ECLI:NL:RBGEL:2020:4974

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 september 2020
Publicatiedatum
24 september 2020
Zaaknummer
05/274041-19
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar de persoon van de verdachte in een zaak van feitelijke aanranding

Op 22 september 2020 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, een tussenvonnis gewezen in de strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van feitelijke aanranding van twee jonge vrouwen in de trein op 12 juli 2019. Tijdens de beraadslaging na sluiting van het onderzoek bleek dat de rechtbank niet volledig geïnformeerd was over de persoon van de verdachte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de reclassering niet in staat was om contact te leggen met de verdachte, wat cruciaal is voor het opstellen van een reclasseringsadvies. De verdachte woont in een begeleide woonsetting van Humanitas Onder Dak, maar het is onduidelijk of deze organisatie op de hoogte is van de huidige verdenkingen tegen hem.

De rechtbank heeft besloten het onderzoek te heropenen om meer informatie te verkrijgen over de context van de bestaande hulpverlening, de recente persoonlijke omstandigheden van de verdachte, en of er aanleiding is om bijzondere voorwaarden te stellen in het geval van een veroordeling. De rechtbank heeft de officier van justitie opgedragen om de reclassering in te schakelen voor een rapportage over de verdachte. Dit rapport moet onder andere ingaan op de begeleiding die de verdachte ontvangt en de mogelijkheid van bijzondere voorwaarden bij een eventuele veroordeling. De rechtbank heeft het onderzoek geschorst en zal de zaak aanhouden totdat er meer duidelijkheid is over de situatie van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/274041-19
Datum uitspraak : 22 september 2020
Tegenspraak (279 Sv)
tussenvonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1991 te [geboorteplaats] ( [land] ),
wonende aan de [adres] , te [woonplaats] .
Raadsman: mr. M.M.A.F.C. Lienaerts, advocaat te Enschede.
Dit tussenvonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 8 september 2020.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 12 juli 2019 op het treintraject van Zutphen naar Lochem, althans in Nederland, [slachtoffer 1] geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, door naast die [slachtoffer 1] te gaan zitten en/of (meermalen) zijn hand op het been van die [slachtoffer 1] te leggen en/of toen die [slachtoffer 1] weg wilde lopen/langs hem heen liep (onverhoeds) de billen van die [slachtoffer 1] te betasten.
2.
hij op of omstreeks 12 juli 2019 op het treintraject van Zutphen naar Lochem, althans in Nederland, [slachtoffer 2] door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, door dichtbij die [slachtoffer 2] te gaan staan/zitten en/of (meermalen) over de benen van die [slachtoffer 2] te aaien/strelen en/of toen die van [slachtoffer 2] langs hem heen liep (onverhoeds) de billen en/of benen van die [slachtoffer 2] te betasten.

2.Heropening onderzoek

Na sluiting van het onderzoek ter terechtzitting is tijdens de beraadslaging gebleken dat het onderzoek naar de persoon van de verdachte niet volledig is geweest, zodat het onderzoek moet worden heropend. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Verdachte wordt verdacht van feitelijke aanranding van de eerbaarheid van twee jonge vrouwen in de trein.
Op 3 februari 2020 is door de reclassering gemeld dat het niet mogelijk is gebleken te voldoen aan het verzoek tot reclasseringsadvies aangezien het de reclassering niet is gelukt om in contact te komen met verdachte.
De raadsman heeft ter terechtzitting opgemerkt dat hij ook veel moeite heeft moeten doen om in contact te komen met verdachte. Uiteindelijk is het de raadsman via het mobiele telefoonnummer van verdachte gelukt om verdachte te spreken. Verdachte verblijft in een begeleide woonsetting die onderdeel is van Humanitas Onder Dak.
Gelet op de aard van de ten laste gelegde feiten, de documentatie van verdachte (waaruit gebleken is dat hij al eens veroordeeld is voor soortgelijke feiten), de (ontkennende) verklaring van verdachte en de omstandigheid dat er kennelijk hulpverlening en/of begeleiding ten aanzien van verdachte wordt ingezet, is de rechtbank van oordeel dat het voor een zorgvuldige afdoening van deze zaak van belang is dat de rechtbank nader over de persoon van verdachte wordt geïnformeerd.
De rechtbank zal daarom het onderzoek ter terechtzitting heropenen en vervolgens schorsen omdat de rechtbank het noodzakelijk acht dat een onderzoek door de reclassering zal worden ingesteld naar verdachte, waarbij met name moet worden gerapporteerd over de volgende vragen:
- wat is de context van de bestaande hulpverlening van Humanitas Onder Dak en in hoeverre
wordt verdachte begeleid;
- is Humanitas Onder Dak op de hoogte van de huidige verdenkingen;
- wat zijn de recente (persoonlijke) omstandigheden van verdachte;
- is er naar het oordeel van de reclassering aanleiding om, als het in deze zaak tot een veroordeling zou komen, in het kader van een voorwaardelijke veroordeling bijzondere voorwaarden te stellen op het gebied van begeleiding of behandeling van verdachte.

2.De beslissing

De rechtbank:
-
heropenthet onderzoek;
-
schorsthet onderzoek voor
onbepaalde tijd;
-
draagt de officier van justitie opReclassering Nederland – bij voorkeur in samenwerking met
of na raadpleging van Humanitas Onder Dak – te laten rapporteren omtrent de persoonlijke
omstandigheden van verdachte;
-
steltde stukken in handen van de officier van justitie;
-
beveeltde oproeping van verdachte en zijn raadsman, tegen de nader te bepalen terechtzitting.
-
gelastde kennisgeving aan de benadeelde partijen van de nader te bepalen terechtzitting.
-
houdtiedere verdere beslissing aan.
Dit tussenvonnis is gewezen door mr. G. Hilberink, voorzitter, mr. C.H.M. van Apeldoorn en mr. T. Bertens, rechters, in tegenwoordigheid van E.T. Vriezekolk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 september 2020.
Mr. Bertens is buiten staat dit tussenvonnis te ondertekenen.