Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
Huurder is gehouden het gehuurde als een goed huurder en overeenkomstig de bestemming als woonruimte te gebruiken en te onderhouden.
- contante geldbedragen van € 600,-, € 350,-, en € 5.000,-
- een bakje met henneptoppen met een totale hoeveelheid van 6 gram,
- tien horloges,
- één zakje met zes hennepzaadjes,
- drie zakjes wit poeder en één zakje groen poeder, waarvan forensisch onderzoek heeft uitgewezen dat het daarbij gaat om 0,73 gram, 2,84 gram en 1,53 gram, allen positief MDMA, en 3,90 gram indicatie voor amfetamine,
- één patroonhouder met 1 x 9 mm patroon,
- één zakje met 14 patronen 8,35 mm,
- twee peppersprays,
- één pepperspraupistool,
- twee luchtdrukwapens.
- onder 3.2.2: dat de voorzieningenrechter het standpunt van de burgemeester, dat sprake is van een ernstig geval omdat de verzachtende omstandigheden niet opwegen tegen de verzwarende omstandigheden, volgt en daarom van oordeel is dat de sluiting voor de duur van drie maanden in het beleid van de burgemeester past,
- onder r.o. 4.1: dat de burgemeester gelet op het toetsingskader, waarvoor verwezen wordt naar ABRvS 28 augustus 2019, ECLI:NL:2019:2912,
- onder 6.3.: dat de burgemeester in redelijkheid van zijn bevoegdheid tot sluiting gebruik heeft kunnen maken waarbij het volgende is overwogen:
3.De vordering en het verweer
WoonGenoot heeft belang bij een korte ontruimingstermijn. Zij kan dan aan de burgemeester vragen de sluiting van de woning weer ongedaan te maken, zodat zij op de meest korte termijn kan overgaan tot het verhuren van de woonruimte aan een ander.
4.De beoordeling
Bij toewijzing van een vordering tot ontruiming in kort geding wordt grote terughoudendheid betracht. Bovendien is in een kort gedingprocedure geen plaats voor een diepgaand onderzoek naar de betwiste feiten.
De steunbetuiging van de buurtbewoners [straatnaam] is er op gericht om [gedaagde 1] met haar kinderen in de woning te laten terugkeren, maar zegt niets over [gedaagde 2] . Dat [gedaagde 1] van niets wist, kan op basis van het feit dat de drugs door de hele woning zijn aangetroffen, alsmede geldbedragen en munitie, voorshands niet worden aangenomen. Het had met het oog daarop verwacht mogen worden dat er hulpverlening was ingeschakeld om de drugs(-handel) aan banden te leggen. Daarover is echter niets gesteld of gebleken.
Ter zitting is van de zijde van [gedaagden] nog aan de orde gesteld dat het beleid in [woonplaats] zodanig is dat zij op een zwarte lijst zouden komen en de eerst komende vijf jaar niet in aanmerking zouden komen voor een woning. Namens WoonGenoot is uitdrukkelijk betwist dat gewerkt wordt met een zwarte lijst. Als er echter geen positieve verhuurdersverklaring overgelegd kan worden, vindt er geen plaatsing plaats. Er dient dan door [gedaagden] bij instanties aangeklopt te worden voor begeleiding. Als zij hulp aanvaarden, is er volgens WoonGenoot wel van alles mogelijk. Dat is dan de weg die [gedaagden] moeten begaan.
5.De beslissing
;