nummer [rekeningnummer 2]en acht daarmee wettig en overtuigend bewezen dat de bankafschriften en een renteoverzicht van deze rekening vals zijn.
[naam 2] heeft verklaard dat de transactiebevestiging van
de Fortisbank met rekeningnummer [rekeningnummer 1]op naam van [medeverdachte] met daarop een saldo van € 412.197.675,00, geen origineel afschrift is. Het saldo is niet in overeenstemming met het saldo in de betreffende periode.
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat dit bescheid vals is.
[naam 3] , werkzaam bij de Belastingdienst heeft verklaard dat door verdachte geen
verklaring vrijwillige verbeteringis ingediend. Het is het hem onduidelijk is welke overheidsinstantie het door [naam 1] opgemaakte document
mededeling vrijwillige verbeteringheeft opgemaakt. [naam 1] is niet bekend bij de Belastingdienst.
[benadeelde 1] heeft een “ mededeling vrijwillige verbetering van de Rijksoverheid” tav [verdachte] overgelegd aan de politie. [50]
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat beide documenten vals zijn. De rechtbank ziet de tekst in de tenlastelegging “verklaring van vrijwillige verbetering 2013 van de Rijksoverheid (p.745/755)” als een kennelijke verschrijving, nu dit naar het oordeel van de rechtbank “
mededelingvrijwillige verbetering” behoort te zijn.
Getuige [naam 4] heeft verklaard dat een brief van
SNS Securities NV betreffende overdracht van depotrekeningen naar Ten Cate & Cie, ondertekend door [naam 4] , d.d. 14 september 2013 niet van haar afkomstig is.
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat deze brief vals is.
[naam 5] , werkzaam bij Rabobank Rijssen-Enter heeft, middels een emailbericht, verklaard dat de
geheimhoudingsovereenkomst van de DNBvals is en dat een dergelijk blanco document snel als blanco Word-document te googelen is.
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat deze overeenkomst vals is.
[medeverdachte] heeft verklaard dat hij geen bankrekeningen in het buitenland heeft gehad. Het document
ING Group Financials Mexicoop naam van [medeverdachte] is daarom naar het oordeel van de rechtbank vals.
Oplichtingsmiddelen
Uit de bewijsmiddelen blijkt een modus operandi die (in meer of minder uitgebreide vorm) door verdachte en [medeverdachte] is toegepast bij verschillende personen. Verdachte en [medeverdachte] hebben verschillende getuigen gevraagd om geld aan hen te lenen, dan wel te investeren. Zij deden dit door hen te vertellen dat zij over grote sommen geld beschikten in Mexico of elders in het buitenland, maar niet bij dit geld konden komen. Sommige getuigen hebben zij verteld over een inkeerregeling, voordat zij over het geld konden beschikken. Hiertoe hebben zij voornoemde valse of gefingeerde stukken getoond en/of overlegd, waaronder valse rekeningafschriften, valse renteoverzichten en een valse mededeling vrijwillige verbetering. De getuigen zouden een rendement krijgen over het door hen verstrekte geld, soms wel tot 400% procent. In een enkel geval is zelfs een wilsbeschikking overhandigd om aannemelijk te maken dat het geld zou worden terugbetaald. Verdachte en [medeverdachte] hebben meerdere getuigen telkens opnieuw naar geld gevraagd, omdat er nog meer betaald zou moeten worden om over het geld te kunnen beschikken. Hierbij maakten verdachte - en [medeverdachte] - ook gebruik van de vertrouwensrelatie die zij met enkele getuigen hadden.
Dat zij niet over het geld beschikten, blijkt uit het feit dat voornoemde documenten vals of gefingeerd zijn. Hieruit blijkt tevens dat beide verdachten nooit de intentie hebben gehad om het geld terug te betalen, laat staan het beloofde rendement te voldoen.
Verdachte en [medeverdachte] hebben doelbewust en langdurig de geldverstrekkers, dan wel de investeerders, een rad voor ogen gedraaid. Naar het oordeel van de rechtbank is dan ook sprake van listige kunstgrepen. In de huidige zaak hebben verdachte en/of zijn medeverdachte meerdere getuigen verteld dat zij het geld zouden beleggen of zouden investeren. Hierbij werd een hoog rendement beloofd. Dat dit in strijd was met de waarheid en dat verdachte en zijn medeverdachte niet de intentie hadden om de afspraken na te komen, blijkt uit het feit dat zij gebruik hebben gemaakt van valse of gefingeerde documenten. Tevens blijkt dit uit het feit dat zij ook door middel van de hiervoor beschreven listige kunstgrepen mensen hebben bewogen tot afgifte van geld. Ook het verhaal dat geld zou worden geïnvesteerd, was naar het oordeel van de rechtbank niet meer dan een manier om het geld afhandig te maken. Ook in de huidige zaak kan naar het oordeel van de rechtbank, gezien de uitspraak van de Hoge Raad van 6 mei 2003, in enkele gevallen worden geoordeeld dat er sprake was van een samenweefsel van verdichtsels.
Medeplegen
De rechtbank overweegt dat [medeverdachte] heeft verklaard dat de bij verdachte aangetroffen valse documenten afkomstig zijn uit een strafzaak - waarin het feitencomplex duidelijke overeenkomsten vertoont met de feiten in deze zaak - waarvoor [medeverdachte] al is veroordeeld. De inbeslaggenomen documenten dateren echter van na de veroordeling van [medeverdachte] door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van september 2008. Kennelijk zijn de documenten dus geactualiseerd. Bovendien zijn er daarnaast documenten bij verdachte aangetroffen gericht aan of ondertekend door verdachte. De rechtbank noemt in de eerste plaats de in de Engelse taal opgestelde ‘Mandate Agreement’, op 17 februari 2009 ondertekend door [medeverdachte] als mandaatgever en verdachte als gemandateerde waarin - samengevat - staat dat [medeverdachte] verdachte het mandaat geeft om de gelden op de bankrekening met nummer [rekeningnummer 2] van een bank in Mexico te beheren. [51] Vast is komen te staan dat deze bankrekening niet bestaat.
Het verhaal dat hij en/of [medeverdachte] over honderden miljoenen beschikt(en) in het buitenland (Mexico) en er geld nodig was om dat geld naar Nederland te halen- heeft verdachte aan meerdere getuigen verteld, zo blijkt uit voorstaande verklaringen. Vervolgens werd het geld (via [benadeelde 18] en verdachte) direct overgemaakt aan [medeverdachte] . Hieruit blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat [medeverdachte] valse documenten aan verdachte heeft verschaft, zijn modus operandi heeft uitgelegd en dat verdachte en [medeverdachte] dit in vereniging hebben voortgezet door valse documenten te actualiseren en andere valse documenten te maken. Uit een tapgesprek van 24 oktober 2013 blijkt bovendien dat [medeverdachte] ervan op de hoogte is dat verdachte bezig is met het krijgen van geld van anderen. In het tapgesprek zegt verdachte namelijk dat [medeverdachte] negen ton van ‘ [naam 7] ’ heeft. Conclusie van de rechtbank is dan dat tussen verdachte en medeverdachte een nauwe en bewuste samenwerking bestond.
Oogmerk
Dat verdachte en [medeverdachte] het oogmerk hadden om zich het geld wedderrechtelijk toe te eigenen, blijkt uit het feit dat zij valse documenten hebben getoond en/of onware verhalen hebben verteld. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt daaruit dat verdachte en zijn medeverdachte slechts tot doel hadden het geld te gebruiken voor zichzelf.
Conclusies per op de tenlastelegging genoemde benadeelde
[benadeelde 1]heeft verklaard dat hij geld heeft geleend aan verdachte om de vele miljoenen die in Mexico stonden, naar Nederland te krijgen. De rechtbank concludeert dat de getoonde documenten [52] aan [benadeelde 1] op 5 januari 2014, de valse “
mededeling vrijwillige verbetering [53] betroffen. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de verklaringen van [benadeelde 1] dat hij is bewogen tot de afgifte van het geld door de door verdachte gedane mededelingen en toezeggingen.
De rechtbank acht echter niet bewezen dat het gaat om het gehele in de tenlastelegging genoemde bedrag van 1,7 miljoen euro. Uit de verklaringen van [benadeelde 1] kan worden afgeleid dat hij ook bedragen aan verdachte heeft betaald die losstonden van de hiervoor bedoelde mededeling en die waren bedoeld als investering in gereedschappen. Voorts is in het bedrag van 1,7 miljoen euro een bedrag van € 115.000,- meegenomen dat [benadeelde 1] aan [benadeelde 18] heeft geleend voordat hij verdachte heeft ontmoet.
De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte, samen met [medeverdachte] , [benadeelde 1] door listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels heeft bewogen tot afgifte van “
een hoeveelheid geld”.
[benadeelde 2]heeft geen contact gehad met verdachte. Hij heeft op verzoek van [benadeelde 1] geld overgemaakt. Niet blijkt van enige betrokkenheid van verdachte bij deze overboeking. Naar het oordeel van de rechtbank dient verdachte daarom vrijgesproken te worden van oplichting van [benadeelde 2] .
[benadeelde 3]heeft verklaard dat hij op verzoek van verdachte geld heeft overgemaakt, omdat een container met goederen vast zou staan in de haven van Antwerpen. De rechtbank overweegt dat uit het dossier niet blijkt dat [benadeelde 3] door hem overgemaakte geld niet geheel heeft teruggekregen. Dit maakt dat bij verdachte het oogmerk op wederrechtelijke toe-eigening ontbreekt. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van oplichting van [benadeelde 3] .
[benadeelde 4]heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hij wil terugkomen op zijn eerder bij de politie afgelegde verklaring. Die eerdere verklaring zou volgens hem onder invloed van drank en drugs tot stand zijn gekomen en daarom niet de waarheid bevatten. De rechtbank gaat aan die tweede verklaring voorbij en acht de verklaring van
[benadeelde 4]bij de politie betrouwbaar. Hetgeen [benadeelde 4] in de eerste verklaring omtrent de door verdachte toegepaste modus operandi verklaart, stemt overeen met hetgeen andere getuigen hebben verklaard. De rechtbank acht het onwaarschijnlijk dat die verklaring onder invloed van drank en drugs is verzonnen.
[benadeelde 4] heeft uitdrukkelijk verklaard dat hij is bewogen tot afgifte van het geld door de verhalen van verdachte, de getoonde papieren en het beloofde rendement. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte, samen met [medeverdachte] , [benadeelde 4] door listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels heeft bewogen tot afgifte van telkens “
een hoeveelheid geld”.
[benadeelde 5]heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hij het geld aan verdachte heeft gegeven. Hij zag het geven van het geld niet als lening of investering en hij wist dat hij het geld niet direct terug zou krijgen. [benadeelde 5] heeft het geld overgemaakt naar verdachte zodat hij voorraad kon aanschaffen voor zijn bedrijf. Waar het overige door hem gegeven geld voor werd gebruikt maakte hem niet uit en hij wist ook niet waar het voor was. Naar het oordeel van de rechtbank is er geen sprake van een samenweefsel van verdichtsels. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van oplichting van [benadeelde 5] .
De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier niet is gebleken dat
[benadeelde 6]is bewogen geld over te maken naar [medeverdachte] op basis van (een of meer) oplichtingsmiddelen, zoals tenlastegelegd. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van oplichting van [benadeelde 6] .
[benadeelde 7]heeft verklaard dat hij geld heeft geleend, omdat door [medeverdachte] geld geïnvesteerd zou worden in gereedschappen. Verdachte zou veel geld vast hebben staan in Mexico en dit geld vrij zou komen uit de inkeerregeling. Verdachte heeft [benadeelde 7] valse documenten getoond waaruit dat zou blijken. Tevens is hem verteld dat hij rente over de leningen zou krijgen. [benadeelde 7] moest het geld overmaken aan [medeverdachte] . De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte, samen met [medeverdachte] , [benadeelde 7] door listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels heeft bewogen tot afgifte van
€ 159.000,10.
[benadeelde 8]heeft verklaard dat hij geld heeft geleend aan [medeverdachte] voor het transport van goederen ter waarde van € 100 miljoen. [benadeelde 8] heeft verklaard dat verdachte hem heeft verteld dat hij en [medeverdachte] vele miljoenen hadden in Mexico en dat er dus voldoende geld moest zijn om het geld terug te betalen, inclusief het beloofde rendement. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte, samen met [medeverdachte] , [benadeelde 8] door listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels heeft bewogen tot afgifte van in totaal
“een hoeveelheid geld”.
[benadeelde 9]heeft verklaard dat zijn moeder geld heeft overgemaakt naar [medeverdachte] . Naar het oordeel van de rechtbank kan daarmee niet wettig en overtuigend bewezen worden dat [benadeelde 9] zélf is bewogen tot het overmaken van het geld en dat hij daarmee is opgelicht in strafrechtelijke zin. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van oplichting van [benadeelde 9] .
[benadeelde 10]heeft verklaard dat hij verdachte € 60.000,00 heeft betaald, omdat verdachte hem had verteld dat hij het geld voor hem kon beleggen en er meer van kon maken, zodat [benadeelde 10] een hoog rendement zou krijgen. Verdachte heeft daarbij de indruk bij [benadeelde 10] gewekt dat hij over voldoende geld beschikte in Mexico. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit het feit dat verdachte ook tegen [benadeelde 10] heeft verteld over het geld in Mexico, dat verdachte gebruik heeft gemaakt van de voor verdachte en [medeverdachte] gebruikelijke modus operandi.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte, samen met [medeverdachte] , [benadeelde 10] door een samenweefsel van verdichtsels heeft bewogen tot afgifte van in totaal € 60.000,-.
Uit het dossier is gebleken dat
[benadeelde 11]alleen contact heeft gehad met [medeverdachte] , zodat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte hem heeft opgelicht. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van oplichting van [benadeelde 11] .
[benadeelde 12]heeft verklaard dat hij zeven à acht jaren vóór 2014 geld aan verdachte heeft betaald voor het verrichten van kluswerkzaamheden aan de woning en de auto van [benadeelde 12] en dat verdachte deze werkzaamheden niet of niet volledig heeft uitgevoerd. Voor zover hier al sprake is van oplichting in strafrechtelijke zin, heeft deze betaling ruim voor de ten laste gelegde periode plaatsgevonden. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van oplichting van [benadeelde 12] .
[benadeelde 13]heeft verklaard dat hij in dienst was bij verdachte en in de periode te weinig salaris heeft ontvangen. Naar het oordeel van de rechtbank biedt het dossier onvoldoende aanknopingspunten voor het oordeel dat sprake is van oplichting in strafrechtelijk zin. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van oplichting van [benadeelde 13] .
[benadeelde 14]heeft verklaard dat verdachte hulp nodig had en dat hij een rendement zou krijgen over het geleende geld. Verdachte heeft [benadeelde 14] niet verteld waarin hij wilde investeren en [benadeelde 14] heeft hiernaar niet geïnformeerd. Het dossier bevat onvoldoende aanknopingspunten dat [benadeelde 14] is bewogen tot afgifte van geld door enig oplichtingsmiddel, zoals is tenlastegelegd. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van oplichting van [benadeelde 14] .
Ten aanzien van
[benadeelde 15]is de rechtbank van oordeel dat uit het dossier niet is gebleken dat hij contact heeft gehad met verdachte en dat verdachte een rol heeft gespeeld in oplichting van [benadeelde 15] . De rechtbank zal verdachte vrijspreken van oplichting van [benadeelde 15] .
Hetzelfde geld ten aanzien van
[benadeelde 16]. Uit het dossier is niet gebleken dat hij contact heeft gehad met verdachte en dat verdachte een rol heeft gespeeld in oplichting van [benadeelde 16] . De rechtbank zal verdachte vrijspreken van oplichting van [benadeelde 16] .
[benadeelde 17]heeft verklaard dat hij geld heeft overgemaakt naar verdachte, omdat hij vertelde dat zijn rekening was geblokkeerd. De rechtbank is van oordeel dat er geen sprake is van “samenweefsel van verdichtsels” en dus geen sprake is van oplichting in strafrechtelijke zin. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van oplichting van [benadeelde 17] .
[benadeelde 18]heeft verklaard dat hij gelden van zichzelf en gelden die hij van anderen had geleend aan [medeverdachte] heeft overgemaakt. Hij is met die betalingen doorgegaan nadat verdachte hem bankafschriften heeft laten zien waaruit zou moeten blijken dat verdachte over grote geldbedragen zou kunnen beschikken. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte, samen met [medeverdachte] , [benadeelde 18] door listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels heeft bewogen tot afgifte van
“een hoeveelheid geld”.
[benadeelde 19]heeft geld aan [medeverdachte] geleend voor de horeca. Het geld is slechts op basis van vertrouwen geleend. Er is geen overeenkomst opgesteld. De rechtbank is van oordeel dat het enkele verzoek geld te lenen aanleiding had moeten zijn om de onjuiste voorstelling van zaken te onderkennen of zich daardoor niet te laten bedriegen. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van oplichting van [benadeelde 19] .
De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte
[benadeelde 20]heeft opgelicht. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van oplichting van [benadeelde 20] .
Ten aanzien van
[benadeelde 21]is de rechtbank van oordeel dat uit het dossier niet is gebleken dat hij contact heeft gehad met verdachte en dat verdachte een rol heeft gespeeld in oplichting van [benadeelde 21] . De rechtbank zal verdachte vrijspreken van oplichting van [benadeelde 21] .
Ten aanzien van
[benadeelde 22]is de rechtbank van oordeel dat uit het dossier niet is gebleken dat hij contact heeft gehad met verdachte en dat verdachte een rol heeft gespeeld in oplichting van [benadeelde 22] . De rechtbank zal verdachte vrijspreken van oplichting van [benadeelde 22] .
Ten aanzien van
[benadeelde 23]is de rechtbank van oordeel dat uit het dossier niet is gebleken dat hij contact heeft gehad met verdachte en dat verdachte een rol heeft gespeeld in oplichting van [benadeelde 23] . De rechtbank zal verdachte vrijspreken van oplichting van [benadeelde 23] .
Ten aanzien van
[benadeelde 24]is de rechtbank van oordeel dat uit het dossier niet is gebleken dat hij contact heeft gehad met verdachte en dat verdachte een rol heeft gespeeld in oplichting van [benadeelde 24] . De rechtbank zal verdachte vrijspreken van oplichting van [benadeelde 24] .
Ten aanzien van feit 3
Bewijsmiddelen
In de woning van verdachte, aan de [adres 2] zijn op 7 januari 2014 zijn de volgende goederen in beslag genomen;
  • twee doosjes met in totaal 90 knalpatronen van het [merknaam 2] , deze patronen zijn aan te merken zijn als munitie in de zin van artikel 2, lid 2, categorie III onder 3 van de Wet Wapens en Munitie;
  • een doosje met in totaal 40 knalpatronen van het [merknaam 3] , deze patronen zijn aan te merken zijn als munitie in de zin van artikel 2, lid 2, categorie III onder 3 van de Wet Wapens en Munitie;
  • twee dozen met in totaal 180 losse pyrotechnische patronen, [merknaam 4] , waarvan 61 stuks aan te merken zijn als munitie in de zin van artikel 2, lid 2, categorie III onder 3 van de Wet Wapens en Munitie;
  • een schietbeker.
De inbeslaggenomen 90, 40 en 61 stuks knalpatronen zijn munitie in de zin van artikel 1 onder 4 juncto artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet Wapens en Munitie en de schietbeker is een loop en daarom een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 juncto artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapen en Munitie. [55]
Verdachte heeft verklaard dat de patronen en de schietbeker al drie jaar in zijn woning liggen. [56]
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat verdachte op 7 januari 2014 knalpatronen en een schietbeker, munitie en een wapen categorie III, voorhanden heeft gehad.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 januari 2009
tot en met 7 januari 2014, te Arnhem en/of te Rijssen en/of te Almelo en/of te
Oosterbeek, gemeente Renkum, althans
(telkens)in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk
om zich en/of
(een
)ander
(en)wederrechtelijk te bevoordelen (telkens)
door
het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/ofdoor
een of meerlistige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [benadeelde 1] heeft
/hebbenbewogen tot de afgifte van
(in totaal ongeveer)
1.711.093,10 Euro, althans(telkens) een hoeveelheid geld en
/of
-
[benadeelde 2] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)

251.000,00 Euro, althans (telkens) een hoeveelheid geld en/of

-
[benadeelde 3] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)

1.800,00 Euro, althans (telkens) een hoeveelheid geld en/of

- [benadeelde 4] heeft
/hebbenbewogen tot de afgifte van
(in totaal ongeveer)
200.000,00 Euro, althans (telkens
)een hoeveelheid geld en
/of
- [benadeelde 5]
heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)
37.000,00 Euro, althans 8.000 Euro, in ieder geval (telkens) een hoeveelheid
geld en/of
-
[benadeelde 6] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal

ongeveer) 199.761,71 Euro, althans (telkens) een hoeveelheid geld en/of

- [benadeelde 7] heeft
/hebbenbewogen tot de afgifte van
(in totaal
ongeveer)159.000,10 Euro
, althans 141.948,66, in ieder geval (telkens)een
hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 8] heeft
/hebbenbewogen tot de afgifte van
(in totaal ongeveer)
206.950,00 Euro, althans 66.321,00 Euro,
in ieder geval (telkens)een
hoeveelheid geld en
/of
-
[benadeelde 9] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)

9.500,00 Euro, althans (telkens) een hoeveelheid geld en/of

- [benadeelde 10] heeft
/hebbenbewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)
60.000,00 Euro,
althans 2.500 Euro, in ieder geval (telkens) een hoeveelheid
gelden
/of
- [benadeelde 11] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)
304.906,00 Euro, althans 150.310,00, in ieder geval (telkens) een
hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 12] en/of [benadeelde 13] heeft/hebben bewogen tot de afgifte
van (in totaal ongeveer) 33.000,00 Euro, althans 31.100.00 Euro, in ieder
geval (telkens) een hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 14] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)

195.000,00 Euro, althans (telkens) een hoeveelheid geld en/of

- [benadeelde 15] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)

105.000,00 Euro, althans (telkens) een hoeveelheid geld en/of

- [benadeelde 16] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)

13.618,00 Euro, althans (telkens) een hoeveelheid geld en/of

- [benadeelde 17] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)
103.790,10 Euro, althans 42.805,00 Euro, in ieder geval (telkens) een
hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 18] heeft
/hebbenbewogen tot de afgifte
van (in totaal ongeveer)
2.721.326,60 Euro, althans 860.503,26 Euro, in ieder geval (telkens)een
hoeveelheid geld
en/of
- [benadeelde 19] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)

20.000,00 Euro, althans (telkens) een hoeveelheid geld en/of

- [benadeelde 20] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal

ongeveer) 9.085,00 Euro, althans (telkens) een hoeveelheid geld en/of

- [benadeelde 21] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)

23.000,00 Euro, althans (telkens) een hoeveelheid geld en/of

- [benadeelde 22] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)
62.330 Euro, althans 43.000,00 Euro, in ieder geval (telkens) een
hoeveelheid geld en/of
- [benadeelde 23] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal ongeveer)

15.000,00 Euro, althans (telkens) een hoeveelheid geld en/of

- [benadeelde 24] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (in totaal
ongeveer) 8500,00 Euro, althans 5.000,00 Euro, in ieder geval (telkens) een
hoeveelheid geld,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met
vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk
en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich voorgedaan als een (zeer) vermogend man (o
ngeveer 331 en/of 412 miljoen
en/ofmeer dan 400 miljoen Euro, althans veel geld in Mexico, althans in het
buitenland) en
/of
- verteld dat hij/zij het geld naar Nederland wil(len) halen, maar dat hij/zij
niet aan dat
(buitenlandse
)geld
/vermogenkon(den) komen, omdat hij/zij
boetes moest(en) betalen in verband met een inkeerregeling en
/of
- een
(vals
)rekeningafschrift van de (Fortis)bank van rekeningnummer
[rekeningnummer 1] met een saldo van 412.197.675,00 Euro getoond en/of afgegeven
en
/of
- een of meer
(valse
/gefingeerde)renteoverzicht
(en)van bankrekening
[rekeningnummer 2] van een bank in Mexico -op naam van [medeverdachte] - getoond
en
/of
- een (valse/gefingeerde) brief aan [medeverdachte] van de ING Group Financials
Mexico (dd 25 maart 2009) getoond dat de investering van 10 jaar compleet is
en dat de totale balans zal worden overgemaakt naar een prive account in
Nederland en
/of
- verzocht hem/hen geld te lenen om aan het geld in het buitenland te kunnen
komen en/of om de transportkosten voor overbrenging van het geld te kunnen
betalen en/of
- een
(valse
/gefingeerde)mededeling vrijwillige verbetering 2013 van de
rijksoverheid getoond en/of overhandigd en
/of
-
(meerdere malen
)verteld dat het nog niet gelukt was om het geld naar
Nederland te krijgen,
omdat er meer (boete) moest worden betaalden
/of
- verteld dat de lener zijn geld weer terug kreeg met een hoog rendement en
/of
- als zekerheidstelling een wilsbeschikking overhandigd en
/ofeen
overeenkomst ondertekend dat de lener 50 a 60 procent van het vermogen van
verdachte zou krijgen na diens overlijden en
/ofeen jacht en
/of
- verteld dat hij
/zijin ( [merknaam 1] ) gereedschap wilde
(n)investeren en
/ofdat
die investering een rendement van 10 a 15 procent en/of 20 procent zou
opleveren en
/of
-
dat (bank)rekeningen zijn geblokkeerd en/of daardoor hij/zij niet kan

investeren in de aanschaf van ( [merknaam 1] ) gereedschap en/of

- dat de gedane investering binnen een jaar zou worden terugbetaald en
/of
- grote sommen geld voor het lenen van het geld in het vooruitzicht gesteld
en
/of
-
verteld dat er 20 miljoen Euro onderweg was vanuit Monaco en/of
- verteld dat hij/zij miljoenen op de (Friesland) bank heeft en
/ofdat dat geld
via een bepaalde constructie zal loskomen en
/of
- verteld dat hij/zij geld nodig had voor betaling van de advocaat en/of

griffiekosten en/of daarvan papieren getoond en/of

- verteld dat hij/zij geld nodig had om te voorkomen dat er beslag zou worden

gelegd op zijn woning en/of

- verteld dat hij geld nodig had voor de aanschaf van een stuk grond in

Almelo en daarbij de grond als borgstelling beloofd en/of

- verteld dat een rendement van 400% voor een lening zou zitten en daarvoor
een leenovereenkomst ondertekend en
/of
- verteld dat hij
/zijhet geld zou kunnen beleggen en dat hij
/zijer veel meer
van kon maken, althans een hoog rendement zou krijgen en
/of
-
verteld dat er een container vast stond in de haven en dat hij/zij met

spoed geld nodig had om de container door te laten gaan en/of

- verteld dat hij
(smeer)geld nodig had voor het vrijmaken van geld in
Mexico, dat was vrijgekomen na de verkoop van panden en
/of
-
verteld dat geld zal worden belegd in Spanje met een rendement van 10 a 15%

en/of

-
verteld dat hij/zij een auto zou(den) opknappen/restaureren en/of

werkzaamheden in een woning zou(den) verrichten en/of

- verteld dat er geld zou worden geïnvesteerd in de aankoop van [merknaam 5]

en/of [merknaam 6] en/of [merknaam 7] laptops en/of

-
verteld dat er kon worden geïnvesteerd in een leenstelsel wat een hoog
rendement zou opleveren,
waardoor bovengenoemde personen
(telkens
)werd
(en
)bewogen tot bovenomschreven
afgifte(n);
2.
hij in
of omstreeksde periode van 1 januari 2009 tot en met 7 januari 2014,
te Almelo en/of te Rijssen en/of te Arnhem, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
meermalen,
althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van
(een)vals
(e
) of vervalst(e)bescheiden van de ING-bank van rekeningnummer [rekeningnummer 2] (pag 410/412) en
/of
bankafschriften de Fortis-bank van rekeningnummer [rekeningnummer 1] (pag 409) en
/of
een verklaring van vrijwillige verbetering belastingdienst (pag 73/74) en
/of
een brief van SNS securities NV betreffende overdracht van depotrekeningen naar Ten Cate & Cie (75/76) en
/of
een geheimhoudingovereenkomst met de DNB (1654/1655) en
/of
een mededeling van vrijwillige verbetering 2013 van de Rijksoverheid ten behoeve van de
Belastingdienst (754/755) en
/of
een brief van de ING Group Financals Mexico van 25 maart 2009 (416/417),
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen
als ware die
/datgeschrift
(en
)(telkens) echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat verdachte en
/ofverdachte's mededader
(s)die bescheiden (telkens) heeft hebben getoond aan de verstrekkers van (geld)leningen en bestaande die valsheid of vervalsing hierin
dat voornoemde bescheiden (telkens) valselijk
zijn/waren opgemaakt,
althans niet afkomstig
was/waren van voornoemde instanties en/of bedrijven;
3.
hij op
of omstreeks7 januari 2014, te Almelo,
voorhanden heeft gehad (in totaal) 90 (knal) patronen ( [merknaam 2] ) en
/of
40 ( knal)patronen ( [merknaam 3] ) en/of
61 ( pyrotechnische) patronen (kal. 15 mm),
in elk gevalmunitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie van categorie III en
/of
een wapen van categorie III, te weten een schietbeker, voorhanden heeft gehad;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
“Oplichting, tezamen en in vereniging met een ander, meermalen gepleegd”
Ten aanzien van feit 2:
“Medeplegen van valsheid in geschrifte, meermalen gepleegd”
Ten aanzien van feit 3:
“Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet Wapens en Munitie”

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van de tenlastegelegde feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met aftrek van de tijd die verdachte reeds in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De officier van justitie heeft hierbij rekening gehouden met het tijdsverloop van de strafzaak.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte door [medeverdachte] is uitgebuit. Verdachte zat in een afhankelijke en kwetsbare positie en [medeverdachte] heeft hiervan misbruik gemaakt. De verdediging verzoekt de rechtbank hier in sterke mate rekening mee te houden. Daarnaast heeft de verdediging verzocht rekening te houden met ‘undue delay”
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel justitiële documentatie, gedateerd 19 januari 2018;
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 17 oktober 2019.
Verdachte heeft samen met een ander meerdere mensen voor in totaal miljoenen euro’s opgelicht. Hij heeft gedurende een lange periode, stelselmatig en op grove wijze misbruik gemaakt van het vertrouwen dat zijn slachtoffers, veelal vrienden en kennissen van hem, in verdachte hadden. Hij heeft verteld dat hij over miljoenen beschikte in het buitenland en dat hij geld nodig had om dit bedrag vrij te krijgen. Telkens zei verdachte dat hij nóg meer geld nodig had. Telkens heeft hij de slachtoffers nóg meer geld afhandig gemaakt. Verdachte heeft hen hoge rendementen beloofd. De slachtoffers hebben hun eigen financiële middelen uitgeput, de betaling van hun eigen schulden uitgesteld of zijn zelfs leningen aangegaan om bedragen aan verdachte en zijn mededader te kunnen overmaken. Eén van zijn slachtoffers heeft expliciet verklaard dat door verdachte zijn leven geruïneerd is en meerdere slachtoffers zitten financieel aan de grond.
Verdachte heeft bij de oplichting gebruik gemaakt van valse documenten om de slachtoffers te overtuigen dat hij veel geld in het buitenland had en dat er telkens meer geld nodig was om dit geld vrij te krijgen. Verdachte had daarnaast een grote hoeveelheid munitie en een schietbeker in zijn woning liggen.
De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte zelf slachtoffer is geweest van [medeverdachte] . De rechtbank volgt dit verweer niet nu verdachte bij de oplichting gebruik heeft gemaakt van documenten, waarvan hij wist dat deze vals waren. Verdachte is zelf erg actief geweest in het benaderen van zijn slachtoffers. Hij heeft hen aan het lijntje gehouden door hen telkens verhalen voor te houden, die niet waar waren, maar waarom er volgens verdachte toch weer meer geld nodig was. Verdachte is daarom geen “willoos werktuig” van [medeverdachte] geweest. Verdachte heeft niet aangetoond dat de verhouding ten opzichte van [medeverdachte] ongelijkwaardig was. Verdachte heeft de slachtoffers opgelicht - deels - met gebruikmaking van valse documenten om er zelf financieel beter van te worden. Dat verdachte, naar zijn zeggen, wilde dat zijn slachtoffers er ook beter van zouden worden, doet daar niet aan af. Uit het dossier blijkt dat verdachte de handelwijze van zijn medeverdachte [medeverdachte] na de veroordeling van [medeverdachte] in 2008, samen met [medeverdachte] heeft voortgezet. Hij heeft er zelfs een schepje bovenop gedaan.
Uit de justitiële documentatie blijkt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
Gelet op de ernst van het onder 1 bewezenverklaarde feit en de daardoor bij derden ontstane schade vindt de rechtbank enkel een forse gevangenisstraf passend.
Volgens de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting is bij een benadelingsbedrag boven
€ 1 miljoen, een gevangenisstraf variërend van een duur van 24 maanden tot het wettelijk maximum passend. De rechtbank houdt in het voordeel van verdachte, net als de officier van justitie, rekening met het tijdsverloop van de strafzaak en vindt de geëiste 24 maanden gevangenisstraf waarvan 8 maanden voorwaardelijk opleggen, met aftrek van de tijd die verdachte al in voorarrest en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, passend.
7a. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen [benadeelde 1] (1), [benadeelde 3] (2), [benadeelde 6] (3), [benadeelde 8] (4), [benadeelde 12] en [benadeelde 25] (5), [benadeelde 20] (6), [benadeelde 23] (7) en [benadeelde 18] (8) hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder feit 1 bewezenverklaarde feit.
Gevorderd wordt een bedrag van respectievelijk (1) € 1.711.093,10, (2) € 2.237,44, (3)
€ 256.010,86, (4) € 189.672,-, (5) € 33.500,- althans €31.600,-, (6) € 20.000,-,
(7) € 310,975,15 en (8) € 2.195.272,51.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat de vorderingen van [benadeelde 1] , [benadeelde 6] , [benadeelde 8] niet eenvoudig van aard zijn en daarmee een onevenredige belasting van het strafgeding is. De vorderingen dienen niet-ontvankelijk verklaard te worden.
Ten aanzien van de vorderingen van [benadeelde 3] en [benadeelde 20] heeft de officier van justitie gesteld dat de vorderingen niet-ontvankelijk verklaard dienen te worden nu er geen relatie is met het tenlastegelegde feit.
De officier van justitie heeft gesteld dat de vordering van [benadeelde 23] onvoldoende onderbouwd is en daarom niet-ontvankelijk verklaard dient te worden.
De officier van justitie heeft ten aanzien van de benadeelde partij [benadeelde 12] en [benadeelde 25] geen standpunt ingenomen.
De officier van justitie heeft gesteld dat de vordering van [benadeelde 18] niet-ontvankelijk verklaard moet worden omdat deze vordering een onevenredige belasting is in deze strafzaak.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair gesteld dat de vorderingen van alle benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard dienen te worden nu de verdediging tot vrijspraak heeft bepleit.
Subsidiair heeft de verdediging het volgende gesteld.
De vordering van [benadeelde 1] dient niet-ontvankelijk verklaard te worden nu de grondslag van de vordering ontbreekt, nu vordering ziet op een privéaangelegenheid. Daarnaast is [benadeelde 1] niet gemachtigd om namens de BV een vordering in te dienen.
De vordering van [benadeelde 3] dient niet-ontvankelijk verklaard te worden nu de vordering ziet op niet-betaalde goederen.
De vordering van [benadeelde 6] dient niet-ontvankelijk verklaard te worden omdat de verdediging beperkt verweer kan voeren op de vordering.
De vordering van [benadeelde 8] dient niet-ontvankelijk verklaard te worden nu de vordering een onevenredige belasting van het strafproces oplevert.
De verdediging heeft geen subsidiair standpunt ingenomen ten aanzien van de vordering van benadeelde partij [benadeelde 20] .
De vordering van [benadeelde 18] dient niet-ontvankelijk verklaard te worden nu de vordering een onevenredige belasting van het strafproces oplevert.
Beoordeling door de rechtbank
-
[benadeelde 1]
De rechtbank is van oordeel dat uit de stukken onvoldoende duidelijk wordt welke van de in de vordering genoemde bedragen door [benadeelde 1] in het kader van de beweerdelijke inkeerregeling zijn betaald. De rechtbank acht de vordering van [benadeelde 1] om die reden onvoldoende onderbouwd en is van oordeel dat het bieden van gelegenheid tot nadere onderbouwing een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Zij zal de vordering daarom niet-ontvankelijk verklaren. De benadeelde partij kan derhalve haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
-
[benadeelde 3]
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering, nu verdachte zal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde voor zover dat ziet op [benadeelde 3] . De benadeelde partij kan derhalve zijn vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
-
[benadeelde 6]
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering, nu verdachte zal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde voor zover dat ziet op [benadeelde 6] . De benadeelde partij kan derhalve zijn vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
-
[benadeelde 8]
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk verklaard worden in zijn vordering, nu de behandeling van de vordering naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan derhalve zijn vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
-
[benadeelde 12] en [benadeelde 25]
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering, nu verdachte zal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde voor zover dat ziet op [benadeelde 12] en [benadeelde 25] . De benadeelde partij kan derhalve de vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
-
[benadeelde 20]
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering, nu verdachte zal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde voor zover dat ziet op [benadeelde 20] . De benadeelde partij kan derhalve de vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
-
[benadeelde 23]
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering, nu verdachte zal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde voor zover dat ziet op [benadeelde 23] . De benadeelde partij kan derhalve de vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
-
[benadeelde 18]
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk verklaard worden in zijn vordering, nu de behandeling van de vordering naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan derhalve zijn vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 47, 57, 225 en 326 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
 bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf
8 (acht) maanden,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde voor het einde van de proeftijd die op
twee jarenwordt bepaald;
- dat de veroordeelde zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partijen.
 verklaart de
benadeelde partijen
  • [benadeelde 1] ,
  • [benadeelde 3] ,
  • [benadeelde 6] ,
  • [benadeelde 8] ,
  • [benadeelde 12] en [benadeelde 25] ,
  • [benadeelde 20] en
  • [benadeelde 23] ,
  • [benadeelde 18] ,
niet-ontvankelijkin hun vordering;
 compenseert de proceskosten in die zin dat elke partij telkens de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M.J.I. Baauw (voorzitter),
mr. R. Raat en mr. T. Bertens, rechters,
in tegenwoordigheid van L.J.M. Visser, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op
30 januari 2020.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost Nederland, district IJsselland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer BVH 2013106046, gesloten op 27 februari 2014 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van verhoor [naam 8] , p. 791
3.Proces-verbaal van verhoor van [benadeelde 8] , p. 143, het proces-verbaal van zaaksdossier 1, p. 6 en het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 8] , p. 788, verklaring van verdachte, p. 503.
4.Het proces-verbaal van zaaksdossier 1, p. 6
5.Proces-verbaal aanvraag strafrechtelijk financieel onderzoek, p. 1626
6.Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte] , p. 364
7.Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte] , p. 365
8.Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte] , p. 371
9.Het proces-verbaal van doorzoeking, p. 1382 en het proces-verbaal van zaaksdossier 1, p. 9 met bijlagen p. 135 en 146-147
10.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] , p. 399
11.Een rekeningoverzicht van de Fortis Bank, p. 128
12.Een e-mail van [naam 2] van de ABN AMRO Bank, verstuurd op 20 januari 2014, p. 126
13.Het proces-verbaal van zaaks dossier 1, p. 74-75
14.De als bijlage gevoegde geheimhoudingsovereenkomst , p. 718-721
15.Een e-mail van [naam 5] van de Rabobank Rijssen-Enter, p. 703
16.Verslag m.b.t. het verzoek 126a Strafvordering inzake [medeverdachte] , p. 186
17.Het proces-verbaal van zaaks dossier 1, p. 75-76
18.De als bijlage gevoegde geheimhoudingsovereenkomst, p. 718-721.
19.Het proces-verbaal van verhoor [naam 4] bij de rechter-commissaris d.d. 3 oktober 2019, p. 1-2
20.Het proces-verbaal van verhoor [naam 4] bij de rechter-commissaris d.d. 3 oktober 2019, p. 3
21.Een e-mail van [naam 5] van de Rabobank Rijssen-Enter, p. 703
22.Bijlage bij het proces-verbaal van verhoor van [benadeelde 18] , p. 702 en 703
23.Het proces-verbaal van verhoor getuige [benadeelde 1] , p. 748; het proces-verbaal van verhoor getuige [benadeelde 1] , p. 750
24.Het proces-verbaal van bevindingen van een gesprek met getuige [benadeelde 1] , p. 748
25.Het proces-verbaal van verhoor getuige [benadeelde 1] , p. 751
26.Het proces-verbaal van verhoor getuige [benadeelde 1] , p. 752
27.Het proces-verbaal van verhoor getuige [benadeelde 1] bij de rechter-commissaris, p. 7
28.Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 4] , p. 775
29.Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 4] , p. 776
30.Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 4] , p. 777
31.Het proces-verbaal van bevindingen van [benadeelde 7] , p. 1109
32.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [benadeelde 7] , p. 1121
33.Het verhoor van getuige [benadeelde 7] bij de rechter-commissaris, op 16 september 2014, p. 2
34.Het verhoor van getuige [benadeelde 7] bij de rechter-commissaris, op 16 september 2014, p. 4
35.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [benadeelde 8] , p. 1140
36.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [benadeelde 8] , p. 1141
37.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [benadeelde 8] , p. 1140
38.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [benadeelde 8] , p. 1150
39.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [benadeelde 8] , p. 1152, 1153 en 1154
40.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [benadeelde 8] , p. 1142
41.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [benadeelde 8] , p. 1143
42.Het verhoor van getuige [benadeelde 8] bij de rechter-commissaris, op 25 september 2014, p. 5
43.Het verhoor van getuige [benadeelde 8] bij de rechter-commissaris, op 25 september 2014, p. 6
44.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [benadeelde 10] , p. 1197
45.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [benadeelde 10] , p. 1198
46.Het proces-verbaal van verhoor van [benadeelde 18] , p. 644
47.Het proces-verbaal van verhoor van [benadeelde 18] , p. 651
48.Het proces-verbaal van verhoor van [benadeelde 18] , p. 652
49.Het verhoor bij de rechter-commissaris van [benadeelde 18] d.d. 25 september 2014, p. 5
50.Bijlage bij proces-verbaal van verhoor [benadeelde 1] , p. 754
51.Het proces-verbaal van zaaks dossier 1, p. 129 en 130
52.Het proces-verbaal van verhoor getuige [benadeelde 1] , p. 754 en 755
53.Verslag m.b.t. het verzoek 126a Strafvordering inzake [medeverdachte] , p. 186
54.Proces-verbaal van doorzoeking Wet Wapens en munitie, p. 210
55.Proces-verbaal van onderzoek wapen, p. 223-224
56.Verklaring van verdachte, p. 252