In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 29 januari 2020, hebben eisers, de kinderen van de overledenen, een vordering ingediend om de omvang van hun legitieme portie vast te stellen. De overledene, erflaatster, had in haar testament de eisers uitgesloten als erfgenamen en verweerders benoemd tot erfgenamen en executeurs. De eisers hebben een beroep gedaan op hun legitieme portie, maar de rechtbank oordeelt dat zij niet hebben voldaan aan hun stelplicht om de omvang van de legitimaire massa te bewijzen. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 januari 2020 zijn eisers en hun advocaat niet verschenen, en er zijn geen onderbouwende stukken ingediend. De rechtbank kan daardoor de legitieme portie niet vaststellen en wijst de vordering af. Tevens worden eisers veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van verweerders zijn begroot op € 1.377,00. De rechtbank merkt op dat de gebrekkige procesvoering geheel aan de advocate van eisers is toe te rekenen, en suggereert dat zij de proceskosten uit eigen middelen zou moeten betalen.